Statenoppositie over Nationaal Programma Groningen: ‘Het is een gedrocht'

© Marten Nauta/RTV Noord
De oppositiepartijen in Provinciale Staten hebben geen goed woord over voor het Nationaal Programma Groningen (NPG), de pot met ruim een miljard euro, die Groningen een betere toekomst moet geven.
Forum voor Democratie, SP, PVV, Groninger Belang, Partij voor het Noorden en 50 Plus vinden het plan te weinig concreet, voorgekookt en te weinig gericht op de wensen van de Groningers.

Vuistdiep

‘Het is een gedrocht’, meent SP-voorman Jan Hein Mastenbroek. ‘Het wordt nauwelijks concreet, de vraag is was er voor Groningen nu echt beter wordt. Clubs als de New Energy Coalition, lees Shell, zitten vuistdiep in alle projecten. Als het over mobiliteit gaat wordt er gesproken over nieuwe stations in Hoogezand-Sappemeer en Scheemda. Maar wat is daar nou het extra van, dat dit uit de pot van het NPG moet worden betaald?’
‘Ik maak mij ernstig zorgen’, zegt Hans Haze (Groninger Belang). ‘Met name hoe het verhaal concreet wordt. Het rapport staat vol met algemeenheden, wij zouden dat heel graag veel concreter willen zien. Ook de verdeling van het geld vinden wij stuitend.’

Toukomst

Gedeputeerde Nienke Homan (GroenLinks) legt uit dat alle stappen zorgvuldig zijn genomen en dat het Nationaal Programma Groningen de regio wel degelijk beter zal maken.
‘Er zijn zes programmalijnen en er is sprake van een verdeling van de middelen naar ambitie. Dat wordt onder andere beoordeeld door een onafhankelijke commissie en verdeling van het geld gebeurt niet zonder slag of stoot’, zegt Homan. Volgens de gedeputeerde voelen Groningers zich betrokken bij het Nationaal Programma Groningen, getuige het programma Toukomst en de 900 ideeën die zijn ingediend.

Vergroenen

Voor de oppositie is dat niet genoeg. Ze zijn bang dat het geld op gaat aan te kleine projecten, en dat het deels uitvoering is van het provinciale beleid om Groningen te verduurzamen en de economie te vergroenen. ‘Ga nou pragmatisch te werk’, zegt PVV’er Dennis Ram. ‘Groningers willen een goede baan en een leefbare omgeving. Dat gaat met dit programma niet gebeuren ben ik bang.’