‘Wopke-Wiebes-Fonds’ zet de deur op een kier voor de Lelylijn

Het economische Groeifonds van het kabinet richt zich op het gebied van infrastructuur niet alleen op de Randstad, maar houdt ‘verdere spreiding richting andere regio’s' voor mogelijk.
Dat blijkt uit de Kamerbrief die de ministers Wopke Hoekstra (Financiën) en Eric Wiebes (Econmische Zaken) bij de lancering van het fonds naar buiten brengen. In het fonds met als bijnaam ‘Wopke-Wiebes-Fonds’, zit twintig miljard euro.

'Productiviteitsgroei hoeft zich niet te concentreren in de Randstad'

‘Investeringen in infrastructuur dragen ook bij aan de aantrekkelijkheid van ons land en zijn daarmee goed voor ons vestigingsklimaat’, schrijven de ministers in de brief. ‘Schaarse ruimte vereist een efficiënt gebruik hiervan. Door mobiliteit en wonen in samenhang te bezien, hoeft de productiviteitsgroei zich niet te concentreren in de Randstad en is verdere spreiding richting andere regio’s mogelijk.'
De Lelylijn is de verbinding die spreiding van werkgelegenheid en inwoners mogelijk kan maken, zo bleek uit een onlangs verschenen onderzoek. Het Groeifonds zet daarmee de deur voor de Lelylijn op een kier.

Het gaat niet om de korte, maar om de lange termijn

‘Het gaat om projecten die voor de langere termijn zijn bedoeld’, zegt minister Wiebes. Het kabinet zal de leiding nemen om een infrastructureel project te selecteren. De minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de minister van Binnenlandse Zaken nemen het voortouw bij deze selectie, staat in de brief.

Drie gebieden maken kans op geld uit fonds

Volgens minister Wopke Hoekstra is de insteek om de twintig miljard evenredig te verdelen over de drie gebieden waar het Groeifonds voor bedoeld is.
Naast infrastructuur maken projecten op het gebied van kennisontwikkeling en research & development kans op een bijdrage uit het fonds.
Het fonds keert vijf jaar lang, ieder jaar, vier miljard uit aan ingediende projecten.

Gaan provincies en gemeenten meebetalen?

De kosten van de Lelylijn worden begroot op een bedrag tussen de 3,2 en 6,4 miljard euro. De ministers laten de optie open voor cofinanciering, waar betrokken overheden als provincies en/of gemeenten ook een bijdrage kunnen leveren.

De Lelylijn heeft concurrentie

De Lelylijn is niet het enige prestigieuze infrastructurele project dat de miljarden goed kan gebruiken. De IJmeerverbinding, een oeververbinding (brug of tunnel) tussen Amsterdam en Almere, aast ook op het geld. De gemeente Almere ziet de komst van deze verbinding als voorwaarde om aan de westkant van de stad woningen te kunnen bouwen.
De provincies Friesland en Flevoland zijn voorstander van de aanleg van de Lelylijn, die de treinrit tussen Amsterdam en Groningen een half uur korter maakt. Gedeputeerde Fleur Gräper (D66) zei eerder namens onze provincie dat de Lelylijn ‘kansrijk’ is, maar houdt de optie open om over bestaand spoor via Zwolle te versnellen. Een meerderheid in Provinciale Staten in Groningen is wél voor de komst van de Lelylijn.