Nieuwe donorwet van kracht: ‘Overheid heeft geen oordeel over je keuze’

Een brochure over het nieuwe donorregister
Een brochure over het nieuwe donorregister © ANP
Vanaf vandaag is de nieuwe donorwet van kracht. Wat verandert er precies? Wat blijft hetzelfde? En wat betekent dit voor jou?
Donor zijn betekent dat je na je overlijden een of meerdere organen ter beschikking stelt, zodat iemand ze kan krijgen die ze op dat moment hard nodig heeft. In het donorregister kun je aangeven of je orgaandonor wilt zijn of niet.
‘Wat hetzelfde blijft is dat je nog steeds je eigen vrije keuze kunt maken’, zegt Els Maeckelberghe, universitair hoofddocent Medische Ethiek bij het UMCG. Dat wil zeggen: je kunt aangeven dat je donor wilt zijn, dat je dat niet wilt zijn, dat je de beslissing aan partner of familie overlaat óf dat een door jou gekozen ander persoon de keuze maakt. ‘Dat was zo, dat is nog steeds zo.’
Als je je niet registreert betekent dit dat je in principe geen bezwaar tegen orgaandonatie hebt
Els Maeckelberghe - ethica UMCG

Geen keuze, geen bezwaar

Er verandert alleen iets als je je niet registreert bij het Donorregister. ‘Voorheen was het zo dat de overheid dat opvatte als dat je geen toestemming voor orgaandonatie geeft. Vanaf vandaag betekent dit dat je in principe ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’ hebt. Dat komt dan in het donorregister achter jouw naam te staan.’
In het geval van overlijden gaan de artsen overigens nog steeds met de nabestaanden in gesprek. ‘De wet geeft aan dat bij geen bezwaar in principe ook de familie accepteert dat de overledene geen bezwaar heeft tegen donatie. Maar als de familie in gesprek met de arts aannemelijk kan maken dat de overledene geen donor had willen zijn, dan is er een uitzondering mogelijk.

Eerst brieven

Overigens staat ‘geen bezwaar’ niet zomaar achter je naam als je nog niet ingeschreven staat. Vanaf 1 september verstuurt de overheid brieven aan alle Nederlanders die nog niet staan ingeschreven in het donorregister met de vraag of zij alsnog hun keuze willen maken. Doen ze dat niet, dan krijgen zij na zes weken een tweede brief.
Je houdt altijd de mogelijkheid om je keuze te wijzigen
Els Maeckelberghe - ethica UMCG
Als er dan nog niets is ingevuld, wordt dit geïnterpreteerd als ‘geen bezwaar tegen orgaandonatie’. Daarover krijg je ook weer een brief. Maeckelberghe benadrukt dat hoe je geregistreerd staat in het donorregister nooit definitief is. ‘Ook nu blijft altijd de mogelijkheid om je keuze te wijzigen.’

Van individu naar solidariteit

Waar de oude donorwet volgens de ethica vooral uitging van het individu, zet de nieuwe wet meer in op solidariteit. ‘Het kan iedereen overkomen dat je op een gegeven moment een donororgaan nodig hebt. Met deze wet leg je meer nadruk op het grote goed, op het grotere belang en dat je daar solidair mee bent.’
De nieuwe donorwet spreekt geen enkel moreel oordeel uit over de keuze die je maakt
Els Maeckelberghe - ethica UMCG
Voorheen moest je actief aangeven dat je solidair wilt zijn met groepsbelang. Nu moet je volgens Maeckelberghe actief aangeven als je een andere afweging maakt. ‘Maar', benadrukt ze heel stellig, 'de nieuwe donorwet spreekt geen enkel moreel oordeel uit over de keuze die je maakt.’ Dat blijft als het aan haar ligt ook zo.

Geen 'voor wat, hoort wat'-principe

Er zijn mensen die vinden dat, als je geen donor wilt zijn, je zelf ook geen recht hebt op donororganen. Maar daar wil Maeckelberghe niets van weten. Volgens haar is het ‘voor wat hoort wat’-principe niet de juiste manier om naar orgaandonatie te krijgen.
Ook iemand die geen orgaandonor is, heeft evenveel recht op een orgaan.
Els Maeckelberghe - ethica UMCG
‘Ik pleit er altijd voor om barmhartig te zijn. Daar kan het zijn van orgaandonor bij helpen. Maar ook iemand die geen orgaandonor is, heeft evenveel recht op een orgaan. Als orgaandonor geef je namelijk iets, het is een geschenk. Je kunt iemand niet dwingen iets te geven.’

Spijt

Ook kunnen mensen, om wat voor reden dan ook, van gedachten veranderen. ‘Stel dat je in hebt gevuld dat je geen donor wilt zijn, en er overkomt je ineens iets, waardoor je ineens anders naar het leven gaat kijken, en misschien spijt hebt van die keuze. Het zou niet goed zijn als zo iemand dan geen donororgaan zou kunnen krijgen.’
Daarom is het volgens Maeckelberghe goed dat de nieuwe donorwet je alleen oproept om een keuze te maken, maar geen moreel oordeel uitspreekt over je keuze.
‘Het moet in alle gevallen mogelijk zijn om van mening te veranderen, en te bedenken dat je met je eerdere keuze misschien vond dat je ongelijk had. Daar mag en wil de overheid niet in treden.’