Raad van State: meer natuuronderzoek niet nodig voor uitbreiding windpark bij Delfzijl
29 april 2020, 11:24 • 2 minuten leestijd
De Raad van State vindt het niet nodig om meer natuuronderzoek te doen naar de uitbreiding van windpark Delfzijl-Zuid.
De inmiddels verleende natuurvergunning is volgens de hoogste bestuursrechter in orde.
Niet ten koste van diersoorten
Inwoners van Wagenborgen en Nieuwolda eisten meer onderzoek naar de gevolgen nog eens zestien windturbines bij het park. Ze vinden dat er te veel turbines in het gebied worden gebouwd en zijn bang dat trekvogels en beschermde dieren geraakt worden.
De Raad verwierp woensdag in haar einduitspraak alle kritiek van de inwoners. Het Rijk en de provincie hebben voldoende aangetoond dat de dood van enkele vogels niet ten koste gaat van het voortbestaan van de soorten, zo luidt het oordeel.
Wat is een natuurvergunning?
Een natuurvergunning ziet toe op maatregelen om te voorkomen dat beschermde diersoorten in het gevaar komen door bouwprojecten. Overheden verlenen met zo'n vergunning toestemming om beschermde diersoorten te doden, zoals vleermuizen of sommige vogels.
Het doden van beschermde dieren is normaal gesproken bij wet verboden. Maar als de maatschappelijke belangen groot zijn, mogen Rijk en provincie een ontheffing verlenen. Daarbij moet aangetoond zijn dat het doden van individuele dieren niet ten koste gaat van het voortbestaan van de soorten.
Nog geen groen licht
Deze uitspraak betekent nog niet dat de bouw van de turbines nu kan beginnen. Anderhalf jaar geleden vernietigde de hoogste bestuursrechter de vergunning voor het park, omdat omliggende huizen te veel last zouden hebben van slagschaduw en lawaai.
De initiatiefnemers hebben inmiddels gekozen voor een stillere rotor en meerdere huizen opgekocht. Daardoor zou het plan volgens de provincie Groningen en de gemeente Delfzijl nu wél voldoen aan alle spelregels. De Raad van State oordeelt hier later dit jaar over.
De zestien turbines krijgen een tiphoogte van maximaal 204 meter.
