Gevangen aan boord en geen zicht op aflossing

Kapitein Leo de Jong van de Lauwersborg in de haven van Pasaies in Spanje
Kapitein Leo de Jong van de Lauwersborg in de haven van Pasaies in Spanje © Eigen foto
Duizenden zeevarenden op schepen onder Nederlandse vlag zitten vanwege corona vast aan boord. Ze kunnen niet van boord en nieuwe bemanning kan niet worden ingevlogen. Twee Groningse kapiteins doen hun verhaal.
Wanneer kapitein Leo de Jong vanaf de brug van de Lauwersborg door zijn verrekijker de Noord-Spaanse havenplaats Pasaia in tuurt, ziet hij weinig leven op straat. Op de boulevard ontbreken de flanerende Spanjaarden en op de snelwegen rijdt amper een auto.
'Alles is volledig in lockdown', zegt De Jong. 'Begrijpelijk dat ook wij niet van boord mogen.' Begrijpelijk misschien, maar leuk is anders. De Jong is op 6 januari aan boord van de Lauwersborg gegaan en zou op 30 maart worden afgelost. 'Dat is inmiddels dus een maand langer.'   

Naar huis

Natuurlijk wil De Jong graag naar huis. 'Niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn vrouw en kinderen', zegt de zeeman in dienst van rederij Wagenborg. Thuis is in Opende, waar zijn vrouw is, een dochter van 17 en een zoon van 16.
'Er rust een zware taak op de schouders van mijn vrouw. Ze werkt in de zorg en moet alles alleen regelen. We zijn er allemaal op ingesteld dat ik na drie maanden weer thuis ben om samen dingen te doen en zodat ik zaken van haar over kan nemen.'
'Ik wil nu eigenlijk gewoon thuis zijn', vertelt De Jong. 'Wanneer je al drie maanden aan boord bent en dag in dag uit aan het werk bent, dan heb je het op een gegeven moment wel gehad.'

Zorg over zeelieden

Fatigue heet dat in zeemanstermen. Oververmoeidheid. Waardoor fouten worden gemaakt, de motivatie afbrokkelt en ook het teamgevoel onder druk komt. Zaken die je aan boord nou eenmaal niet kunt gebruiken, want het vergroot de kans op ongevallen.
'En als het mis gaat aan boord, dan gaat het vaak heel erg mis', zegt Marcel van den Broek van de vakbond van zeevarenden Nautilus. 'Dat is niet alleen een gevaar voor de mensen aan boord, maar ook voor het milieu bijvoorbeeld.'
Als het mis gaat aan boord, dan gaat het vaak heel erg mis
Marcel van den Broek - Zeevarendenbond
De zorg over de situatie van de zeelieden wordt internationaal gedeeld, want overal zitten zeevarenden langer dan gepland vast op hun schip. In Nederland heeft de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR) aan de bel getrokken. Geprobeerd wordt om samen met KLM luchtbruggen op te zetten zodat de zeelui naar huis kunnen. 'De onzekerheid is groot en dat breekt op', zegt Annet Koster van de KVNR.
Het gaat verspreid over de hele wereld inmiddels om 12.000 zeevarenden op schepen onder Nederlandse vlag die afgelost hadden moeten worden. Dat betreft behalve honderden Nederlanders ook zeelui van de Filipijnen, uit de Oekraïne, Rusland, Polen en een kleiner aantal uit andere landen.   

Geen horizon

Van den Broek van de vakbond voor zeevarenden: 'Op een gegeven moment is de energie er wel af en dan moet je afgelost worden. Een zeeman leeft naar die datum toe. Gaat aflossen niet door, dan wordt dat als zeer vervelend ervaren door de gemiddelde zeevarende. En nu is het nog erger omdat er geen horizon in zicht is.'
Het is precies die ongewisse situatie die het voor kapitein De Jong en zijn achtkoppige bemanning op de Lauwersborg lastig maakt. Nadat in de Spaanse haven rollen papier en cellulose zijn gelost, vaart De Jong met zijn schip nu naar Figueira da Foz in Portugal. Om meer papier te lossen en nieuwe lading in te slaan.
We krijgen in Portugal geen toestemming aan wal te gaan. Een tegenvaller, heel erg jammer
Leo de Jong - kapitein Lauwersborg
'De Portugese autoriteiten geven ons geen toestemming aan wal te gaan', laat De Jong weten. 'Dat is een tegenvaller. Ik vind het heel erg jammer.' Misschien ergens in Noord-Europa, hoopt De Jong, ergens in mei. Zekerheid daarover krijgt hij nu niet.
'Niks is zo vervelend als onzekerheid', zegt De Jong. 'Zo voel ík dat, maar zo voelt het voor thuis ook. Er is geen datum waar we naar toe kunnen leven.' De laatste keer dat De Jong zelf voet aan wal zette, was op 12 maart in Delfzijl, omdat de Lauwersborg er moest lossen.
Zijn vrouw kwam even aan boord en ze konden samen uit eten. 'We konden bijpraten en dat was goed. We leefden met het idee dat ik twee weken later thuis zou zijn, maar toen ging de hele boel op slot.'

Niks verdienen

Voor de twee Roemenen en de vier Filipijnen op de Lauwersborg is de situatie anders dan voor De Jong en de tweede stuurman, eveneens een Nederlander. 'Zij verdienen hier hun geld. Zolang ze aan boord zijn hebben ze een inkomen, waar vaak een hele familie afhankelijk van is. Zijn ze thuis, dan verdienen ze niks.'
Bij de ingang van de Saint Lawrence River in Canada, bij Baie Comeau, ligt de Tiberborg met Fred Reineking uit Termunterzijl als kapitein. Acht dagen achtereen worden er aluminium T-bars aan boord geladen. Dan vertrekt de Tiberborg naar Baltimore, weer lossen en laden en dan terug naar Canada. 'Half juni zijn we in Rotterdam. Dan hopen we mensen af te kunnen lossen.'
De Tiberborg aan de kade in Baie Comeau in Canada (Eigen foto)

Playstation

Voordat Reineking in Canada kon zijn vracht kon lossen dobberde hij met de vijftien man bemanning vier week lang voor anker in de monding van de baai. De Playstation en de pingpongtafel aan boord draaiden overuren, net als de karaokeset, waar de Filipijnse bemanning zich op uitleefde.
'De aluminiumfabriek draaide op halve kracht en onze lading had geen prioriteit', vertelt Reineking, die ook werkt voor rederij Wagenborg. 'Wij moesten dus gewoon wachten. Maar vier weken voor anker, dat wil je niet als zeeman.'
Van boord gaan was er niet bij. 'We komen hier vaker. We kennen daardoor gelukkig iemand aan wal die wat boodschappen zoals toiletartikelen voor ons kon halen.'
Vier weken voor anker, dat wil je niet als zeeman
Fred Reineking - kapitein Tiberborg
Begin maart kreeg Reineking van Wagenborg de mededeling dat coronaprocedures van kracht werden en dat mensen niet meer van boord mochten. De bemanning heeft sindsdien nog één keer naast het schip kunnen lopen, maar dat was het dan ook.

Bedreiging

Om besmetting op het schip zelf te voorkomen gelden strenge procedures. Kapitein Reineking: 'Op de wal zien ze een schip als een bedreiging. Maar voor ons is het juist andersom. Wij zijn aan boord vrij van besmettingen en er moet dus een heel goede reden zijn wil ik iemand toestemming geven op het schip te komen.' In de praktijk betekent het dat alleen de loods welkom is.
Ondanks het vele wachten en de onzekerheid over een thuisreis is de sfeer aan boord oké, verklaart Reineking. Hijzelf ondergaat het wachten tussen de stalen wanden lijdzaam.
'Ah joh, ik doe dit al veertig jaar. Als kapitein heb je als eindverantwoordelijke meestal niet eens de mogelijkheid om van boord te gaan, er is altijd wel wat. Maar voor de meeste jongens, vooral voor dat jonge spul, is het wel fijn om even aan wal stoom af te blazen.'
We zijn nog steeds één grote happy family
Fred Reineking - kapitein Tiberborg

Happy family

Reineking: 'Gaat het nog veel langer duren, dan voorzie ik dat het moeilijker wordt het moreel op peil te houden. Nu hoef ik er niet zoveel extra's voor te doen. We zijn nog steeds één grote happy family.'
Soms is het even lastig, zoals met een bemanningslid dat een aantal met corona besmette en zieke familieleden had. Reineking: 'Maar een zeevarende is nuchter, over het algemeen krijgt zoiets snel een plekje.'
Kapitein Fred Reineking van de Tiberborg en zijn crew (Eigen foto)