Door de mand: Kees Vlietstra denkt terug aan zijn eerste interland

Kees Vlietstra
Kees Vlietstra © RTV Noord
Ex aan de lijn. Ze was gebeld door de mentor van onze jongste zoon. Die was namelijk weer eens niet aanwezig geweest bij een klassikale online les. Dat kon natuurlijk niet in deze coronatijd.
Mentor had jongste zoon gebeld. Waar hij was. Waarop zoonlief had geantwoord: Ik kon het lokaal niet vinden.
Weet niet hoe ik moet reageren. Het werd een teleurgestelde glimlach. Tja. Zoonlief had met deze smoes een variatie bedacht op zijn absentie in de online les in de eerste week van de school lockdown. Toen was het: ik ben eruit gestuurd.
Wat te doen als opvoeder in zo'n situatie? U mag het best weten: ik wist het toen niet en nu nog steeds niet. Ik doe maar wat. Eigenlijk kamp ik met dezelfde onzekerheid waarmee premier Mark Rutte Nederland door de corona crises probeert te gidsen. Ik word geacht mijn zoon op te voeden. Rutte probeert dat met alle Nederlanders. Met 50 procent van de kennis, moeten we 100 procent van de besluiten nemen. Wist ik maar 50 procent.
In een interview in de zaterdageditie van Trouw zegt hoogleraar virologie Marion Koopmans, lid van het OMT, op de vraag of ze er vertrouwen in heeft dat Nederland zich aan de versoepelingen gaat houden: 'Je móét mensen vertrouwen, vind ik. Opleggen, afdwingen, verbieden, bestraffen: ik ben daar geen voorstander van, ook niet als burger en als ouder.'
De virologe heeft gelijk. Je moet als vader uitgaan van vertrouwen. Vertrouwen dat jongste zoon uiteindelijk het licht gaat zien en zich meldt voor de online lessen. Vertrouwen geven, niet afdwingen, niet bestraffen. Vertrouwen geven. Ik denk terug aan het gesprekje dat ik had met mijn jongste zoon na afloop van telefoongesprek met ex. Luister vriend, je gaat verdomme nu heel snel inloggen anders pak ik je mobiel af en kom je een week niet naar buiten. Jongste zoon was niet onder de indruk. Wat loop je nou weer te stressen pap. Ik kan niet inloggen. Het is vakantie.
Ik heb de krant uit. Het sportkatern bestaat uit twee pagina's. Geen sport, geen nieuws. De Voetbal International dan? Een interview met Romano Denneboom. De oud-speler van onder andere Heerenveen, N.E.C. en FC Twente vertelt over zijn eerste én enige interland. Dat hij gespannen was voor zijn eerste interland. Je zit wel met namen in de kleedkamer. Van Bommel, Van der Sar, Davids, Sneijder, Van Hooijdonk... Andere koek. Je wilt dan toch indruk maken op die gasten, hè, dus trok ik mijn duurste kleding aan en ben maar niet met de Toyota van de club naar Huis ter Duin gereden.
Die Romano. Heerlijk eerlijk. Leg de VI weg en denk aan mijn eigen eerste interland. Aan mijn kleding, mijn auto van de club, mijn invalbeurt. Zaterdag 23 oktober 1993, Dordrecht. 'Nou, tot hier en niet verder,' zei Taco toen hij de auto zo'n beetje ín de draaideur van het hotel parkeerde. 'Succes Keessie, enne, gewoon gaan warmlopen voor de neus van die Harry Dassen. Kan ie niet om je heen. Tot morgen.'
Ik stapte zenuwachtig van de achterbank. Gooide gespeeld nonchalant mijn sporttas over mijn schouder en wandelde naar de ingang van het hotel. Ik had in die tijd een auto noch een rijbewijs, dus werd ik keurig gebracht door mijn teamgenoten Taco en Mike.
Mijn eerste interland. Taco gaf een dot gas en scheurde achteruit de parkeerplaats op. Mijn broertje hing half uit het raampje naast de bestuurder. 'Succes broertje, en doe de groeten aan Jiska en hoe heet die andere lekkere blonde ook al weer?'
Ik deed net of ik hem niet hoorde. Een meter voor me liep Jacqueline Poley, speelster van Deetos en Oranje. Ze glimlachte. We stapten samen de lift in. We waren de enigen. Jacqueline keek naar de lampjes van de verdiepingen. Mijn blik ging via de spiegel naar mevrouw Poley. Wat een verschijning. Strak in de kleertjes. Ze gunde míjn nieuwe Edwin spijkerbroek geen blik waardig. Nadat we de kamerindeling hadden gehoord (geen Jiska of Jacqueline bij mijn debuut, ik moest het doen met Benno Landkroon als roomie) hadden we een teambespreking onder leiding van 'die' bondscoach Harry Dassen. Harry uit Steenwijk. En toen vroeg onder de wol. Een dag later stond immers de Derby Der Lage Landen op het programma; Nederland-België, veldkorfbal. Op gras.
Zondag 24 oktober 1993. Veld van TOV, Dordrecht. Interland. De Belgen werkten hard en Nederland was slordig de eerste helft. Het was koud op de bank. Na een kwartier in de tweede helft had ik het wel gehad. Ik volgde het advies van Taco op. In beeld komen bij de bondscoach door pontificaal warm te gaan lopen voor de bank. Heen en weer. Ondertussen scoorde Hans Leeuwenhoek tweemaal. Vooral zijn tweede was een beauty. Hans complimenteerde zijn vakmaat, Oscar Mulders voor de assist door een rondje te maken met zijn duim en wijsvinger.
De bondscoach was niet gediend van dit soort overdreven gebaren. 'Vlietstra! Lopen!', riep hij naar de bank. Twee seconden later stond ik naast hem en had ik mijn trainingspak al uit. 'Wat een misselijke gebaartjes hè trainer. Ze zijn allemaal hetzelfde hier in het westen. Ik zou hem wisselen', zei ik terwijl ik wat strekoefeningen deed. 'Ik gooi die pot wel even op slot voor je. Krijg je geen spijt van.'
Twee minuten later maakte ik mijn debuut in Oranje. Ik keek naar Taco en mijn broer die aan de zijlijn hun vuisten balden. Dat gaf me vertrouwen.
Aanvoerder Oscar Mulders keek me verbaasd aan toen ik het aanvalsvak in kwam lopen.
'Wat doe jij hier?'
'Ja, ik snap er ook niks van', begon ik. 'Ik zou Hans ook nooit wisselen maar nu ik hier toch ben; zullen we er het beste van maken?'
Inmiddels scoorden de Belgen een goal in het andere vak. 'Geef mij de bal maar, ik joekel hem er wel even in,' riep ik naar Oscar toen de bal onze kant op kwam. Wat schieten betreft hanteerde ik al mijn hele carrière dezelfde strategie. De eerste bal schoot ik altijd van heel ver. Kon daar geen buil aan vallen. Was het schot mis dan vond iedereen dat logisch, het was immers wel van heel ver. Als het verre afstandsschot echter een voltreffer werd dan was ik dé man.
'Wat kan die gozer schieten zeg', hoorde je het dan gonzen. Dat deed ik dan ook in mijn eerste interland. Mega ver, tegen de zon in. BAM!
Tijdens de vakwissel schreeuwde de bondscoach: 'En nu verdedigen Vlietstra, blijf tussen de paal en je jongetje.'
Taco en Mike waren ook aan het schreeuwen. Met een glas bier in de hand. Ik deed net of ik ze niet hoorde. Mooie tijd. Terug naar de onze. Maandag mogen we eindelijk weer trainen met de selectie van mijn geliefde korfbalclub Nic. Ook een soort van eerste keer. Zin in om die gasten weer te zien. Doe mijn mooiste kleren aan en ga op de fiets heen. U bent niet welkom. Er zijn geen kaarten.