Deze dag: de oorlog begint in Groningen

Het monument ter nagedachtenis aan de Slag bij Heiligerlee
Het monument ter nagedachtenis aan de Slag bij Heiligerlee © RTV Noord
Het was een memorabele veldslag, waarbij de Oranjetroepen de Spanjaarden met behulp van een krijgslist een zware nederlaag bij Heiligerlee toebrachten. Het gebeurde in de avonduren van de 23ste mei 1568. Hier, op deze dag, begint de Tachtigjarige Oorlog tegen de Spanjaarden.
De prijs voor de overwinning is hoog. De jonge graaf Adolf, de jongste broer van Willem van Oranje, voert met een andere broer, Lodewijk van Nassau, de prinsgezinde troepen aan. Tijdens de schermutselingen slaat het paard van Adolf op hol. Hij komt tussen de Spaanse linies terecht en wordt gedood, 27 jaar oud.
Eigenlijk wilde het Oranjelegertje zich op deze dag al opmaken om te overnachten. Ze waren vanaf Appingedam opgejaagd door de Spaanse soldaten. Dan komen ze terecht op voor Lodewijk bekend terrein. In de vlakte bij Heiligerlee bevinden zich drie heuveltjes. Een grote waarop het klooster Mons Sinaï heeft gestaan en twee kleinere, die nu Napels heten. Tussen die heuvels zat het vol kuilen, waar turf was gewonnen. Bovendien was het drassig gebied. Langs de rand van de heuvel liep een weg, de huidige Provinciale weg.
Lodewijk slaagt er in de vijand in de late avond naar dit gebied te lokken. Daar lopen de zwaarbewapende Spanjaarden vast in de modder. Het is prijsschieten voor de oranjehuurlingen die zich in greppels, turfkuilen en achter houtwallen hebben verschanst. Naar schatting vijftienhonderd Spanjaarden laten het leven, tegenover niet meer dan enige tientallen huurlingen die vochten voor de prinsen van Nassau.
Een bitterzoete overwinning, vanwege de dood van graaf Adolf. Maar ook de man die de Spanjaarden aanvoert, graaf Aremberg, laat in de slag het leven. Die avond liggen de twee gesneuvelde aanvoerders samen opgebaard in de kloosterkerk van het nonnenklooster Mons Sinaï. Van daaruit zou Adolf zijn begraven in Midwolda en later overgebracht naar de grote kerk van Emden.
Een andere bron meldt dat Adolf later is bijgezet in het kasteel te Wedde. En van daar zou hij zijn overgebracht naar een stamslot in Oost-Friesland. Welk? Niemand weet het. Niemand weet waar zich de stoffelijke resten van de Oranjeprins precies bevinden.
Lammert Doedens, historicus bij het Gronings Universiteitsmuseum, is al een half leven op zoek naar het graf van Adolf. Dat mysterie heeft inmiddels geleid tot een internationale zoektocht, waarbij antropoloog Birgit Grosskopf (universiteit Göttingen) en theoloog Ralph Hennings (universiteit Oldenburg) zich hebben aangesloten.
Nog vorige maand werd Oranje-dna, afkomstig van een oudere broer van Adolf, vergeleken met stoffelijke resten, gevonden in een graf in Oldenburg. Het leverde geen match op. Niet getreurd, want Doedens heeft nog een andere optie. In de kerk van Norden bevindt zich een onbekend graf, dat van Adolf zou kunnen zijn: ‘Die mogelijkheid heb ik jaren geleden al eens overwogen; nu gaan we het onderzoeken’.
Zodra de corona-omstandigheden het toelaten, uiteraard. En als dat niets oplevert, wil hij met de stofkam door de brieven gaan, die bewaard zijn gebleven en die zijn geschreven door de moeder van Adolf. Wellicht is daarin nog een belangrijke aanwijzing te vinden.
Dat alles om de stoffelijke resten terug te vinden van de jongeman die sneuvelde bij Heiligerlee. De slag die het begin van de Tachtigjarige Oorlog markeert. Die Willem van Oranje de overtuiging gaf dat de opstand tegen de koning van Spanje gewonnen kon worden. En die werd uitgevochten op deze dag in de geschiedenis, de 23ste mei 1568.