Groningse bioloog steekt thermometer in bloemen: 'Ze zijn warmer dan de omgeving'

Casper van der Kooi tussen de bloemen
Casper van der Kooi tussen de bloemen © Steven Radersma/RTV Noord
Bloemen blijken hun temperatuur zelf enigszins te kunnen regelen om daarmee de kans op succesvolle voortplanting te vergroten. In Groningen wordt daar onderzoek naar gedaan.
‘Kijk’, zegt bioloog Casper van der Kooi, terwijl hij een dun staafje, verbonden aan een thermometer, in de kern van een boterbloem drukt, ‘hier binnenin is het 23,6 graden. Dat is ongeveer een graad hoger dan de omgevingstemperatuur.’
We lopen door een strook groen aan de rand van het Kardingebos bij Groningen. Insecten zoemen om ons heen. Onze voeten staan in het groen, tussen klaver, madelief , wikke, fluitekruid en boterbloem. Om die bloemen is het dr. Van der Kooi te doen.
Boterbloemen
Boterbloemen © Casper van der Kooi/Rijksuniversiteit Groningen

Chemische processen

Hij doet onderzoek naar de manier waarop bloemen met temperatuur omgaan. Waarom is dat belangrijk?
‘Binnen een bloem zitten de voorplantingsorganen van een plant’, legt Van der Kooi uit. ‘De ontwikkeling van de zaden, van het stuifmeel, zijn chemische processen die sterk temperatuurafhankelijk zijn.’
Hoe warm is een bloem?
Door te meten heeft de bioloog vastgesteld dat er soms wel vijf tot zes graden verschil kan zitten tussen de temperatuur in de bloem en de omgevingstemperatuur. ‘Op zo’n dag als vandaag, als het 23 graden is, is het verschil niet groot, en dat hoeft ook niet. Maar als het tien graden is en binnen in de bloem is het 15 à 16 graden maakt dat wél een groot verschil.'

Insecten blijven langer

Die warmte is niet alleen belangrijk voor de ontwikkeling van de voortplantingsorganen, er is nog een groot voordeel, zegt Van der Kooi: ‘Als een bloem warmer is dan zijn omgeving trekt hij meer insecten aan. Insecten kunnen niet, zoals wij, hun eigen warmte maken. Die moeten het hebben van hard vliegen en voedsel. Als een bloem voedsel biedt en ook nog eens lekker warm is, dan blijft een insect langer op zo’n bloem zitten. En dat is uiteindelijk weer in het voordeel van de plant, want het insect neemt dan meer stuifmeel mee.
Boterbloemen
Boterbloemen © Steven Radersma/RTV Noord

Efficiënt omgaan met de zon

Maar hoe krijgt een bloem het voor elkaar om warmer te zijn dan zijn omgeving? ‘Bijvoorbeeld door efficiënt om te gaan met de zon’, zegt de Groningse bioloog.
‘Neem bijvoorbeeld de madelief’ vervolgt hij. ‘Dat is een bloem die iedereen wel kent. De madelief heeft twee strategieën: overdag volgt hij de zon om maximaal warmte te winnen, en ’s nachts gaat hij dicht om de warmte vast te houden. Paardenbloemen doen dat bijvoorbeeld ook, net als boterbloemen. Dat doen ze vooral als ze net open zijn, de eerste dagen. Dan zijn ze het meest vruchtbaar en is er de meeste nectar.'

Voedselvoorziening

Maar hoe komt het dat Van der Kooi zo geïnteresseerd is in de temperatuurhuishouding van een bloem, vraag ik me hardop af terwijl we verder lopen door het gras. ‘Aan de ene kant wil ik gewoon weten hoe het zit’, zegt Van der Kooi. ‘Fundamentele interesse dus. En voor onze voedselvoorziening zijn we afhankelijk van bestuiving door insecten. Dan is het belangrijk om te weten hoe die interactie werkt’.