Grote Duitse en Noorse energiebedrijven stappen in Noord-Nederlands waterstofproject

Windmolens op zee
Windmolens op zee © Gemini
NortH2, het ambitieuze project om op grote schaal groene waterstof te maken in Noord-Nederland, heeft twee nieuwe partners. Het zijn het Noorse energiebedrijf Equinor en het Duitse energiebedrijf RWE.
Het NortH2-project wil op grote schaal energie gaan opwekken met 1000 tot 1500 windmolens op zee, en die elektriciteit in een grote fabriek aan vaste wal omzetten in waterstof. Die waterstof zal in eerste instantie bedoeld zijn voor de industrie in het Noorden, maar later ook in de rest van het land en vervolgens in West-Europa.

Deels via bestaand gasnetwerk

De windmolens op zee moeten een capaciteit krijgen van 1 gigawatt in 2027 tot meer dan 10 gigawatt in 2040. De groene waterstof die er mee gemaakt wordt, kan deels via het bestaande gasnetwerk worden vervoerd.

Grootschalige aanpak is goedkoper

Het ambitieuze NortH2-project werd in februari van 2020 gepresenteerd door Gasunie, Shell en Groningen Seaports. Volgens dit consortium is uit een eerste haalbaarheidsstudie gebleken dat de grootschalige aanpak van de waterstofproductie de samenleving 20 procent minder kost dan kleinschaliger projecten.

Blije directeur

Directeur Cas König van Groningen Seaports is blij met de nieuwe partners: 'De uitbreiding met RWE en Equinor sluit aan bij de internationale ambities van het project. RWE en Equinor zijn geen onbekenden in de Eemshaven en Noord-Nederland. We kunnen van elkaars kennis en kunde gebruikmaken om het grootste groene waterstofproject van Europa verder te ontwikkelen.'