Sociaal psycholoog over volle kroegen: 'Mensen hebben behoefte aan gezellig samenzijn'

Archieffoto van drukte in een wachtrij bij een café
Archieffoto van drukte in een wachtrij bij een café © Martin Drent/RTV Noord
Een deel van de kroegen in de binnenstad van Groningen was van het weekend tjokvol. De anderhalve meterregel werd daar in de wind geslagen. Corona-technisch misschien niet handig, maar is het tegelijkertijd niet ook te begrijpen?
Wel als het aan Arie Dijkstra ligt. Hij is sociaal psycholoog aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Mensen hebben behoefte aan basale dingen zoals gezellig samenzijn, elkaar om de hals hangen, zingen en schreeuwen.’

Bang en geschrokken

Mensen kunnen die behoeften even negeren op urgente momenten, zoals aan het begin van de coronacrisis. ‘Iedereen is dan bang en geschrokken en denkt: goed dat alles dicht gaat. Maar de balans slaat de andere kant op als de dreiging minder wordt. Dan zorgen de regels ervoor dat de sociale behoeften die de mens heeft in het nauw komen. Die worden dan belangrijker dan het opvolgen van de regels.’
Het blijft een diepe behoefte van mensen om elkaar dicht te kunnen naderen
RUG-sociaal psycholoog Arie Dijkstra
Volgens Dijkstra moeten de volle kroegen niet gezien worden als een tegenreactie op de regels maar als het terugpakken van de ruimte.
‘Het blijft een diepe behoefte van mensen om elkaar dicht te kunnen naderen.’ De overheid heeft volgens hem bij de aanpak van de crisis steeds op safe gespeeld, met stringent beleid. ‘Regels die voor iedereen gelden. In het begin van de crisis was dit legitiem en konden mensen het volgen. Maar nu moet je het toch anders gaan doen en meer regels op maat gaan maken.’

Verschrikkelijk

Ook filosoof Ronald Hünneman ziet lichamelijk contact als een belangrijk aspect van het mens-zijn. ‘Rationeel snap ik de anderhalvemeterregel en houd ik me eraan. Maar tegelijkertijd vind ik het verschrikkelijk.’ Vooral omdat volgens hem in ons denken het menselijk lichaam nog meer zondiger en meer besmet wordt dan het al was.
Rationeel snap ik de anderhalvemeterregel en houd ik me eraan. Maar tegelijkertijd vind ik het verschrikkelijk
Ronald Hünneman - filosoof
Juist elkaar kunnen aanraken is datgene dat een mens tot mens maakt, vindt Hünneman. ‘In de jaren ’80 en ’90 stierven kinderen in tehuizen in Roemenië omdat ze onvoldoende aangeraakt werden. Dat werkt bij volwassenen eigenlijk nog net zo. Je kunt er wel voor even afstand van doen, in heel acute gevallen is dat terecht. Maar niet voor altijd. Want dan sterft er iets. ’

Zelf corona

Hünneman, die zelf corona heeft gehad, merkte dat hij maar wat graag even in de kroeg tussen de mensen had willen staan. ‘Even wringend naar het toilet toe, even een geintje maken met mensen, de geur van iemand om je heen ruiken, hoe lekker is dat zeg!’
Overigens zien zowel Dijkstra als Hünneman wel de gevaren. Hoewel de kans op besmetting in een overvolle kroeg gevoelsmatig niet zo groot is door het lage aantal besmettingen op dit moment, onderkennen beiden dat heel veel kleine kansen tezamen een reële kans opleveren op nieuwe besmettingen. Volgens Dijkstra en Hünneman is onderlinge solidariteit daarom van belang.
Hoe klein de kans ook is, jij zou degene kunnen zijn die corona doorgeeft aan iemand anders
Ronald Hünneman
‘Want hoe klein de kans ook is, jij zou degene kunnen zijn die corona doorgeeft aan iemand anders.’ Als mensen minder angstig zijn en minder dreiging voelen, dan gaat solidariteit wringen met de eigen sociale behoeften. ‘Het is in zulke gevallen altijd zoeken naar de balans.’

Mitsen en maren

Dat is ook de overweging die je volgens Hünneman ziet bij mensen in de kroeg. ‘De meesten weten heel goed hoe het zit, dat je afstand zou moeten houden. Ze kennen alle mitsen en maren. Dat is het punt niet. Het punt is wel: wil je op dat moment dat je in de kroeg staat afstand doen van een belangrijk deel van je mens-zijn voor die solidariteit met de bevolking als geheel? Het gezondheidsrisico is wordt gewogen tegen het verrukkelijke genot van het verbonden zijn met anderen.'