Column: Uit het dagboek van een thuiswerker

Willem van Reijdendam
Willem van Reijdendam © RTV Noord
Thuiswerken klinkt als de hemel op aarde. Rustig een puistje uitdrukken, haar kammen, een koude varkenspoot eten, heen en weer drentelen naar de koelkast en tussen de bedrijven door wat op je laptop zitten en telefoontjes plegen. En: je hebt alle tijd voor een dagboek…
Vrijdag:
Net terug uit de Albert Heijn. Niet dat ik zo nodig moet hamsteren, maar je wilt in crisistijden als deze toch wel een voorraadje wc-papier hebben. Mijn grootouders hebben de oorlog nog meegemaakt en daar heb ik blijkbaar toch wel een tik van meegekregen. Het was er druk met klanten die hun kar volstouwden met potten saus en pakken rijst, bonen en pasta die ze volgens mij helemaal niet nodig hebben. Omdat ik er toch was, gelijk maar de laatste pakken spaghetti uit de schappen gerukt, vlak voor de neus van een oud vrouwtje. Darwinisme ten top! Het is jij of zij! Bij de kassa voor de zekerheid ook nog een zak tulpenbollen meegegraaid, want je kunt nooit weten. Ik schrok wel toen een man in de rij naast mij ineens hard begon te niezen, maar gelukkig wel in zijn elleboog. Nu eerst maar even handen wassen.
Later:
Zo, mijn eerste vergadering zit erop. Mijn chef stond erop dat ik meepraatte via een videoverbinding, dus laptop open en gaan met die spreekwoordelijke banaan. Ik haalde nog net op tijd de lege wijnflessen van gisteravond uit beeld weg. Aan de vergadertafel op de zaak stond alleen mijn chef en mijn collega's zaten allemaal thuis achter hun laptop. Wat heeft Jelmer een ranzige woonkamer! Een soort Huize Klein Brabant met allemaal bruintinten. Er was veel te bespreken, maar omdat mijn geluidsverbinding niet optimaal was, klonk iedereen als een drenkeling. Ik verstond er weinig van en heb maar een beetje staan knikken. Als er wat is, word ik wel gebeld en ik heb nog een paar dossiers liggen waar ik intussen aan kan werken. Dat ga ik nu maar eens doen, maar eerst: handen wassen.
Later:
Heerlijke tosti's gebakken, zoals je die in de kantine niet kunt krijgen en alle boodschappen in de koelkast gestouwd. Op internet uitgezocht hoe je tulpenbollen klaarmaakt, want je kunt nooit weten of er straks nog internet is en mijn oma kan ik het niet meer vragen. Ik had water moeten kopen! Misschien ga ik straks nog even terug naar de Albert Heijn. Ik heb als thuiswerker tenslotte ook recht op pauze. Ik werk hier trouwens veel efficiënter dan op de zaak. Ik heb nog even met Jelmer gebeld, om te checken of hij wel echt thuis aan het werk is. Ik verdenk hem ervan dat hij een geheime relatie heeft met een man. Ik heb ze een keer samen gezien in de dierentuin en toen dook hij weg achter een plant. Zijn vriendin weet van niks. Hij was gewoon thuis, zei hij, maar ik hoorde in de verte het bliepen van kassa's. Nu weer aan de slag, maar niet dan nadat ik mijn handen heb gewassen.
Later:
Nou, mijn dag zit erop. Lekker aan mijn dossiers gewerkt en álles weer eens opgeschoond en opnieuw ingedeeld in bewaarmapjes. Fijn dat ik daar eens aan toe kwam. De telefoon bleef grotendeels stil, alleen uitgerekend in de Albert Heijn belde mijn chef waar mijn beleidsvoorstel bleef voor de regiegroep Mediatransitie 3.7. Ik tilde net een krat waterflessen (de laatste twaalf!) op de band, dus ik nam op met een soort kreun en kon me eruit lullen dat ik nog tien andere dossiers op mijn bord had. Ik hoop dat hij het bliepen van de kassa niet heeft gehoord. En dat beleidsvoorstel kan wel wachten tot maandag, lijkt me. Iedereen is nou toch in de ban van het virus. Nu snel handen wassen en de tv aan. Voetbal kijken nu het nog kan. Ik bestel straks wat lekkers via Thuisbezorgd.
Zaterdag:
Ik moest vanochtend een paar keer niezen en ik ben snotterig. Zou ik besmet zijn door die man in de Albert Heijn? Maar ik heb geen koorts, hoewel je dat met die moderne thermometers ook niet meer kunt zeggen. Mijn oorthermometer schommelde tussen de 36.6 en 37.3. Toen toch maar een oude thermometer in mijn kont gestoken en eindeloos gewacht: bleek de batterij leeg. Ik wist niet meer precies hoe het nou zat met verplicht thuis blijven en heb alles nog maar eens nagekeken op internet. Vervolgens besloten dat ik met mijn verkoudheid nog best boodschappen kan doen. Wel eerst handen wassen natuurlijk.
Later:
Ik was een beetje chagrijnig toen ik zag dat er gewoon weer nieuwe pasta, saus en water in de schappen lag. Dan had ik gisteren dus net zo goed thuis kunnen blijven en lekker doorwerken aan mijn dossiers. Maar een paar pakken extra spaghetti kan geen kwaad. Als het oorlog wordt, zit je zo weer zonder, zei Reve al. Bij de kassa werd ik boos aangekeken toen ik moest niezen, net toen ik vier dozen eieren (alvast voor Pasen) op de band zette. Ik kon dus moeilijk in mijn elleboog niezen. Ze kunnen niet weten dat ik gewoon verkouden ben. Nou ja, daar lijkt het tenminste op. Ik was mijn handen in onschuld.
(wordt vervolgd)
Willem van Reijendam