Inzamelen gescheiden afval Westerkwartier is inzet van kort geding

Containers worden geleegd in een vuilniswagen
Containers worden geleegd in een vuilniswagen © Lex van Lieshout/ANP
Moet de aanbestedingsprocedure voor de inzameling van afval in het Westerkwartier over? Daarop moet de kort gedingrechter in Groningen een antwoord geven.
De gemeente Westerkwartier heeft inmiddels een contract gesloten met Hoeksema Regionale Milieudiensten in Grootegast. Toch diende vrijdag een rechtszaak die was aangespannen door de bedrijvencombinatie Hummel in Leek en Stuut in Jonkersvaart. Beide bedrijven willen alsnog een kans maken om het contract voor de huis-aan-huisinzameling van onder meer plastic, papier, glas, blik, kleding en schillen in de wacht slepen. Stuut is een loonbedrijf, Hummel is een afvalverwerker.

Twee miljoen euro minder

Eind dit jaar loopt het contract af dat de gemeente Westerkwartier heeft met Hoeksema. Er werd een aanbestedingsprocedure gestart. Daarop reageerde één inschrijver, namelijk Hoeksema. Die wilde de klus klaren voor 4,5 miljoen euro per jaar. De gemeente vond dat veel te duur. Na onderhandeling ging er twee miljoen euro van de prijs af en en kreeg Hoeksema het contract. Op 20 mei jongstleden zetten Westerkwartier en Hoeksema hun handtekeningen onder de overeenkomst met een looptijd van zes jaar en een optie op verlenging met twee jaar.

Niet voldoen aan de eisen

Hummel-Stuut is een nieuwe bedrijvencombinatie. Beide bedrijven hebben geen ervaring met de inzameling van afval, maar ze hadden wel oren naar het contract. Toch bracht de combinatie geen bod uit. Volgens Hummel-Stuut kon niet worden voldaan aan de door de gemeente gestelde eisen. Die wil onder meer dat de inzamelaar mensen in dienst heeft met een afstand tot de arbeidsmarkt en dat de inzamelvoertuigen rijden op schone brandstof. De aanschaf en het operationeel maken van de voertuigen stelde Hummel-Stuut voor hoge kosten, waardoor geen concurrerend bod kon worden uitgebracht.

Voorwaarden versoepeld

Toen bleek dat Hoeksema het contract gegund kreeg voor twee miljoen euro minder dan de aanvankelijke 4,5 miljoen, was de verbazing bij Hummel-Stuut groot. Volgens de combinatie zou de gemeente de contractvoorwaarden hebben versoepeld, waardoor Hoeksema voor een veel lager bedrag kon inschrijven. Hummel-Stuut denkt dat het met de versoepelde eisen alsnog een kansrijk bod kan uitbrengen op het contract.

Geen serieus bod

Theunis Dankert, de advocaat van Westerkwartier, betoogde dat Hummel-Stuut nooit serieus heeft overwogen een bod uit te brengen. Dat zou onder meer blijken uit het feit dat de stukken over de aanbesteding niet zijn opgevraagd of dat op een andere manier informatie is ingewonnen of contact is gezocht met de gemeente. Pas nadat het contract tussen de gemeente en Hoeksema was getekend, trok de combinatie aan de bel.
Volgens Dankert gebeurde dat pas nadat de daarvoor geldende wettelijke termijn van dertig dagen was verstreken. De advocaat stelt dat een kort geding niet het geëigende instrument is om ontbinding van een contract te eisen; daarvoor moet een zogeheten bodemprocedure worden gevoerd. Ook het feit dat Hummel-Stuut geen bod heeft uitgebracht, maakt volgens Dankert dat de combinatie niet ontvankelijk moet worden verklaard.

Eerlijke procedure

Advocaat Janet Meesters van Hoeksema stelde dat het niet om een versoepeling van de voorwaarden gaat. Volgens haar is het getekende contract juist een verslechtering voor haar cliënt, waardoor Hoeksema er minder geld aan verdient.
Advocaat Ron Laan, die optrad namens Hummel-Stuut, stelde dat zijn cliënt een eerlijke kans is ontnomen, doordat tijdens de wedstrijd de spelregels zijn veranderd. Volgens hem moet de aanbestedingsprocedure worden overgedaan en moet het contract tussen de gemeente en Hoeksema worden ontbonden. Hij betoogde dat het daarmee niet gezegd is dat zijn cliënt het contract dan ook krijgt, maar dat dan wel een eerlijke procedure wordt doorlopen.
Op vrijdag 4 september doet de rechter uitspraak.