Diks: 'Ik kon het wethouderschap in Groningen niet laten lopen'

Kamerlid Isabelle Diks wordt binnenkort wethouder in Groningen
Kamerlid Isabelle Diks wordt binnenkort wethouder in Groningen © ANP
Isabelle Diks (GroenLinks) verhuist binnenkort van Den Haag naar Groningen om wethouder te worden. Zonder haar man, die vanwege zijn baan in de Hofstad achterblijft. 'Hij vroeg al, ga je nou op je 54ste op kamers in Groningen?'
'Het wordt een heel ander leven', realiseert Diks zich. Nu houdt ze zich als Kamerlid nog bezig met zaken als vrouwenbesnijdenis; straks stort ze zich op de zorg in Groningen. Bovendien wordt ze de eerste vervanger van burgemeester Schuiling.

Loslaten kost moeite

'Het kost me wel moeite om het los te laten', zegt Diks, die gevraagd werd voor de wethouderspost in Stad. 'Ik ben nu nog bezig met het schrijven van de defensienota, maar die kan ik niet meer presenteren. Dat doet wel pijn.'
Toch is de keuze voor Groningen een bewuste. 'Hier speelt zo veel. Ik ben al een beetje aan het kijken naar een woning. Heen en weer reizen naar Den Haag kan niet. Dan maak je jezelf ontzettend moe om helemaal niets.'

Geen 25 meer

Nou ja, niets? Ze laat haar man wel achter. 'Ach', zegt ze lachend met het thuiszitten tijdens de coronacrisis in het achterhoofd, 'hij is blij als ik wegga, denk ik. En we zijn ook geen 25 meer. We hebben het heel leuk samen, maar het is niet zo dat je de hele dag zit te wachten tot je elkaar weer ziet.'

Van Apeldoorn naar Groningen

Diks begon haar politieke carrière in 1994 in de gemeenteraad van Apeldoorn, om in 2003 over te stappen naar Provinciale Staten van Gelderland. Ze was van 2008 tot 2017 wethouder in Leeuwarden en werd daarna Tweede Kamerlid. Ze werd met voorkeursstemmen gekozen.
Eind vorig jaar kwam ze in opspraak, nadat De Volkskrant meldde dat ze naast haar inkomen als Kamerlid wachtgeld ontving. Haar vergoeding van zo'n 115.000 euro op jaarbasis liet ze met 7.000 euro aanvullen omdat ze haar baan als wethouder ervoor had opgegeven. Ze had er recht op, maar er ontstond wel ophef over.

'Ontzettend onhandig'

'Na 8,5 jaar wethouderschap heb je een bepaald bestedingspatroon', verdedigde Diks de keuze om wachtgeld te ontvangen.
'Ik had dat nooit moeten doen', zegt ze nu. 'Het was ontzettend onhandig en ik heb er ook onhandige uitspraken over gedaan. Ik heb mijn excuses meerdere keren aangeboden en aangegeven dat ik het wachtgeld ga terugbetalen.'

Aardbevingen en corona

Diks noemt de coronacrisis en de ellende rond de gaswinning 'een ontzettend mooie kans om je bestuurlijk tegenaan te bemoeien'.
'Er zijn zo veel zorgen. We hebben gebruikgemaakt van de rijkdom in de grond, maar mensen zijn in een enorme prut beland', zegt ze, om zich vervolgens hardop af te vragen wat we 'elkaar nou allemaal hebben aangedaan'.

Hart gaat sneller kloppen

De nieuwe wethouder, ze wordt naar verwachting eind april officieel geïnstalleerd, noemt de problemen die in onze provincie spelen rondom de aardbevingsproblematiek 'ongekend'.
'Ik word wethouder in een tijd van grote onzekerheid. Er ligt veel druk op de zorg, het onderwijs en het bedrijfsleven. Mijn bestuurlijke hart gaat er sneller van kloppen: deze kans kon ik niet laten lopen.'

1 mei

Diks heeft haar Kamerlidmaatschap per 1 mei opgezegd, al kan die datum door de coronacrisis nog veranderen. Er zit dus een afscheid aan te komen, dat er mogelijk ook anders uit zal zien dan normaal.
Eén onderwerp zal zonder twijfel de revue passeren. Kamervoorzitter Arib heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat ze er niet van gecharmeerd is als Kamerleden voortijdig vertrekken. Toen VVD-Kamerlid Foort van Oosten vertrok om burgemeester te worden, zei ze daar 'niet gelukkig mee' te zijn.

Niet alleen Den Haag

GroenLinkser Diks is een andere mening toegedaan. 'Ik snap dat je er somber van wordt als een Kamerlid in het bedrijfsleven gaat werken, halverwege zijn of haar termijn. Maar het openbaar bestuur bestaat niet alleen uit de Tweede Kamer in Den Haag.'
'Ik vind het dan ook jammer dat Arib die mening is toegedaan. Je veronderstelt een gelaagdheid die er niet is. We doen het met z'n allen: gemeenten, provincies, waterschappen en de Rijksoverheid. Wat op lokaal niveau gebeurt, is óók heel belangrijk.'