‘Corona werkt verlammend op vernieuwing bij het noordelijk bedrijfsleven’

Avebe, een Groningse multinational die veel investeert in innovatie
Avebe, een Groningse multinational die veel investeert in innovatie
Hoe harder geraakt door de coronacrisis, des te harder werkt een bedrijf aan nieuwe producten of diensten. Dat blijkt uit een enquête onder noordelijke ondernemers gedaan door economen van de Rijksuniversiteit Groningen. Maar per saldo blijkt dat de crisis funest is voor innovatie.
Vernieuwen in tijden van crisis is voor veel ondernemers een ingewikkelde, zo niet onmogelijke opgave. Want waar moet het geld vandaan komen voor ontwikkeling van een nieuw product of dienst wanneer de omzet gekelderd is?
‘Meer dan de helft van de bedrijven weet niet zo goed wat te doen en doet daarom wat ze altijd al deden’, zegt Thijs Broekhuizen, innovatiedeskundige en universitair hoofddocent aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde.
‘Vergelijk het met een kikker in water dat aan de kook wordt gebracht’, aldus Broekhuizen. ‘Veel ondernemers denken dat ze het nog een tijd kunnen volhouden. Ze houden vast aan hun bestaande verdienmodel.’
Innovatiemonitor
Broekhuizen heeft in het verlengde van een enquête naar de innovatiekracht van noordelijke ondernemers ook een reeks vragen gesteld aan 110 ondernemers over de impact van de coronacrisis op hun bedrijf. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in de jaarlijkse Innovatiemonitor die de RUG-economen maken samen met het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN).
Een van de opvallende resultaten hierin is dat er een kleine groep is van ondernemers is die wél de manier van werken aanpast. Broekhuizen: ’Bedrijven die meer dan dertig procent omzetverlies hebben verloren, dus zij die echt hard getroffen zijn, gaan aan de slag met een nieuw verdienmodel.’
'Dat kan gaan van een mkb'er die via digitalisering de kosten drukt tot een fitnesstrainer die nu via YouTube zijn lessen aanbiedt en daarnaast voedingsadviezen is gaan geven. Nood breekt wet, geldt voor deze bedrijven die hun verdiensten ver hebben zien kelderen', stelt Broekhuizen.
Vergelijk het met een kikker in water dat aan de kook wordt gebracht. Veel ondernemers denken dat ze het nog een tijd kunnen volhouden
Thijs Broekhuizen
Daarbij is het wel belangrijk te weten dat de enquête in juni is afgenomen, benadrukt Broekhuizen. Dat was nog een stadium waarin volgens Broekhuizen veel bedrijven ervan uit gingen dat de situatie binnen afzienbare tijd zou normaliseren.
Broekhuizens collega, hoogleraar economie Bart Los, veronderstelt dat de onzekerheid in het bedrijfsleven sindsdien alleen maar is toegenomen. ‘De druk op bedrijven om met radicalere oplossingen te komen neemt de komende maanden verder toe’, verklaart Los.
Corona zal een beperkte groep bedrijven er mogelijk toe aanzetten een tandje bij te zetten, stellen Broekhuizen en Los, maar per saldo is de crisis ronduit slecht voor de innovatieve kracht van het regionaal bedrijfsleven. Uiteindelijk zet het gebrek aan financiën een rem op de ontwikkeling van nieuwe producten, diensten of processen.
Wedden op een paard
Los: ‘Innovatieactiviteiten vergen tijd en geld. Je moet maar afwachten wat een onderzoeks- en ontwikkelingstraject over een jaar of wat oplevert. Succes van R&D (Research & Development - red) is onzeker, een onzekerheid die door de crisis alleen maar is vergroot.’
Ook de krapte op de arbeidsmarkt is een van de belemmerende factoren. Ondernemers hebben moeite gekwalificeerd personeel te vinden om het bedrijf vooruit te helpen.
Het brengt Broekhuizen tot de uitspraak: ‘Corona heeft een verlammend effect. Dat is moeilijk te doorbreken. Wanneer je iets nieuws begint, wed je op een paard en je moet maar afwachten of dat het goede paard is.’
Slim gebruik van technologieën stagneert
Overigens bleek uit het onderzoek van Broekhuizen voor de Innovatiemonitor, dat ook vóór het uitbreken van de crisis in maart al sprake was van een stagnatie in innovatie. De groei in het gebruik van zogeheten ‘disruptieve technologieën’ is tot een halt gekomen. Dat gaat dan over benutten van ‘big data’, sensortechnologie of zelflerende machines.
‘Toepassing van die technologieën kwam sterk op’, legt Broekhuizen uit. ‘We rekenden er op dat de volgers in het bedrijfsleven deze techniek ook zouden oppakken, maar dat stopt.’
Volgens Los heeft dat ook te maken met de economische hausse voor de coronacrisis. Het is normaal dat daarna een afname volgt, waarin ook de aandacht voor vernieuwing daalt.