Ondernemers zetten zich schrap voor de tweede dreun

Nauwelijks bekomen van de eerste klap, wacht het bedrijfsleven met de nieuwe besmettingsgolf die over het land rolt een tweede dreun. Wordt dat voor veel ondernemers de genadeslag? Het antwoord daarop is een onmiskenbaar ‘ja’.
‘We staan aan de vooravond van een serieuze faillissements- en werkloosheidsgolf.’ De waarschuwing van RUG-econoom en hoogleraar Steven Brakman laat weinig ruimte voor twijfel. Bedrijven zullen kopje onder gaan, al is lastig een inschatting te maken van het aantal ondernemingen dat dit lot treft, zegt Brakman ook.
Het CPB heeft wel een raming gemaakt van het aantal werklozen. Dat verdubbelt in 2021 tot zeven procent.
‘Het zal zich nu ontvouwen’, verklaart Brakman. ‘De steunpakketten hebben tot nog toe heel goed gewerkt en veel bedrijven overeind gehouden. Het valt ook nog steeds mee met het aantal faillissementen. Maar de steun wordt langzaam afgebouwd.'
Het zal zich nu ontvouwen
De derde steunronde, die loopt tot de zomer van volgend jaar, zal bedrijven ook helpen, maar de voorwaarden die minister Koolmees van Sociale Zaken stelt aan financiële hulp zijn strenger. ‘Het is logisch dat nu gekeken wordt of het wel verstandig is alle bedrijven overeind te houden. Dat gaat niet eindeloos. Er zal dus echt wat veranderen in de faillissementscijfers.’

Verloren jaar
Directeur Grady Hofstra van het noordelijke Van der Meer Accountants heeft de voorzichtige hoop dat het in deze regio wat zal meevallen met het aantal bedrijven dat het niet redt: ‘De kosten liggen hier lager dan elders, zeker wanneer je het met de Randstad vergelijkt. Een ondernemer met een winkel in Amsterdam betaalt een veelvoud aan huur vergeleken met een detaillist hier.’
En hoe lager de kosten, des te minder snel de reserves zijn uitgeput. Accountant Hofstra ziet bovendien in zijn klantenbestand dat veel bedrijven nog steeds een financiële buffer hebben.
‘Het klinkt misschien raar’, zegt Hofstra, ‘maar wat mij betreft gaat het in het bedrijfsleven op dit moment nog boven verwachting. De situatie is op dit moment relatief stabiel. Al is het voor echt heel veel bedrijven wel een verloren jaar.’

‘Aan de beurt’
Evenals hoogleraar Brakman verwacht ook Hofstra dat een aantal bedrijven binnenkort ‘aan de beurt is’. Het zullen volgens Hofstra in de eerste plaats de ondernemingen zijn in veelgeplaagde sectoren als horeca, de reisbranche, entertainment, evenementensector, detailhandel en kleding. Hofstra: ’Er is een behoorlijke tegenstelling tussen de groep van bedrijven waar het doorgaat en de sectoren die wel hard worden geraakt.’
Lang zal het ook niet meer duren tot de belastingdienst en ook banken uitgestelde betalingen gaan opeisen. ‘Een groot deel van de bedrijven wordt momenteel gefinancierd door de belastingdienst’, stelt Hofstra. ‘Wanneer dan ook nog de steunmaatregelen worden afgebouwd, zullen bedrijven weer op eigen benen moeten staan.’
‘Bedrijven hebben de tijd gehad bij te sturen en te veranderen. De creatievelingen zullen het overleven’, voorziet Hofstra. ‘Degenen die achteroverleunen en denken dat het wel overwaait, zullen omvallen.’

Hoe verder met Bano?
Lijdzaam toezien valt directeur Erwin Balkema van het Groningse evenementenbedrijf Bano niet te verwijten. Nadat in maart in heel Europa beurzen en evenementen werden afgelast, stortte de orderportefeuille als een kaartenhuis ineen. Van Bano’s omzet is nu nog dertig procent over, de opslag ligt vol met dure ongebruikte licht- en standapparatuur en het aantal medewerkers ging van 32 naar 20.
Maar door om te schakelen naar de digitale wereld sleepte het 56 jaar oude familiebedrijf zich erdoorheen. Bano verzorgt nu onder meer de techniek achter online bijeenkomsten. Balkema: ‘Teams en zoom kennen we nu wel, die bieden weinig beleving. Dat brengen wij er in. Het heeft ons leuke nieuwe klanten opgeleverd. Daar word ik wel positief van.’
Helaas is daar het probleem voor de komende tijd nog niet mee opgelost. De nog onbeantwoorde vraag ‘hoe verder met Bano?’, is de olifant in de kamer. ‘Het is moeilijk beslissen nu alles zo onzeker is’, erkent Balkema. ‘En als je het niet weet, kun je misschien maar beter hard ingrijpen. Ik vrees dat het nu inderdaad moet gebeuren.’
Wat voor bedrijf wil ik zometeen hebben?
De worsteling van Balkema is voelbaar wanneer hij zegt: ‘Moet ik mijn personeel dan nog veel verder terugschroeven? Eigenlijk ben ik momenteel bezig het bedrijf opnieuw uit te vinden. Mijn leidraad daarbij is: wat voor bedrijf wil ik zometeen hebben?’

Blijven rijden
Bij het transportbedrijf Reining in Hoogezand zijn ze de eerste coronagolf tamelijk goed doorgekomen. ‘We hebben het overleefd’, zegt directeur Gerrit Hes. ‘We hebben tijdelijk Kurzarbeit (de Duitse noodmaatregel ter behoud van werkgelegenheid, red.) aangevraagd voor dertig chauffeurs, maar na een week of vijf hadden we ze weer nodig.’
Zelfs op de top van de coronagolf reden vrachtwagens van Reining dagelijks naar Italië. Ook nu zal het als cruciaal aangemerkte transport doorgaan, zegt Hes: ’We vervoeren bijvoorbeeld veel verpakkingsmateriaal voor de voedingsindustrie. Wanneer wij niet leveren komen processen stil te staan.’ De Reining-trucks zullen dus blijven rijden, ook naar de code oranje-brandhaarden.
De gezondheid van chauffeurs blijft een voortdurend punt van aandacht. ‘Ze vermijden bij laden en lossen zoveel mogelijk contact en blijven in de cabine. Bij terugkomst checken we hun gezondheid.’ Hes ziet de tweede golf wat betreft zijn bedrijf met vertrouwen tegemoet. ‘Wij zullen klanten moeten blijven bedienen. Misschien dat we niet op een niveau van honderd procent zullen zitten, maar ik reken wel op zo’n negentig.’