Meer dan duizend nieuwe schademeldingen in een week; aandeel Zijldijk relatief klein

© Jos Schuurman / FPS | Beeldbewerking RTV Noord
Het schadeloket van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG) heeft afgelopen week 1.005 nieuwe schademeldingen binnengekregen. Dat is aanzienlijk meer dan er gemiddeld per week aan nieuwe meldingen binnenkomt.
De TCMG schat in dat ongeveer tien procent van al die meldingen het gevolg is van de beving bij Zijldijk afgelopen zaterdag. Maar met volledige zekerheid aantonen welke melding is gebaseerd op een specifieke beving, is volgens het loket lastig. Niet bij elke melding wordt gerefereerd aan een specifieke aardbeving.

Na-ijleffect en berichtgeving

Het schadeloket vergelijkt de afgelopen week daarom met een week eerder en dan blijkt dat er ongeveer honderd extra schademeldingen zijn gedaan in het weekend. Minder dan de helft van die honderd extra meldingen komt ook daadwerkelijk uit de omgeving waar de beving gevoeld kan zijn. Het schadeloket ziet in een onlangs gepubliceerd onderzoek van de RUG een mogelijke verklaring.
'Zo wordt er direct na de beving schade gemeld, maar kan er later sprake zijn van een na-ijleffect. Daarbij kan berichtgeving over de beving ook direct leiden tot een ‘inhaalslag’ van schademeldingen op andere locaties buiten het effectgebied van die beving.'

Werkvoorraad groeit

De werkvoorraad van de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen blijft intussen groeien. In dit kalenderjaar is het aantal te behandelen schademeldingen met meer dan tweeduizend gegroeid. Het loket krijgt in 2020 wekelijks gemiddeld 744 nieuwe schademeldingen en weet er gemiddeld 623 per week af te handelen.
In bijna 95 procent van de gevallen leidt een schademelding ook tot een vergoeding. In totaal is er tot nu toe bijna 250 miljoen euro aan schadevergoedingen uitgekeerd.

Lees ook: