Tentoonstelling over Groninger slavernijverleden in de maak

Anna van Ewsum en haar bediende (linksonder)
Anna van Ewsum en haar bediende (linksonder) © schilderij Jan de Baen
Er komt een tentoonstelling over de sporen van het slavernijverleden van Stad en provincie Groningen. Dat zegt Andreas Blühm van het Groninger Museum.
Samen met het GRID Grafisch Museum, het Scheepvaartmuseum en het Universiteitsmuseum wordt er gewerkt aan een breed georganiseerde manifestatie.
'Het is een belangrijk onderwerp', zegt Blühm. 'Volgend jaar is er een grote tentoonstelling over het slavernijverleden in het Rijksmuseum en mede daardoor zijn andere musea in Nederland ook gaan kijken wat zij hier van kunnen leren en toevoegen
Ook Groningers handelden in slaven
In de 17e en 18e eeuw was Groningen een klein onderdeel van een wereldeconomie waarin slavernij voorkwam. Groningers handelden in, en gebruikten producten die afkomstig waren van plantages die slaven hielden. Denk aan suiker en tabak.
Groningen was lid van de West-Indische Compagnie (WIC) die onder andere handelde in slaven. Maar toen er een internationale beweging ontstond om de slavernij af te schaffen, waren er ook Groningers die zich daar bij aansloten en lezingen hielden over het onmenselijke karakter van de slavernij.
Sporen zijn terug te vinden in Stad
De sporen van die slavenhandel zijn nog terug te vinden. Denk aan straatnamen zoals de Werfstraat op de plek in de Stad waar de scheepswerf van de West Indische Compagnie was en gebouwen zoals het Calmerhuis op de hoek van de Oude Boteringestraat en de Broerstraat.
Het zwarte pand is het Calmerhuis
Het zwarte pand is het Calmerhuis © Google Street View
In 1722 werd dit huis aangekocht door Thomas van Seeratt die als slavenhandelaar voor de WIC had gewerkt. Op schilderijen uit die tijd laten adellijke dames, zoals Anna van Ewsum, zich graag afbeelden met een kleine zwarte bediende.
'We willen het heden en het verleden verbinden en zoeken zoveel mogelijk partners, ook buiten de museumwereld, om dit verhaal te vertellen', zegt Blühm. 'Meningsvorming is ook een taak van ons museum en dit is niet iets van het verleden, het is ook onderdeel van ons heden.'
Blühm zou de tentoonstelling graag eind volgend jaar van start laten gaan, maar er gaat flink wat tijd in de voorbereiding zitten. Door het coronavirus duurt het organiseren van dit soort zaken allemaal wat langer. Het zal vermoedelijk medio 2022 worden voordat de deuren opengaan voor het publiek.