Ic-verpleegkundigen: ook hier komt zorg onder druk te staan

Carla Veldhuis en Arend Stoelwinder
Carla Veldhuis en Arend Stoelwinder © Eigen foto
'Wij maken ons ook zorgen. Je wilt topzorg leveren, maar je weet dat dat zometeen niet meer kan.'
Dat zegt hoofdverpleegkundige Carla Veldhuis van de intensive care van het UMCG. Ze reageert daarmee op de waarschuwing van Diederik Gommers, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care.
Hij stelt dat er op de ic's aan kwaliteit wordt ingeboet, met name doordat verpleegkundigen voor meer patiënten dan normaal verantwoordelijk zijn.

Meer doen

In Groningen is het wachten tot dat moment aanbreekt, maar vaststaat dat het komt. Veldhuis: 'Nu al hebben verpleegkundigen in plaats van anderhalf bed soms drie bedden onder zich in de dagdienst. En we zitten nu nog maar op de helft van het aantal ic-bedden dat gaat komen.'
Het UMCG wil verder opschalen naar maximaal 112 bedden op de intensive care. Zoveel ic-verpleegkundigen zijn er niet. Het ziekenhuis lost dat op door te werken met ondersteuners.
Dat zijn stafmedewerkers die vanwege de coronacrisis tijdelijk weer in de zorg werken, geneeskundestudenten en personeel van andere afdelingen. 'Hoe de kwaliteit van zorg dan is hangt ook van deze mensen af.'
Veldhuis: 'Nu wassen verpleegkundigen bijvoorbeeld de patiënten en inspecteren de patiënt dan direct. Straks zijn ze afhankelijk van wat hun ondersteuners hebben gezien. De eigen observatie komt te vervallen.'

Van verpleegkundige naar regisseur

Arend Stoelwinder is de partner van Veldhuis. Hij werkt al twintig jaar als ic-verpleegkundige en is ook bezorgd. 'Twee patiënten kunnen we makkelijk handelen en drie ook nog. Straks word ik een regisseur die maximaal vier patiënten onder zich heeft. Daar maken we ons wel zorgen over. We zijn bang voor de donkerste scenario's en hoe we daar dan doorheen komen.' 
Nu ligt er een ziek iemand in bed en we weten niks van die mensen
Arend Stoelwinder - ic-verpleegkundige UMCG
Stoelwinder werkte op de vrijdagavond dat de ambulancebus voor het eerst in Groningen aankwam met zes coronapatiënten uit Brabant. 'Dat was mijn eerste kennismaking en die was indrukwekkend.' 
'Ik ben gewend dat mensen een reden hebben om ernstig ziek te zijn, bijvoorbeeld door een trauma of een operatie. Dit waren mannen van middelbare leeftijd die zomaar ineens zeer ernstig ziek zijn geworden. Velen zijn jonger dan ik, ik ben 62. Het zijn allemaal vaders, opa's of zonen.' 

Mensenwerk

Inmiddels heeft Stoelwinder dagdiensten, nachtdiensten en late diensten met coronapatiënten achter de rug. Als verpleegkundige vindt hij het heel zwaar dat de patiënten geen familie mogen ontvangen.
'Omgaan met familie is een belangrijke taak van ic-verpleegkundigen. Nu ligt er een ziek iemand in bed en we weten niks van die mensen.' Dolblij was hij met de Ipads die de afdeling kreeg na een oproep op social media. 'Nu kunnen we skypen met familieleden. Nu horen we: hij is opa, of deze hobby's heeft hij. Het is mensenwerk wat we doen.'
Het lijkt wel alsof we in de oorlog zijn
Carla Veldhuis - hoofdverpleegkundige UMCG

Oorlog

Veldhuis is als hoofdverpleegkundige ook onder de indruk als ze op de afdeling komt. 'Het lijkt wel alsof we in de oorlog zijn. Door hoe het is aangekleed stap je een totaal andere wereld in. Je herkent  elkaar ook slecht in die pakken. We hebben nu afgesproken naamstickers op de blauwe jas te dragen.' 
Die beschermende pakken maakt het werk ook lichamelijk zwaar. Verpleegkundigen krijgen nu op de afdeling maaltijden bezorgd. Veldhuis: 'Je kan het 2,5 uur volhouden in zo'n pak en dan moet je er echt uit en extra eten en drinken. Dat bezorgt het ziekenhuis nu.' 

Nog nooit zo erg

Stoelwinder beseft dat het nog lang niet gedaan is. Als corona straks onder controle is, komen al die patiënten die nu wachten op een operatie. Ook dat zal zwaar worden, maar zo zwaar als de coronacrisis is niks, vindt hij. 
'Ik heb alles meegemaakt: legionella, aids, SARS en de mexicaanse griep. Dat was niks als je dit meemaakt.'