Uniek dna-onderzoek tweelingen in verkrachtingszaak Schipborg nog niet mogelijk

Langs dit pad in Schipborg werd de vrouw verkracht
Langs dit pad in Schipborg werd de vrouw verkracht © Opsporing Verzocht
Een nieuwe methode van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) om verschillen te ontdekken in het dna van eeneiige tweelingen, kan nog niet worden ingezet in de verkrachtingszaak Schipborg.
Een 26-jarige man uit Zuidlaren wordt ervan verdacht dat hij op 6 juli vorig jaar een 76-jarige vrouw verkrachtte in het natuurgebied Strubben/Kniphorstbosch bij Schipborg. De verdachte ontkent.
Het dna dat op de vrouw is gevonden zou net zo goed afkomstig kunnen zijn van zijn eeneiige tweelingbroer, zo is zijn redenatie. Hij was die middag met vrienden aan het sleutelen aan een crossauto. Die vrienden zijn gehoord, maar de verklaringen komen niet overeen met het verhaal van deze verdachte.

Kenmerken gekoppeld

Het slachtoffer repte direct na het incident over een typisch loopje van haar aanvaller. Ook beschreef zij een geparkeerde auto bij het natuurgebied waar zij wandelde en werd verkracht. De beschrijving van de wagen zou overeenkomen met de auto waarin de verdachte rondreed.
Volgens Ubo van Ophoven, de advocaat van de verdachte, zijn deze opvallende kenmerken (het loopje en de auto) vanaf het begin af aan gekoppeld aan de verdachte. Zijn broer had volgens het Openbaar Ministerie (OM) een sluitend alibi.

Nieuw dna-onderzoek

De rechtbank besliste begin april dat via de rechter-commissaris moest worden achterhaald of de tweelingbroer wil meewerken aan dit nieuwe dna-onderzoek. De broer is geen verdachte in de zaak en daarom is hiervoor zijn toestemming nodig.
In het buitenland is een dergelijk onderzoek wel eens gedaan. In Nederland nog niet. Tot dusver is altijd van uitgegaan dat het dna van eeneiige tweelingen identiek is.

Bouwstenen

Een dna-molecuul bestaat uit twee strengen die door middel van bouwstenen als een wenteltrap aan elkaar zijn gekoppeld. De erfelijke informatie ligt besloten in de volgorde van die bouwstenen. En die volgorde is voor iedereen weer anders. Maar niet voor eeneiige tweelingen.
Toch is het mogelijk gebleken om kleine verschillen op te sporen. Dit zijn een soort kopieerfoutjes die tijdens de ontwikkeling van de persoon zijn ontstaan. Dit opsporen is een kostbaar proces dat niet altijd tot een resultaat leidt.

'Hoe nu verder'

Tot dusver heeft de rechter-commissaris één keer contact gehad met de tweelingbroer. Die liet toen weten dat hij hierover moest nadenken. Ondanks meerdere pogingen is daarna geen contact meer geweest.
De rechtbank buigt zich donderdagmiddag opnieuw over de kwestie. De zaak wordt dan opnieuw niet inhoudelijk behandeld. Het dna-onderzoek komt dan wederom aan de orde.