Vernielingen in de natuur uit verveling: 'Spijtig dat dit zo moet'

De verbrande kijkhut in Ezumazijl, gedumpt dakleer en een vernield bord in het water
De verbrande kijkhut in Ezumazijl, gedumpt dakleer en een vernield bord in het water © Anneke Epping
Boswachters zien een toename van het vandalisme in natuurgebieden. Vermoedelijk komt dat door verveling tijdens de coronacrisis, zegt boswachter Anneke Epping uit Westerwolde. 'Het valt zichtbaar op dat het vandalisme toeneemt.'
Zo werd in het Lauwersmeergebied een vogelkijkhut in brand gestoken, werden vernielingen aangericht bij een schaapskooi in Onstwedde en zijn er hakenkruizen op bomen bij Ter Apel geschilderd. 'Het is spijtig dat het zo moet', zegt Epping.

Bierblikjes

'We zien hangplekken ontstaan waar jongeren rommel achterlaten. Vaak wordt geprobeerd iets in brand te steken', constateert Epping. Staatsbosbeheer had vanwege de coronamaatregelen een vogelkijkhut bij Stadskanaal afgesloten. Bij controle bleek dat afzetlinten waren weggehaald en dat er binnen blikjes bier lagen.
Ook volwassenen houden zich in deze tijd minder aan de regels in de natuur. Zo worden vaker honden losgelaten op plekken waar dat niet mag en wordt afval gedumpt.
Controlen op overtredingen is moeilijk. Samen met de politie en gemeente probeert Staatsbosbeheer de uithoeken van de natuurgebieden zo veel mogelijk te bezoeken. Boswachters surveilleren nu extra vaak in hun gebieden.