KNMI 'profiteert' van corona: meer kleine bevingen meetbaar

Een seismograaf bij het KNMI registreert trillingen in de aarde
Een seismograaf bij het KNMI registreert trillingen in de aarde © Jerry Lampen/ANP
Het KNMI is dankzij de coronacrisis in staat om meer zeer kleine aardbevingen in onze provincie te meten. Veel van deze bevinkjes vallen normaliter weg in trillingen van bijvoorbeeld verkeer of industrie, de zogeheten achtergrondruis.
Maar omdat er op dit moment minder bedrijvigheid is, is er veel minder verkeer en dus ook minder achtergrondruis. Uit een analyse van het KNMI blijkt bijvoorbeeld dat het in De Bilt, in Midden-Nederland, om een daling van 45 procent gaat.
'We hebben ook in Noordoost-Groningen een station bekeken. Daar zie je minder daling. Het is afhankelijk van of je in de buurt van een snelweg, zware industrie of bijvoorbeeld treinen zit', verduidelijkt seismoloog Läslo Evers van het KNMI.

Meer kleine bevingen meetbaar

Volgens Evers was het KNMI in onze provincie, dankzij een uitgebreid netwerk, al in staat om heel nauwkeurig te meten. 'We meten al alle bevingen van magnitude 0,5 en hoger. Af en toe zien we ook kleinere bevingen, zoals 0,1 en 0,2. Nu er minder ruis is, zouden we wel meer van die bevinkjes kunnen gaan meten.'
Het KNMI kan zich daarmee een beter beeld vormen van de seismiciteit. Evers: 'Bijvoorbeeld: welke breuken zijn actief in het Groningenveld? Hoe reageert het gasveld op meer of minder gaswinning?'

Voorspellen blijft onmogelijk

Volgens de seismoloog is het niet mogelijk om met die kleinere bevingen iets te kunnen voorspellen over grotere bevingen.
'Dat blijft onmogelijk in aardbevingenland. We kunnen niet zeggen waar en wanneer er in de toekomst een beving optreedt. Wat we over laatste jaren zien, is dat er periodes zijn van meer of minder bevingen. Met af en toe een zware beving. Aan dat beeld zal weinig wijzigen.'