PvdA: '5 miljard investeren in Lelylijn' (update)

De beoogde route van de Lelylijn
De beoogde route van de Lelylijn © RTV Noord
De landelijke PvdA wil dat er 5 miljard geïnvesteerd wordt in de Lelylijn, de snelle treinverbinding tussen Groningen en Amsterdam (via Lelystad). 'Het Noorden komt zo economisch een stuk dichter bij de Randstad te liggen', schrijft de partij in een investeringsplan.
'Bedrijven in Flevoland, Friesland, Groningen en Drenthe hebben baat bij de Lelylijn en het wordt aantrekkelijker om in het Noorden te wonen. We willen samen met Duitsland werken aan betere verbindingen met Bremen en Hamburg.'

'Niet langer treuzelen'

De treinverbinding is al jaren onderwerp van discussie. VNO-NCW Noord-directeur Ton Schroor sprak onlangs nog de hoop uit dat de Lelylijn bij landelijke partijen op de agenda zou komen. Wethouder Philip Broeksma van Groningen is ook voorstander. Hij liet weten dat er 'niet langer getreuzeld moet worden'.

Asscher

Lodewijk Asscher van de Partij van de Arbeid bracht dinsdag een werkbezoek aan de Delfzijl, Loppersum en Groningen om onder meer te praten over werkgelegenheid.
Asscher liet zich tijdens zijn bezoek ook uit over de Lelylijn. Volgens hem moet de treinverbinding betaald worden uit het staatsinvesteringsfonds, waar 50 miljard euro in zit. 'We vinden het zonde om dat geld in Den Haag te laten liggen.'
De PvdA-leider heeft goede hoop dat de treinverbinding er komt. 'Maar zelfs als we nu beginnen, duurt het jaren. Maar het is wel belangrijk om er nu mee te starten. Dan kunnen bedrijven investeren en komt het op gang.'
Op het provinciehuis heerst nog terughoudendheid. Gedeputeerde Fleur Gräper noemt de Lelylijn 'een kansrijke optie', maar zij wil onderzoeken naar alternatieve verbindingen afwachten. Staatssecretaris Stientje van Veldhoven deelt deze gedachtegang.

Miljarden

De Lelylijn zou moeten lopen via Drachten, Heerenveen en Emmeloord. Op die manier wordt de treinreis tussen Groningen en de Randstad korter. De aanleg kost naar schatting 3,2 tot 6,4 miljard euro.
Dit bericht is aangevuld met een reactie van Lodewijk Asscher.