'NAM heeft geen bemoeienis meer in afhandeling bevingsschade'

Het NAM-kantoor in Assen
Het NAM-kantoor in Assen © Remko de Waal/ANP
De betrokkenheid van de NAM bij de afwikkeling van bevingsschade is jarenlang een heikel punt geweest. En hoewel de NAM al enkele jaren niets meer van doen heeft met nieuwe mijnbouwschades, liepen er nog altijd zaken over oude schadegevallen van voor april 2017. Maar ook daar is volgens het bedrijf nu een einde aan gekomen.
Zo liepen tot voor kort nog enkele geschillen bij de Arbiter Bodembeweging en daarnaast liep er nog een regeling om mensen te compenseren die in het verleden een te lage schadevergoeding van de NAM hebben gekregen. Beiden zijn nu afgerond, meldt het gasbedrijf.

Enkele duizenden

De regeling om mensen met een te lage vergoeding te compenseren, stond open voor enkele duizenden gevallen. Zij moesten dan wel kunnen aantonen dat het bedrag dat ze van de NAM hebben gekregen niet hoog genoeg was om de schade te herstellen.
In totaal dienden 88 bewoners een verzoek in voor een hogere schadevergoeding en 54 van hen hebben een volledige of gedeeltelijke toekenning gekregen. Volgens de NAM zijn 31 verzoeken afgewezen en hebben drie bewoners zich teruggetrokken.
‘Ik ben blij dat we 54 mensen hebben kunnen helpen met een tegemoetkoming waar ze recht op hebben’, aldus NAM-directeur Johan Atema. ‘Als NAM hebben we getracht zorgvuldig en coulant een aanbod voor de oude schades te doen en met deze regeling hebben we een aantal onvolkomenheden kunnen repareren.’

Definitief einde

‘Nu ook de Arbiter Bodembeweging de laatste uitspraken heeft gedaan, zijn alle zesduizend oude schadegevallen afgehandeld. Daarmee is definitief een einde gekomen aan de betrokkenheid van NAM in de reguliere schadeafwikkeling.’
De Arbiter Bodembeweging is per 1 juli 2020 opgehouden te bestaan. De afwikkeling van bevingsschade is nu in handen van het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Dat instituut heeft een eigen bezwarenprocedure met de gang naar de bestuursrechter als uiterste mogelijkheid.