75 jaar bevrijding: 'Blijham werd mijn tweede thuis'
De provincie Groningen was een van de laatste slagvelden van de Tweede Wereldoorlog in Nederland. RTV Noord en Dagblad van het Noorden staan met de serie 75 jaar bevrijding Groningen dagelijks stil bij de bevrijding van onze provincie.
Vandaag: de familie Hazelhoff uit Blijham vangt de zusjes Kroese uit Amsterdam op.
Door Frank von Hebel
Els Burger-Kroese (80) woog 18 pond toen zij met haar moeder en zusje aan het eind van de oorlog met paard en wagen in Blijham aankwamen. Haar moeder draagt haar als ze het boerderijtje van de familie Hazelhoff binnenkomen, zo wordt haar jaren later verteld. De honger verdreef het gezin uit Amsterdam. 'Mijn vader had van een zoon van opa en oma Hazelhoff – zo ben ik ze altijd blijven noemen – het adres gekregen.'
Vader ontmoet Hazelhoff in Duits werkkamp
Haar vader ontmoet Engel Hazelhoff uit Blijham tijdens zijn periode als dwangarbeider in Hannover. 'We weten niet wat hij daar heeft meegemaakt. Hij zweeg erover. We weten wel dat in het kamp waar hij verbleef ook arbeiders uit bijvoorbeeld Frankrijk en België zaten. En dus ook die jongen, Engel Hazelhoff.'
Hij maakte zijn voornaam waar. 'Mijn vader maakte zich zorgen over ons. Oom Engel zei tegen hem dat hij zijn vrouw en kinderen maar naar zijn ouders in Blijham moest sturen indien de situatie echt schrijnend werd. Nou, dat werd het ook.'
De hongerwinter van 1944-1945 treft ook de familie Burger. 'Ik weet er niet veel meer van. Mijn moeder vertelde me later het een en ander. Ik weet nog wel dat we op een noodkacheltje in een pan suikerbieten kookten en de stroop opaten. En het was heel erg koud. Er was geen brandstof en het ijs lag op onze dekens. Ons huis was beschadigd geraakt, na een bombardement van de geallieerden op de Fokkerfabriek. De halve straat was weggevaagd.'
Geallieerd bombardement op Fokkerfabriek
Het is zaterdag 17 juli 1943 en om negen uur 's ochtends begint het luchtalarm te loeien. 'Mijn oma paste op mij en mijn zus Lotty, want onze moeder was de boer op om eten te scoren bij een boer in Purmerland. Voor onze veiligheid zaten wij onder de tafel en kropen wij door de gang naar de wc, want dat was de veiligste plek bij een bombardement. Er was veel geschreeuw op straat. Op onze deur werd gebonsd en werd later met een koevoet open gebroken. Door de trillingen zat de deur helemaal klem.
Buiten was een touw gespannen en mannen in overalls kwamen helpen de mensen onder het puin vandaan te helpen. Ons huis was zwaar beschadigd. Iedereen was ontredderd. Buren hadden minder geluk want het huis stortte in. Een buurvrouw was met haar zoontje het huis in gerend. Na een paar uur werden zij dood onder het puin vandaan gehaald. Op 23 juli 1943 kwam het tweede bombardement en weer werd onze buurt hard getroffen.'
Haar vader mocht af en toe naar huis. 'Maar later kwam hij helemaal niet meer uit Duitsland terug. Mijn oom Co (19) is hem toen gaan zoeken, maar ook hij verdween spoorloos. Later bleek dat hij is opgepakt en ook in Hannover is terechtgekomen.'
Ze herinnert zich haar eerste bezoek aan Blijham niet. 'Ik denk dat we met de trein zijn gegaan. In Groningen zijn we waarschijnlijk door de familie opgehaald en het laatste stuk vanuit Winschoten zijn we denk ik met paard en wagen gegaan. Zo ging het jaren later ook toen ik bij de familie Hazelhoff kwam logeren. Mijn moeder zette mij en mijn zusje dan op de trein en vroeg aan de conducteur of een medepassagier op haar kinderen te letten. Zo ging dat in die tijd.'
Familie in Blijham wordt tweede familie
De familie Hazelhoff wordt haar tweede familie. 'Opa en oma Hazelhoff hadden twee zoons en één dochter. 'Als je de foto's van vroeger ziet, snap je meteen wat voor mensen het waren. Recht van lijf en leden en ze spraken geen woord te veel. Maar ze waren ontzettend aardig. Opa Hazelhoff verbouwde ook tabaksplanten die hij droogde en daarna voor zijn pijp gebruikte. En hij had bijenkorven. Het boerderijtje had een voorkamer, dat was de nette kamer waar we zondags zaten als er visite kwam. We sliepen in bedsteden.'
Els Kroese (r) met haar zus Lotty (Foto: Familiealbum familie Kroese)
'Later – na de oorlog - logeerde ik elke zomervakantie bij ome Jan - de andere zoon - en tante Hennie. Ze hadden zelf geen kinderen. Ik kwam vaak in mijn eentje. In Blijham had ik vriendjes en vriendinnetjes. Ik kreeg er ook mijn eerste vriendje. Bij elk bezoek aan Blijham was er wat veranderd. Ik ging niet meer tussen de middag met een keteltje eten brengen naar oom Jan bij de boer of op het land. Oom Jan werkte niet meer op de dorsmachine, maar in de strokartonfabriek in Pekela. De winkel van Verwer verdween en werd een supermarkt. De boerderij werd een rijtjeshuis in de Lindenlaan. De fiets werd vervangen door een motor en later de auto.'
'Oom Jan had een oud horloge wat hij me dan altijd liet zien en dan legde hij uit hoe het werkte. Het was een heel oud horloge. Ik kreeg het later van hem.'
Jong overleden door de oorlog
Haar vader overlijdt jong, op 56-jarige leeftijd. 'Misschien had het ook wel met dat werkkamp te maken. Oom Engel was nog jonger toen hij overleed. En mijn oom Co Kroese kreeg in de oorlog tbc. Hij is vlak na de bevrijding overleden. Allemaal door de oorlog.'
Het contact met de familie Hazelhoff – en Blijham – is altijd gebleven. 'Het is mijn tweede thuis. Mijn vrienden en vriendinnen uit Blijham verloor ik uit het oog. Tante Hennie en oom Jan zijn overleden net als zovelen. Op 5 mei 2020, 75 jaar later, vieren wij onze bevrijding. Ook dan zal ik stilstaan bij de vele zoete herinneringen en tevens dankbaar zijn voor de warme en liefdevolle opvang van de familie Hazelhoff Steinfelder.'
Het contact met de familie Hazelhoff – en Blijham – is altijd gebleven. 'Het is mijn tweede thuis. Mijn vrienden en vriendinnen uit Blijham verloor ik uit het oog. Tante Hennie en oom Jan zijn overleden net als zovelen. Op 5 mei 2020, 75 jaar later, vieren wij onze bevrijding. Ook dan zal ik stilstaan bij de vele zoete herinneringen en tevens dankbaar zijn voor de warme en liefdevolle opvang van de familie Hazelhoff Steinfelder.'
Af en toe flitst de oorlog weer voorbij. 'Dan ruik ik een bepaalde geur of hoor ik een geluid en dan sta ik opeens met mijn moeder in de rij voor de gaarkeuken en zie ik vrouwen flauw vallen van de honger.'