'Wat er zo mooi is aan Veteranendag? Je hoeft elkaar niet te vertellen hoe het zit'

De veteranen van links naar rechts: Aalderik van Bruggen, Gert Holtjer en Michel Penninga
De veteranen van links naar rechts: Aalderik van Bruggen, Gert Holtjer en Michel Penninga © Jard Rusticus/RTV Noord
Het is Veteranendag, maar ook die wordt dit jaar anders gevierd dan andere jaren door de coronacrisis. Wij spraken drie veteranen die lid zijn van de Facebookgroep Stichting Dutch Military Veterans. Zij praten over hun missie(s), hoe die hun leven hebben beïnvloed en hoe zij Veteranendag beleven.
In 1995 werd Michel Penninga, toen 22 jaar, als dienstplichtige door de VN uitgezonden naar het voormalig Joegoslavië. Hij diende als blauwhelm-chauffeur in verschillende konvooien. Hij reed met personeel, voedsel, water en brandstof van centraal Bosnië naar Kroatië en terug.
In 1979 werd Gert Holtjer, toen 19 jaar, als dienstplichtige uitgezonden naar Libanon als TLV-schutter. Een TLV is een draagbaar anti-tankwapen dat vergelijkbaar is met een Amerikaanse bazooka. Op post 720 liep hij patrouilles van één à twee dagen. Hij wierp wegblokkades op om auto’s te controleren op wapens, munitie of springstof en hielp mee met het ontwapenen van de PLO en het Zuid-Libanese Leger van Haddad.
Aalderik van Bruggen is twee keer op uitzending geweest als beroepsmilitair. In 1995 was hij 23 jaar en zat hij tijdens de Val van Srebrenica in de trein richting het vliegveld om als infanterist-boordschutter op een pantservoertuig uitgezonden te worden naar het voormalig Joegoslavië. In 2000 ging Aalderik terug als chauffeur van SFOR 8 onder leiding van de NAVO.
Op Veteranendag spraken wij drie veteranen over hun missies
We kregen van tevoren een filmpje te zien over Libanon; het enige dat ontbrak was het telefoonnummer van een reisorganisatie
Veteraan Gert Holtjer

Wat heeft de meeste indruk gemaakt tijdens jullie missies?

Voor alle drie de veteranen zijn de destructie, armoede en ellende dingen die ze niet vergeten.
Gert: ’We kregen van tevoren een filmpje te zien over Libanon. Daar waren onze ouders bij in de filmzaal. Ik denk dat de meeste Libanon-veteranen het wel met mij eens zijn: wat enige dat ontbrak was het telefoonnummer van een reisorganisatie. De werkelijkheid was namelijk totaal anders toen we in Beiroet aan kwamen.’
Aalderik: ‘De ellende onder de bevolking, de armoede, de honger, het verdriet en de pijn. Mensen die totaal uitgeput het vluchtelingenkamp binnen kwamen en de volgende ochtend in een bodybag weer eruit gehaald werden.’
Michel: ‘Hoe het in de lieve vrede mogelijk is dat mensen zo lelijk tegen elkaar kunnen doen'. Dat ze zulke wreedheden kunnen begaan, omdat de één denkt dat die beter is dan een ander.’
De mannen zijn ook trots op wat ze tijdens hun missie gedaan hebben. Aalderik: ‘Als boordschutter zie je heel veel. Ik ben trots dat wij de beveiliging hebben gedaan tijdens de vredesbesprekingen tussen de VN en de strijdende partijen. Het is toch een stukje meehelpen aan de vrede.’
Gert: ’Er was natuurlijk een verschrikkelijke burgeroorlog. Ik kan wel zeggen: dankzij ons werd dat een beetje getemperd. Er waren nog wel aanslagen her en der natuurlijk, maar de VN heeft een heel grote bijdrage geleverd aan de vrede in Libanon.’

Hoe beïnvloedt dat je dagelijks leven?

De ervaringen die de veteranen hebben opgedaan, hebben hun sporen nagelaten. Van de drie veteranen kregen twee vele jaren later last van psychische klachten.
Als ik het vliegveld van Tuzla zie, dan heb ik nog steeds het idee dat daar de vluchtelingen zitten
Veteraan Aaldrik van Bruggen
Aaldrik kreeg elf jaar na dato klachten. Hij kreeg een black-out tijdens het rijden in een vrachtauto en veroorzaakte een ongeluk. ‘Dan blijk je toch wat over te hebben gehouden aan de uitzending. De wisselende stemmingen, angst, paniek, slecht slapen, nachtmerries, flashbacks, dat soort dingen. ‘Ik zit nog steeds in 1995 qua gedachtegang. Ik zie soms beelden en dan heb ik het idee dat alles nog hetzelfde is. Als ik het vliegveld van Tuzla zie, dan heb ik nog steeds het idee dat daar de vluchtelingen zitten, terwijl ik weet dat het niet meer zo is.’
Ook Gert Holtjer kreeg op latere leeftijd psychische klachten. 'Ik kan mij nog wel herinneren dat ik vroeger met de kinderen in het bos liep en dat ergens in de verte een plastic zak lag. Het zweet brak mij uit. En waarom? Er kon wel een bom in zitten.’
In 2005 wordt Gert zeventien maanden opgenomen in het ARQ Centrum’45 in Oegstgeest, het landelijke centrum voor complexe psychotraumaklachten en traumabehandeling. ‘Daar zaten ook mensen die de Tweede Wereldoorlog hadden meegemaakt. Verzetsstrijders, Indië-gangers, maar ook mensen van recente oorlogen. Jongens en meisjes van 20 jaar die een beste klap hebben gehad van een uitzending.

Wat heb je mee teruggenomen van de missie voor jezelf?

Michel: ’Dat er ook mensen zijn die wel om elkaar denken. Er is een man, die blijft mij altijd bij. Een oudere man, opa noemde ik hem. Die woonde in een dorpje en altijd als we daar langsreden, gaven we hem een plastic zak met wat eten en drinken en hij verdeelde dat onder de mensen. Ik heb wel eens gehoord dat er in de Tweede Wereldoorlog grote bedragen werden gevraagd voor een aardappel als mensen van ver kwamen en deze man besloot om het uit te delen.’
Gert: ‘Dat je met heel weinig wel tevreden kan zijn. Ik denk dat dat wel één van de belangrijkste dingen is. Het is tegenwoordig allemaal ikke, ikke, ikke, maar ik heb ook de andere kant gezien. Ik heb ook gezien wat bittere armoede is. Dat mensen vochten om een beetje water of een stukje brood. Kinderen vochten om een klein beestje dat ze wilden bakken. Dat die kinderen elkaar in de haren vlogen, omdat het niet eerlijk werd verdeeld omdat er verder geen eten was.’

Hoe beleef jij Veteranendag?

Aalderik: ‘Ik was moed aan het verzamelen om naar het Malieveld in Den Haag te gaan. Dat ik met de jongens mee ging (Michel en Gert). Maar die bijeenkomst gaat dit jaar niet door vanwege de coronacrisis. Voor de rest doe ik er niet veel aan. In de tuin genieten van de zon in het zwembad.’
Michel: ‘De laatste acht jaar doe ik mee aan Veteranendag. Meestal gaan we naar Den Haag met een heleboel mensen van de Dutch Military Veterans. Ik heb een paar keer het defilé gelopen. Gewoon bij elkaar zijn, even ouwehoeren, potje bier. Wat er zo mooi is aan Veteranendag? Je hoeft elkaar niet te vertellen hoe het zit. Dit jaar is het anders. Het is er niet, het mag niet. Dus ik ga morgen op vakantie.’
Gert: ’Misschien dat ik even naar de televisie ga kijken, (speciale uitzending van de NOS om 12.45-13.50 uur, red.) maar misschien ga ik ook wel vissen. Ik vind het jammer dat Veteranendag niet door gaat. Ik begrijp het, maar vind het heel jammer dat het niet door gaat en zeker de grote Veteranendag in Den Haag, want daar kijk je toch een jaar naar uit. Gewoon de rit er naartoe is al verschrikkelijk gezellig. Ook als je met een hele oude veteraan praat uit de Tweede Wereldoorlog of uit Indië; gewoon even gezellig kletsen. Die man weet wat ik heb meegemaakt. Ik weet wat hij heeft meegemaakt. Misschien niet precies de details, maar we kennen elkaar. Vrienden voor het leven, terwijl je misschien maar tien minuten met elkaar hebt gepraat.’
Waarom moet het altijd over jezelf gaan? Hou eens rekening met elkaar
Veteraan Michel Penninga

Wat zou je aan anderen willen doorgeven?

Gert: 'Wees tevreden met wat je hebt. We leven wel in een land waar alles goed geregeld is. Ik denk dat mensen zich eigenlijk druk maken om niks. Soms kunnen mensen kwaad worden als ze lang moeten wachten in de winkel of als het bruin brood uitverkocht is, maar dan denk ik: dan eet je toch wit? Wees blij dat er brood is of pak een roze koek'.
Michel: 'Waarom moet het altijd over jezelf gaan? Hou eens rekening met elkaar. Je kan zo veel voor een ander betekenen.'
Aalderik: 'Wees lief voor elkaar en blijf jezelf. Laat de vrijheid zoals het is en geniet ervan. Dat is het allerbelangrijkste. Wees lief voor jezelf en voor een ander.'