Tegenstanders eisen meer onderzoek voor uitbreiding windpark bij Delfzijl

Dat bleek donderdag tijdens een zitting van de Raad van State in Den Haag.

De zaak is aangespannen door de stichting Oldambt Windmolenvrij en de dorpsverenigingen van Wagenborgen en Nieuwolda. Ze zijn tegen de komst van zestien nieuwe windturbines met een tiphoogte van ruim tweehonderd meter.

Volgens de omwonenden is extra onderzoek nodig, omdat er steeds meer windparken in Groningen en andere provincies worden gebouwd. Dat levert zogeheten cumulatieve effecten op, waar volgens hen te weinig rekening mee wordt gehouden.

De Raad van State vernietigde ruim een jaar geleden de vergunning voor de uitbreiding van windpark Delfzijl-Zuid. De nieuwe molens zouden voor teveel lawaai en slagschaduw zorgen bij omliggende huizen.

Projectontwikkelaar Ventolines heeft inmiddels meerdere woningen opgekocht. Ook hebben de initiatiefnemers gekozen voor een stillere rotor in de turbine, waardoor Ventolines hoopt dat de plannen nu wel goedgekeurd worden.

De Raad van State stelde donderdag een groot aantal kritische vragen over het natuuronderzoek naar de uitbreiding van het windpark. Mogelijk moeten de provincie Groningen en de ontwikkelaar meer onderzoek doen, wat opnieuw tot vertraging leidt.

De initiatiefnemers moeten een ontheffing krijgen voor het doden van beschermde diersoorten, waaronder vogels en vleermuizen. Het is een standaardregeling voor windmolenplannen. Als uit onderzoek blijkt dat de dood van een reeks individuele dieren nauwelijks effect heeft op de beschermde soort als geheel, krijgt het project een ontheffing.

Voorzitter Anthon Meijssen van Oldambt Windmolenvrij hoopt met de zaak te voorkomen dat de ontwikkelaars deze ontheffing krijgen. Hij noemt de windturbines 'gehaktmolens voor vogels':

'Door dit gebied komen veel trekvogels en beschermde dieren, zoals de grauwe kiekendief. Het gaat ons natuurlijk om de omwonenden, maar de natuur vinden wij ook ontzettend belangrijk.'

Een vogeldeskundige merkte tijdens de zitting op dat kiekendieven zo slim zijn, dat ze vooral hoge windmolens goed weten te vermijden. 'In de afgelopen twaalf jaar is maar één blauwe kiekendief het slachtoffer van een windmolen geworden', aldus de deskundige.

Volgens de advocaat van de provincie en de raadsman van Windpark Delfzijl-Zuid vormen de zestien extra windmolens, zelfs in combinatie met de al bestaande windturbines, geen bedreiging voor de beschermde diersoorten.

De tegenstanders denken dat er veel meer slachtoffers zullen vallen. Zij eisen daarom meer onderzoek naar het effect op de diersoorten van alle windparken bij elkaar opgeteld. Volgens Groningen is dat ook gedaan.

De Raad van State gaat het uitzoeken en doet binnen enkele weken uitspraak.