SodM wil af van omstreden model voor versterkingsoperatie

Inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren van het SodM
Inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren van het SodM © Jos Schuurman en Staatstoezicht op de Mijnen (bewerkt)
Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) wil stoppen met het model van de NAM dat wordt gebruikt voor het prioriteren van de meest onveilige woningen in het aardbevingsgebied.
Prioritering moet volgens de toezichthouder alleen nog gebeuren aan de hand van versterkingsadviezen van de 26.000 panden in het gebied.

Omstreden model

Het zogeheten HRA-model is jarenlang omstreden geweest in de versterkingsoperatie. De NAM had met dit zelf ontwikkelde model te veel invloed op de beslissing welke huizen onveilig zijn en welke als eerste versterkt moeten worden.
Bestuurders uit de aardbevingsregio, maatschappelijke organisaties en meerdere Tweede Kamerleden willen al langer af van het model. Het was mede zo omstreden omdat de beslissing van minister Wiebes om dit model te hanteren bij de versterkingsoperatie zorgde voor een enorme vertraging.

Toch versterken


Stoppen met het HRA-model betekent dat de volgorde van de versterkingsoperatie niet meer is gebaseerd op computerberekeningen, maar op versterkingsvoorstellen van bouwkundige inspecteurs. Daardoor kan de situatie ontstaan dat huizen die eerder een normaal risicoprofiel hadden tóch moeten worden versterkt.
‘Als wel blijkt dat bepaalde gebouwen een hogere prioriteit moeten krijgen dan eerder gedacht, dan moeten die de aandacht krijgen’, zegt inspecteur-generaal Theodor Kockelkoren van het SodM.

Juist minder versterken

Maar die redenering geldt ook andersom. Huizen die jarenlang een verhoogd risicoprofiel hadden op basis van het model, de zogenoemde 2500 P50-woningen, staan met het loslaten van het model niet meer vooraan in de rij.

Impact beperkt

Maar omdat gemeenten een deel van die woningen in de eerste versterkingsplannen al wel prioriteit hebben gegeven, denkt voorzitter Jelle van der Knoop van de Groninger Bodembeweging dat de impact van het advies beperkt blijft.
‘De planning voor 2020 ligt al vast. Het ministerie kan kiezen voor een tussenoplossing door woningen die een verhoogd risico hadden volgens het model, toch voorrang te geven.’
Van der Knoop zet vooral vraagtekens bij de geloofwaardigheid van het SodM. ‘Jarenlang hebben ze gezegd: we kunnen niet zonder. Nu is Groningen volgens het HRA-model veilig, en dan laat het SodM het model vallen als een baksteen.’
Het NAM-model werd al jaren bekritiseerd, maar toch hield het SodM vast aan de methode. Volgens Kockelkoren is het model van groot belang geweest voor het bepalen van de volgorde van opnames en beoordelingen, maar geeft het geen nieuwe inzichten meer voor de versterkingsoperatie.

Kritiek op opnames

De opnames en beoordeling worden dus belangrijker bij het bepalen van de volgorde van de versterkingsoperatie, maar ook op die werkwijze heeft het SodM kritiek. In 25 onderzochte versterkingsadviezen werken de inspecteurs met onzekerheden en aannames, waardoor maatregelen worden geadviseerd die ‘strikt genomen niet nodig zijn voor de veiligheid’.
Het SodM wil dat de kwaliteit van de inspecties wordt verbeterd ‘om onnodige conservatieve aannames te voorkomen’.

Onderhandelingen over norm

Met het verdwijnen van het HRA-model wordt de veiligheid van Groningen alleen nog maar beoordeeld aan hand van de geldende veiligheidsnorm. Daarover lopen momenteel onderhandelingen tussen het Rijk en de regio.
Het Rijk wil op advies van het SodM de norm volgens de laatste inzichten bijwerken, maar de regio is bang dat dat zorgt voor ongelijkheid, omdat die norm steeds soepeler wordt. De meest recente onderhandelingen zijn mislukt en moeten op topniveau opnieuw worden opgestart.

Niet méér versterken dan nodig

Het SodM wil dat het Rijk en de regio een manier vinden om het bijwerken van die norm zonder problemen te doen. Op basis van de huidige norm worden er volgens het SodM ‘onnodig zware versterkingsmaatregelen voorgeschreven’. Daardoor duurt de versterkingsoperatie langer dan nodig, stelt het SodM.
‘Ik snap ook dat het wrang is als het huis van de buren een aantal jaren terug voor sloop-nieuwbouw in aanmerking is gekomen, en dat jij na jaren wachten te horen krijgt dat jouw huis met versterking net zo veilig is. Laten we alleen niet het bieden van veiligheid en het geven van compensatie vermengen. De roep om compensatie is terecht maar hoeft niet en mag ook niet in de weg staan om de Groningers zo snel mogelijk de vereiste veiligheid te bieden’, zegt Kockelkoren.
Het advies van het SodM is maandagmiddag naar de betrokken ministeries gestuurd. Het is nog niet bekend of zij de adviezen overnemen.