'Dat Groningen in Meerstad geen woningaanbod weet te creëren, beschouw ik als bestuurlijk onvermogen'

Wethouder Roeland van der Schaaf van Groningen moet 'het boetekleed aantrekken in plaats van te mopperen op anderen'.
Dat stelt makelaar Albrechtus Tebbens Torringa, voorzitter van het overleg tussen makelaars en de gemeente Groningen. Hij reageert op het verwijt dat Van der Schaaf maakt aan beleggers. Die kopen volgens hem te veel panden op om die vervolgens voor een hoge prijs te verhuren.

'Vooral kleine beleggers'

Volgens Torringa is dit 'een beetje te gemakkelijk'. 'Alle steden zitten met particulieren die op zoek gaan naar een alternatief om een beetje rendement te maken op hun geld. Dat heeft te maken met de lage rente die je krijgt bij de bank. Dat zijn vaak particulieren die één of twee huizen verhuren of mensen die iets kopen voor hun kinderen. Er zijn in Groningen ook wel spelers die op heel grote schaal huizen kopen, maar de groep kleine beleggers is denk ik veel groter.'
Op dit moment is er in dat hele grote nieuwbouwplan Meerstad welgeteld één woning te koop. Ik vind dat beschamend
Albrechtus Tebbens Torringa-voorzitter overleg tussen makelaars en gemeente Groningen

Nieuwbouwaanbod

Torringa vindt dat Groningen 'alles op alles moet zetten' om nieuwbouwaanbod te creëren. 'In de jaren negentig hebben we ook een periode gehad waarin veel koopkracht op de markt kwam. Toen waren er nieuwbouwplannen in de wijken Hoornsemeer en De Hunze. Mensen gingen vanuit de oude wijken naar die nieuwbouwwijken toe. Ze lieten hun koopwoning achter en dat zorgde voor doorstroming.'

Beschamend

En daar kan Van der Schaaf een rol van betekenis spelen, denkt Torringa. 'Het grote nieuwbouwplan Meerstad is eigenlijk helemaal in handen van de gemeente. Zij heeft in 'haar wijsheid' besloten om de grondprijzen daar belangrijk te verhogen. Op dit moment is er in dat hele grote nieuwbouwplan welgeteld één woning te koop. Ik vind dat beschamend.'

Bestuurlijk onvermogen

Torringa gaat verder: 'In de crisis is er door de Groninger bevolking bijgedragen aan het afboeken van gelden die met betrekking tot Meerstad zijn gemaakt. Er is een keer 40 miljoen euro en een keer 52 miljoen euro afgeboekt. En nu is er een veel betere markt en dan weet men daar geen aanbod te brengen. Dat beschouw ik als bestuurlijk onvermogen.'
Torringa gaat dit zeker aankaarten in het overleg tussen makelaars en de gemeente Groningen, waar hij voorzitter van is. 'Ik mag hopen dat in de Groninger gemeenteraad nu mensen wakker worden en denken: waarom kunnen wij in Meerstad niet wat brengen voor onze bevolking? Daar kunnen wij de markt echt helpen.'