75 jaar bevrijding: Granaat treft schippersgezin

De provincie Groningen is een van de laatste slagvelden van de Tweede Wereldoorlog in Groningen. RTV Noord en Dagblad van het Noorden staan met de serie 75 jaar bevrijding Groningen dagelijks stil bij de bevrijding van de provincie.
Vandaag: schipperszoon Koos Kleinhuis raakt dodelijk gewond door een granaat.

Door Frank von Hebel

Schipper Tjakko Kleinhuis ligt op 20 april 1945 met zijn schip Volharding nabij de pastorie in Garrelsweer. Het schippersgezin schuilt met vijf kinderen in de machinekamer voor de gevechten tijdens de bevrijding. De Canadezen naderen de omgeving van Appingedam, Loppersum en Garrelsweer.
'Ik weet er weinig meer van', vertelt Johanna Wezeman-Kleinhuis (79) 75 jaar later. 'Maar mijn ouders hebben me alles verteld.' Ook van de granaat die het schip treft weet ze niets meer.

Hulp van de dominee

De dominee biedt het gezin aan in de kelder van de pastorie te schuilen. 'Maar mijn vader vond het niet nodig het schip te verlaten. Hij dacht dat het veilig genoeg was.' Hij krijgt ongelijk. Een granaat komt in de nacht van 20 op 21 april precies op de machinekamer terecht.
'Mijn oudste zus is naar de pastorie gerend, want ons gezin had vier gewonden.' Dominee Koelman schrijft erover in zijn dagboek.
'Om 10 uur gingen wij, gekleed, naar bed. Om 1 uur werden wij wakker, er ging weer vuur over ons heen. Plotseling harde knallen vlakbij. Ik wekte Corry en we vlogen naar de kelder. Nauwelijks waren we daar alle 5 aangekomen, onder voortdurende harde knallen en geluid van brekend glas, of wij hoorden hulpgeroep en rammelen aan de deuren. Van de keldertrap af kon ik één der beide schepen, dat van Faber, in brand zien staan. De deur werd losgemaakt, het bleek dat het andere schip, dat van Kleinhuis, ook door een granaat was getroffen, 5 van de 7 waren gewond.'
Koos Kleinhuis (Foto: Collectie familie Kleinhuis)

Dekking

De twee schippersgezinnen zoeken ook dekking in de schuilkelder.
'Zo zaten we er, nadat Faber al wat brandde over boord geworpen had, met 16 personen. Bij Faber geen persoonlijke ongelukken. Maar Koos, de jongen van Kleinhuis, de enige, verder hebben ze 4 meisjes, was er lelijk aan toe. Een hoofdwond, en naar wij toen meenden, een bot dat uit zijn schouder stak. Ook zijn hand bloedde. De anderen waren minder ernstig. Tot 2 uur vielen er telkens granaten. (...) Koos vertoonde tekenen die op een hersenschudding wezen.
(...) Talrijke huizen hadden voltreffers gekregen. Bij de Geref. Snijder Werkman, waar 17 mensen in huis waren, was de man, een veertiger, vader van 8 kinderen, dood. Twee dochters waren ernstig gewond, men vreesde voor het leven van de oudste, de 18-jarige Geertje.'

Op de vlucht

Veel inwoners vluchten, als het schieten even ophoudt, richting Groningen. Onderweg ziet de dominee talloze vluchtelingen. 'O.a. ouderling Hofstede met zijn vouw, al 3 jaar te bed met tbc, op een handkar.'
De dominee probeert zijn gemeenteleden terug te vinden en komt via allerlei omzwervingen uiteindelijk in Groningen terecht. Hij is vooral op zoek naar de gewonden. En hij vindt ze.
'Koos Kleinhuis was de ergste van allemaal. Het gewaande uitstekende botje bleek een granaatscherf te zijn. De eerste maal dat we hem bezochten was hij blind en aan 2 benen en een arm verlamd. Een paar dagen later kon hij weer in zoverre zien, dat hij mij en Corry (vrouw van de dominee, redactie) herkende. Maar als hij blijft leven, zal hij wel een stakker blijven. Geertje Werkman viel mee, zij lag in een rekverband, het linkerdijbeen vlak onder de heup gebroken. Men heeft goeie hoop op herstel, al zal ze waarschijnlijk wat mank blijven.'
Maar de 14-jarige schipperszoon overleeft het niet. 'Koos overleed op 3 juni 1945', vertelt zijn zus Johanna 75 jaar later.
Het schippersgezin kiest in 1946 voor de wal. De Volharding wordt verkocht. 'Mijn vader had alleen nog dochters, maar ik denk dat het ook met de dood van mijn broer had te maken. Er werd thuis niet veel over gesproken.'