Jan Stalman, van Stadskanaal via Servië naar Donar

Jan Stalman (39) werd geboren in Wedde en groeide op in Stadskanaal. Kortom een echte Grunneger, voor wie het al snel om één sport draaide: basketbal. Hij beleefde een bijzondere tijd in Servië, deed aan bodybuilding en kwam onlangs terecht bij zijn jeugdliefde Donar, als assistent.
Stalman vertelt over zijn carrière, die hem op speciale plekken bracht. ‘Mijn moeder is geboren in Stadskanaal en mijn vader in Groningen en opgegroeid in Siddeburen en in Stadskanaal. Ik ben Nederlandstalig opgevoed, maar onderling praten ze Gronings en met mijn vader praat ik vooral Gronings, net als met mijn vrienden in Stadskanaal.’

BV Jahn II

‘Toen ik in Stadskanaal kwam, ben ik vrijwel gelijk op basketbal gegaan bij BV Jahn II. Ben Wiersema heeft het basketbal daar echt helemaal groot gemaakt. Hij was ook een van de beste jeugdvrienden van mijn vader. Van hem had ik mijn eerste basketbaltraining, op mijn achtste.’

‘Met ijszakken naar bed’

‘Toen ik twaalf, dertien was, ben ik ruime tijd geblesseerd geweest aan mijn knieën, een ‘jumpers knee’. Als klein ventje speel je daar gewoon mee door natuurlijk. Ik moest met ijszakken op mijn knie naar bed ‘s avonds. Met steunzolen ging het al een heel stuk beter. Daarna heb ik ook injecties gekregen in mijn knieën, die waren ontstekingsremmend en pijnstillend. Dat sloeg gelukkig aan bij mij.’

Bodybuilding

‘Maar ik wilde wel competitief blijven sporten, dus toen zei een vriend van mij: Kom op, we gaan naar de sportschool. Daar ben ik toen wel echt verslaafd aan geraakt. Ik begon daar op mijn achttiende mee en dat ben ik daarna naast mijn basketbal blijven doen. Ik vond het erg leuk en ik was erg fanatiek, dus ik leefde daar op een gegeven moment echt voor.’

Fotoshoots

‘Ik heb ook wel fotoshoots gedaan om het resultaat dat je behaald hebt vast te laten leggen. En toen zeiden ze wel dat ik klaar was voor wedstrijden, maar daar is het nooit van gekomen. Foto’s in de pers? Laat ik dat maar niet doen, haha.’

BV Groningen

‘Ik heb het CIOS (2001-2004) gedaan in Heerenveen en trainersdiploma’s gehaald. en daarna naar de ALO in Groningen, tot 2009. Daar ben ik weer begonnen met basketballen bij BV Groningen onder leiding van Bill Pijl. Dat was twee jaar in de hoofdklasse, het huidige vierde niveau. Het bodybuilden deed ik er naast toen.’
Jan Stalman als assistent van Tom Simpson bij BV Penta
Jan Stalman als assistent van Tom Simpson bij BV Penta © Boukje Lageveen

BV Penta

‘Toen kwam er een optie om in Drachten bij BV Penta te gaan basketballen, in de eerste divisie bij Tom Simpson. Daar heb ik nog twee jaar eerste divisie gespeeld (2008-2010) en vervolgens ben ik het tweede team gaan coachen (2010-2011) in de tweede divisie en werd ik assistent van Simpson bij het eerste team. Toen ben ik met mijn eigen team kampioen geworden in dat jaar, van de tweede divisie, en als assistent van het eerste divisie-team met Tom Simpson hebben we toen de finale om het kampioenschap verloren.’

RTC Noord

‘Na dat seizoen ging Tom terug naar Aris en werd ik gevraagd om bij het RTC Noord aan de slag te gaan. Dat was toen net opgericht, met Anjo Mekel als hoofdcoach van de academie (2011-2012). Toen was ik coach van de onder 16, en het jaar daarop werd ik coach van de onder 18. In die periode ben ik ook begonnen aan de Basketbal Trainer 4 cursus, voor het hoogste basketbaldiploma in Nederland. Anjo was toen mijn begeleider.’
Jan Stalman met Donar U20 met Anjo Mekel en Bart Prak
Jan Stalman met Donar U20 met Anjo Mekel en Bart Prak © Donar

‘Gouden periode’

‘Daarna ben ik overgegaan naar Donar onder 20 met Anjo. Hij had al een assistent-coach, Bart Prak. Ik werd tweede assistent. Via Bart zijn wij op trainingskamp naar Servië gegaan. In 2012 voor het eerst. Prak is tevens directeur van het Holland Nordic Basketball Tournament en hij heeft ontzettend veel contacten in het buitenland. Bart was zelf ook al drie maanden bij Rode Ster in Belgrado geweest en hij heeft de reis georganiseerd. Mijn tijd met Anjo en Bart was echt een gouden periode.’

Servië: ‘Walhalla van het basketbal’

‘We zijn daar de eerste keer een week geweest en toen hebben de jongens training gehad van de Servische coaches daar. En toen zei ik tegen Bart: Dit is basketbal. Dit is het Walhalla van het basketbal. Hier moet ik heen. Als je dat vergelijkt met Nederland, dan is dat zo’n groot verschil. Daarna heb ik samen met Bart het plan gesmeed om uiteindelijk daar te gaan werken.’
‘In 2015 heb ik daar een gesprek gevoerd met de directeur van de basketbal academie van Rode Ster Belgrado, en dat ging goed. Ik werd daar assistent bij de onder 17 en tweede assistent van de onder 19.’

‘Kinderen verdienen meer geld dan ouders’

‘Basketbal is in Nederland niet zo groot als je dat vergelijkt met Servië. In Servië heb je al jongens van 14 en 15, die hebben al een professioneel contract en die verdienen daar al bovenmodaal. Dus daar is jeugdbasketbal al professioneel. Die kinderen verdienen met basketbal al meer dan hun ouders bij elkaar met een gewone baan. Het is een heel arm land. Dat maakt ook dat ze mentaal heel sterk zijn. Eigenlijk zijn ze elke dag bezig met overleven. Je hebt daar geen zekerheid. Zij zijn heel sterk in het trotseren van onzekerheid en het omgaan met onvoorspelbare zaken die plots je het pad komen.’

‘Zo veel opties in Nederland’

‘Een jeugdspeler in Nederland, die wil wel basketballer worden, maar die heeft daarnaast nog allerlei vangnetten, om iets van zijn leven te maken. Je zit op basketbal, je zit nog bij een muziekvereniging en je gaat naar school. Dus als basketbal niks wordt, dan heb je je studie nog of je muziek. We hebben hier zo veel opties, dat de drang om daadwerkelijk te slagen in iets, minder groot is. Want als het niet lukt, dan val je terug op een basis.’

‘Druk is gigantisch’

‘Dat is in Servië niet zo, want als je daar dan niet in het basketbal slaagt, dan heb je niks. Dus de drive en de beleving is zo veel anders. Als daar verloren wordt, dan wordt er ook echt gehuild. Als je als coach twee wedstrijden verliest, dan sta je op straat, dus de druk is gigantisch. Daarom is het ook elke dag onder maximale druk presteren, alles op alles en niks aan het toeval overlaten.’

‘Ik leefde daar voor het basketbal’

‘Er zit een appartementencomplex aan de sporthal vast en daar leven die spelers. Dan heb je een kamer van vier bij vijf, daar staan twee bedden en twee bureautjes, een kledingkast en een douche, that’s it. Ik heb het eerste jaar in dat complex gezeten, het tweede jaar heb ik voor mezelf een appartementje opgezocht, vlak bij de sporthal.’
‘Dan word je ‘s ochtends om zes uur wakker, ik had om acht uur de eerste training van onder 17, daarna kwam de training van onder 19, dan ga je naar huis, ‘s middags om vier uur begint de eerste training weer, en om zes uur de tweede. Zo had je vier trainingen per dag. Ik leefde daar echt voor het basketbal.’
‘Als ik vrij was dan zat ik boeken te lezen over basketbal of was ik dingen aan het uitschrijven, of deed ik videoanalyses van een team. Ik heb daar natuurlijk heel veel basketbalkennis opgedaan. Het was kei-hard werken, maar het was echt heel bijzonder.’

‘Weergaloos, onbeschrijfelijk’

‘Het is ook zo bijzonder, omdat je zo in die wereld zit van presteren, en als het fout gaat, dan verlies je alles wat je hebt. Je baan, je zekerheid, je loon, noem maar op. Dus dat maakt de band die je met elkaar hebt, zo sterk. Ik heb nog dagelijks contact met die jongens en ik ga elk jaar nog naar Belgrado toe. Dat is weergaloos, onbeschrijfelijk, heel speciaal. In het begin is het heel afstandelijk. Je moet eerst respect afdwingen bij die jongens, en zodra dat er is, dan is het ook voor het leven.’
Stalman viert de titel met het U17 team
Stalman viert de titel met het U17 team © Crvena zvezda

EuroLeague vs NBA

‘Het eerste van Rode Ster speelt door de jaren heen altijd EuroLeague. Ik kijk ook eigenlijk alleen maar EuroLeague basketbal. NBA vind ik heel moeilijk om naar de kijken, want dat is gewoon, iemand dribbelt naar de overkant en gooit een driepunter. Ik mis in de NBA ook strijd. Er is ook veel meer contact in de EuroLeague, het is veel meer echt een gevecht. Dat zie je ook terug in het jeugdbasketbal, en dat is ook teambasketbal.’

Band met Rudez

‘Ik ben nog nooit in Kroatië geweest. Ik ben alleen maar in Servië geweest. Als ik met Ivan (red. Rudez, hoofdcoach van Donar) praat, dan hebben we het over basketbal in de Balkan. Als ik beschrijf hoe dat in Servië gaat, dan komt dat wel overheen met Kroatië. Mijn ervaringen daar in de Balkan, maakten wel dat er een connectie was tussen Ivan en mij. Ik heb dan misschien in een buurland gewerkt, maar qua beleving en werkwijze komt dat wel op hetzelfde neer.’

‘Putdeksel’

‘Als je ook kijkt naar de voorzieningen in Servië, dat is zo anders dan hier, bijvoorbeeld het internet. Negen van de tien keer als ik naar Nederland belde, dan kwam het gesprek niet tot stand. Ik had op een gegeven moment bedacht, dat als ik ergens op een putdeksel ging staan, dat ik dan het beste bereik had. Dus ik voerde mijn telefoongesprekken vanaf een putdeksel. Als iemand mij belde, dan appte ik terug met: Wacht, ik loop naar de putdeksel. Op een gegeven moment, was dat ook een begrip. Dan kreeg ik een appje: Loop even naar de putdeksel.’

Contact met NBA-spelers

‘Wat ik geweldig vond, dat waren die mensen zelf. Als je respect hebt afgedwongen, dan hoor je er helemaal bij. Dat vond ik heel warm en heel eervol. Je raakt ook in contact met spelers van het eerste en dan praat je gewoon met jongens die uiteindelijk in de NBA terecht komen. En ze zijn totaal niet arrogant.’
‘Zoals Marko Guduric (red. Memphis Grizzlies). Zijn broertje zat bij ons in het team in de jeugd. Ivica Zubac, een Kroaat die gedraft was door de Lakers en die speelt nu voor de Clippers. Die speelde voor Mega Leks in Belgrado. Maar die club had geen eigen trainingsfaciliteiten, dus die spelers maakten gebruik van het krachthonk van Rode Ster. Daar zat ik natuurlijk als ik een uurtje vrij had, te trainen. En dan maakte ik daar een praatje. En als coach heb je daar heel veel respect, meer dan in Nederland.’

‘Twintigduizend man zingen’

‘Wat verder speciaal is, is de beleving van het basketbal. Als je daar naar een wedstrijd gaat van het eerste, dan wordt daar voorafgaand, tijdens en na de wedstrijd aan één stuk door gezongen. Iedereen doet daar aan mee, twintigduizend man. Soms heb je daar Amerikanen in het publiek en die kijken alleen maar rond van: Wat gebeurt hier? Die beleving is zo enorm.’

Flatgebouwen in clubkleuren

‘Ook als je op straat loopt. Partizan en Rode Ster zijn natuurlijk de twee grote clubs en dat is haat en nijd. Als je dan in een Rode Ster-wijk zit, dan verven de bewoners van een flat de onderste verdieping in de kleuren van de club, rood-wit. Dus dan zie je zo een rij flats met de onderkant in het rood-wit. Dan rij je een andere wijk in en dan is de onderkant van de flat bijvoorbeeld zwart-wit, van Partizan.’

‘In Rode Ster kleding over straat, is vragen om problemen’

‘Soms als we een wedstrijd hadden, en ik had mijn Rode Ster kleding aan, dan werden we afgezet in het centrum, omdat we dan met het openbaar vervoer teruggingen naar het hotel. Het eerste wat we dan deden, was onder een viaduct onze kleding verkeerd om aantrekken, zodat het logo niet zichtbaar was. Want je kan niet met je Rode Ster kleding gewoon over straat. Dat is vragen om problemen. Zelf heb ik nooit problemen gehad, omdat je daar voorzichtig mee bent.’
Stalman viert de winst van het EuroLeague kwalificatietoernooi
Stalman viert de winst van het EuroLeague kwalificatietoernooi © Crvena zvezda

Tweede in EuroLeague

‘We hebben in 2016 trouwens, met de onder 19 ploeg, het ‘Adidas Next Generation Tournament’ gespeeld, dat is de EuroLeague voor jeugd. In dat jaar hebben wij helaas de finale verloren van Barcelona. In dat jaar verloren we ook de finales bij de U17 en U19 in eigen land. We werden wel kampioen in 2017 met het U17 team.’

Duitsland

Na zijn twee jaar in Servië, komt Stalman terecht bij Crailsheim Merlins in de ProA (2017-2018), het tweede niveau van Duitsland. Daar gaat hij aan de slag als ‘individueel skill and development coach’.
‘Ze hadden daar een onder 16 en een onder 19 team in de Bundesliga en binnen dat team had je een paar echte talenten. Die toptalenten kwamen dan bij mij en dan gaf ik ze één op één basketbaltraining. Het is heel goed om je een jaar lang alleen maar te richten op de techniek van het basketbal, maar ik wilde wel weer een team coachen. Die toekomst konden ze me niet geven bij Crailsheim, dus toen zijn we uit elkaar gegaan.’
Stalman bij de Crailsheim Merlins
Stalman bij de Crailsheim Merlins © Crailsheim Merlins

Badmeester

‘Ik ben toen terug naar Nederland gegaan, zonder baan, zonder geld, zonder huis. Dus ik dacht: Wat moet ik nou? Ik had als puber altijd op Vlieland gewerkt, en de zomer kwam er aan, dus ik heb toen bij mijn voormalige baas gewerkt. Ik ben daar toen in de zomer badmeester geweest.’

Feyenoord

‘Vervolgens ga je bellen. Ik heb toen ook wel contact met Donar gehad, maar alle plekken waren toen bezet. Ik ben nog achter colleges aangegaan in Amerika en heb een summercamp gedaan in Italië om mijn netwerk te vergroten. Toen ben ik naar Rotterdam gegaan, want een vriend van mij die directeur is van een basisschool bood mij daar een baan aan als gymleraar, en na twee weken zat ik al met Feyenoord om tafel.’

Van videoscout tot hoofdcoach

‘Ik werd eerst videoscout voor het eerste team en deed er nog een beetje jeugd bij. Rond de kerst ging de assistent-coach weg, dus toen werd ik assistent en in maart ging de hoofdcoach weg, dus toen werd ik hoofdcoach tot het einde van het seizoen.’
‘We moesten toen nog drie wedstrijden winnen om de play-offs te halen. Op een gegeven moment wonnen we thuis van Landstede, dat was heel bijzonder, en we wonnen de laatste twee wedstrijden (tegen Weert en Aris), dus zo hadden we ons geplaatst voor de play-offs, als nummer acht. Tegen Leiden waren we vervolgens kansloos.’
Jan Stalman op de bank bij Feyenoord Rotterdam
Jan Stalman op de bank bij Feyenoord Rotterdam © Luka de Kruijf/Orange Pictures

Coachen in MartiniPlaza: ‘Heel bijzonder’

Het afgelopen seizoen mocht Stalman namens Feyenoord voor het eerst coachen in MartiniPlaza, omdat hoofdcoach Toon van Helfteren met twee technische fouten werd weggestuurd. ‘Ja, dat was heel bijzonder. Mijn ouders zaten er bij en allemaal vrienden uit Groningen. Dat was een wedstrijd waarin we twintig punten achter stonden en we verloren met zes, dus ik wilde heel graag dat die wedstrijd nog een minuut langer had geduurd, haha.’
Stalman tekent bij Donar
Stalman tekent bij Donar © Donar

‘Telefoon op error’

Of Stalman ervan droomt om in de toekomst aan het roer te staan bij Donar als hoofdcoach?
‘Natuurlijk is het een droom om ooit hoofdcoach van Donar te zijn, maar laten we eerst dit maar eens doen. Ik ben nu aangesteld als assistent coach, dus nu niet al over later gaan praten. Eerst deze prachtige klus maar eens klaren. Als ik alleen al naar mijn telefoon kijk, die ging bijna op error, dat was niet normaal, zo veel reacties. We zien wel wat er over twee jaar gebeurt.’
‘Persoonlijk denk ik dat van assistent-coach bij Donar naar hoofdcoach bij Donar, dat daar nog een stap tussen zit. Donar is de grootste club van Nederland. Ik denk dat het dus het beste is om eerst bij een ander team hoofdcoach te zijn.’

‘Balkan spirit’

Stalman kijkt hoe dan ook uit naar de komende seizoenen, waarin hij weer de clubkleding mag dragen van Donar. ‘Wat voor mij natuurlijk geweldig is, ik heb nu weer 24/7 tijd voor basketbal en dat is fantastisch. Ik verwacht dat het een geslaagd seizoen wordt met een echte Balkanspirit. Ik vind die Balkanmentaliteit heerlijk.’