Reinier Smit hoort vijftien jaar cel eisen

Smit zou elf jaar geleden zijn vrouw hebben gedood en daarna brand hebben gesticht in hun huis. Zijn twee kinderen wist hij nog net uit het pand te halen.

De tweede zittingsdag van het proces was er één van lange adem. De dag begon met het betoog van de officier van justitie. Die schilderde Smit af als een gewetenloze man, die zijn vrouw ombracht om verzekeringsgeld op te strijken. De verdachte, zo vindt justitie, moet dan ook snel onderzocht worden in het Pieter Baan Centrum. De zaak zou daarom moeten worden aangehouden, maar de rechtbank ging hier niet in mee.

De zitting liep overigens vertraging op, omdat de raadsman van Smit eerder op de dag een wrakingsverzoek indiende. Hij deed dat, omdat de rechtbank Smit tijdens een schorsing zou hebben bevolen in de rechtbank te blijven. Daarmee namen de rechters een voorschot op de uitspraak en waren ze dus niet meer onbevooroordeeld, zo vond de advocaat. De wrakingskamer honoreerde het verzoek niet, zodat de zaak kon worden hervat.

De raadsman van Smit vindt dat zijn cliënt vrijuit behoort te gaan, omdat veel gebaseerd is op louter aannames. Daarom is niet met honderd procent zekerheid vast te stellen dat Smit schuldig is. Justitie acht doodslag echter bewezen en kwam daarom tot de eis van vijftien jaar.

Aan het eind van de zitting kreeg Reinier Smit zelf het woord. Hij richtte zich tot de rechter en zei: 'Ik heb Gonda niet vermoord; ik heb geen brand gesticht. Ik heb het gewoon niet gedaan'. Voor de nabestaanden van Gonda Smit die bij de zitting aanwezig waren, haar ouders en dochter, was het een moeilijke dag. 'We moeten ons hier doorheen slaan, om uiteindelijk rust te krijgen', aldus de moeder van Gonda.