Een deel van Paul Boomsma is altijd in Srebrenica

Paul Boomsma in Srebrenica
Paul Boomsma in Srebrenica © Privécollectie
Vandaag 25 jaar geleden viel de moslimenclave Srebrenica in handen van Bosnisch-Servische soldaten en vermoordden zij 8000 mannen en jongens. De oorlog is deze dagen volop in het nieuws.
Veteraan en Groninger Paul Boomsma, een vriendelijke man met kort grijs haar en volgetatoeëerde armen, is 25 jaar later op vakantie in Dwingeloo. Een boomhut heeft hij gehuurd, omdat zijn zoontje dat zo leuk vindt. Uitzicht op een wei met koeien en eekhoorntjes die hen de hele dag door bezoeken. Het geeft hem rust, deze omgeving.
Maar ook op de Drentse camping is Srebrenica niet ver weg. Hij manoeuvreert zich met chronische PTSS door het leven en maakt toch veel plezier met zijn zoontje. Maar zodra hij in de auto stapt, komt er soms angst naar boven. Op de snelweg rijdt hij niet.

Trauma's

‘Ik durf veel dingen niet die andere mensen wel doen’, zegt Boomsma, die volledig afgekeurd is vanwege zijn trauma’s. ‘Of dat ooit beter wordt, weet ik niet. Dat hoop ik natuurlijk wel. Maar ik ben er nog, een aantal van mijn collega’s niet meer.’
Hij was 23 toen hij vertrok naar voormalig Joegoslavië in 1995. Op het moment dat het er echt op aan kwam, het moment dat de Serviërs onder leiding van generaal Ratko Mladic Srebrenica in wilden nemen, stond hij in de frontlinie. Twee dagen voor de val van Srebrenica stierf een vriend van hem. Hij was geraakt door de scherven van een handgranaat, gegooid door een moslimstrijder.

De luchtsteun kwam maar niet

‘Ik zat op 11 juli op een zogenaamde blocking position in een pantserwagen. Het was onze taak om de soldaten die Srebrenica in wilden nemen te stoppen. Er zou luchtsteun komen om ons te helpen. We zaten de hele tijd te kijken waar ze bleven. We hebben ons uiterste best gedaan, zonder enige hulp van buitenaf.’
Die luchtsteun kwam niet, maar was hard nodig. Dutchbat III, zoals de ploeg heette, had te weinig wapens, middelen en mankracht om de opmars van het vele malen sterkere Servische leger van Mladic te stoppen. ‘We werden ineens enorm beschoten. Toen reden we met de tank achteruit en schoten we van de weg af.’
Er werd ons gezegd dat we een testament moesten opstellen
Paul Boomsma - oorlogsveteraan

Nog een keer onder vuur

Daar, in de berm, komt hij nog een keer onder vuur te liggen. Uiteindelijk weten ze terug te keren naar de Nederlandse compound.
Hij wist van tevoren dat het een zware missie zou worden. ‘Er werd ons gezegd dat we een testament moesten opstellen. Dat hebben we gedaan, en afscheidsbrieven geschreven.’
Bang om dood te gaan in de frontlinie was hij niet. ‘Je zit zo vol adrenaline, ik was daar helemaal niet mee bezig.’

Massamoord

Twee dagen na de val van Srebrenica gebeurt wat tot op de dag van vandaag de grootste massamoord sinds de Tweede Wereldoorlog is, en voor veel veteranen altijd een grote wond blijft.
De moslimjongens en -mannen die bij de Dutchbatters hun veiligheid zochten, worden onder toeziend oog van generaal Mladic door zwaarbewapende Servische soldaten gescheiden van hun families. De Dutchbatters zagen het gebeuren, in de veronderstelling dat de mannen geëvacueerd worden.
Ze keren nooit meer terug.

Speelbal van strijdende partijen

Dutchbat III landt eind juli op militaire vliegbasis Soesterberg. Ze worden niet als helden onthaald, integendeel. ‘We werden in de media door het slijk gehaald’, vertelt Boomsma.
Er wordt gezegd dat ze medeplichtig zijn aan de moorden. Ze stonden erbij en ze keken ernaar. Dat dat onvrijwillig was, dat zij van geen enkel plan op de hoogte waren, dringt lange tijd niet door in de Nederlandse samenleving. Een enorme klap voor de militairen.
Het voedt het gevoel van er alleen voor staan, het zaadje van frustratie en onmacht dat in Srebrenica geplant is. De vragende ogen van de vluchtelingen daar riepen dat gevoel op. De onwetendheid, het gevoel een speelbal geweest te zijn van de strijdende partijen.

Behandelingen tegen PTSS

Het breekt hem op. Nachtmerries, de slaap niet kunnen vatten, dromen die hem achtervolgen. Boomsma krijgt vele behandelingen om zijn PTSS te beteugelen. Maar helemaal lukt het niet: soms was er een terugval. Ineens weer terug in Srebrenica.
Het is niet voor niets dat Boomsma juist deze week op een camping zit. De televisie blijft uit, want de documentaires over Srebrenica hoeft hij niet te zien. Die zitten wel in zijn hoofd. Behalve als hij met zijn zoon met de treintjes speelt. ‘Van hem krijg ik energie.’
Een deel van Paul Boomsma is altijd in Srebrenica