'Rekening van de lockdown komt op het bordje van de kinderen'

Een leerling volgt digitaal thuisonderwijs
Een leerling volgt digitaal thuisonderwijs © ANP
'Knap waardeloos.' Annelies Kassenberg, lector Jeugd en Leefomgeving aan de Hanzehogeschool, vindt het maar niks dat het kabinet ook de basisscholen (minstens) vijf weken op slot doet om het coronavirus weer onder controle te krijgen.
'Toen ik minister De Jonge hoorde zeggen dat de lockdown ook bedoeld is om ouders te dwingen thuis te werken, was ik verbijsterd', zegt Kassenberg. 'Want nu komt de rekening op het bordje van de kinderen.'
'Kinderen hebben elkaar en anderen, zoals leerkrachten, nodig om zich te ontwikkelen', gaat Kassenberg verder. 'Zo leren ze sociale vaardigheden, die ze thuis niet of veel minder meekrijgen. Door ze vijf weken thuis te houden, lopen ze op dat gebied een achterstand op, die mogelijk niet meer is in te halen.'
Niet iedere ouder is geschikt voor huiswerkbegeleiding.
Annelies Kassenberg, lector Jeugd en Leefomgeving

Zware opgave

Kassenberg baseert zich op de gevolgen van de eerste lockdown het afgelopen voorjaar. Ook toen gingen de scholen dicht en kregen de kinderen les op afstand. Dat wil zeggen: op bepaalde uren via een beeldverbinding met een leerkracht. Voor de rest kwam het vooral op de schouders van de ouders aan. Die waren daar lang niet altijd gelukkig mee, want thuiswerken en tegelijk lesgeven is vaak een zware opgave.
Ook voor de kinderen zelf is de lol na de eerste paar weken er wel vanaf, weet Kassenberg uit eigen ervaring: 'Wij hebben drie kinderen tussen de acht en de zestien. Die vinden het vreselijk saai dat ze weer zo lang thuis moeten blijven.'
De lockdown is nu ook voor basisschoolkinderen ingegaan

Te veel rollen voor ouders

Vooral voor kinderen uit gezinnen met laagopgeleide ouders is een lange periode van gedwongen thuisonderwijs schadelijk, zegt Kassenberg: 'Ouders moeten de taken van de leerkracht overnemen. Ze krijgen dan te veel rollen op zich. Bovendien zagen we tijdens de eerste lockdown dat niet iedere ouder geschikt is voor huiswerkbegeleiding. Dat kan voor spanningen zorgen. Daarnaast kunnen kinderen hierdoor ook een leerachterstand oplopen.'

Extra middelen

Wel wordt er van alles gedaan om te voorkomen dat kinderen - ook letterlijk - uit beeld verdwijnen. Er zijn extra middelen voor gezinnen die dat nodig hebben. Zoals een computer om les op afstand te kunnen krijgen. Of extra scholing voor kinderen met een leerachterstand. Maar ideaal is het niet, waarschuwt Kassenberg: 'In tegenstelling tot het voortgezet onderwijs zit op de basisschool alles nog door elkaar. Kinderen die meer aandacht nodig hebben en die dat normaal zouden krijgen van beroepskrachten, lopen nu meer achterstand op. De ongelijkheid wordt groter.'
Kennelijk hadden we voor die tijd niet alle gezinnen in beeld waar sprake is van kindermishandeling.
Susan Ketner, lector Integrale aanpak Kindermishandeling

School als uitlaatklep

Wekenlang gedwongen thuisblijven kan er ook voor zorgen dat in gezinnen waar toch al spanningen zijn, de emmer overloopt. Dat stelt Susan Ketner, lector Integrale aanpak kindermishandeling aan de Hanzehogeschool: 'Kinderen uit deze gezinnen hebben geen uitlaatklep meer als ze niet naar school kunnen. Als ze thuis niet zichzelf kunnen zijn, kan dat normaal op school wel'.
Ook hier geldt: de schade is het grootst voor kinderen uit sociaal zwakke groepen. Ketner: 'Kindermishandeling komt in alle lagen van de bevolking voor. Maar de coronacrisis kan de bekende 'druppel' zijn voor kwetsbare gezinnen, bijvoorbeeld doordat een ouder werkloos wordt en er armoede ontstaat, of toeneemt.'

Lessen uit de eerste lockdown

In dit opzicht vallen lessen te leren uit de ervaringen met de eerste lockdown. Bij de Kindertelefoon werden bijvoorbeeld in de periode april - juni meer gesprekken gevoerd over kwesties als mishandeling, incest en verwaarlozing dan in dezelfde periode in voorgaande jaren. Daarna nam het aantal telefoontjes of chatgesprekken over deze beladen onderwerpen weer af. Wat dat betreft is de eerste lockdown een wake up call geweest, stelt Ketner: 'Kennelijk hadden we voor die tijd niet alle gezinnen, waar sprake is van kindermishandeling, in beeld.'

Thuis gezelliger

Toch is het niet altijd zo zwart-wit als het lijkt. De lockdown bleek voor sommige gezinnen in bepaald opzicht een zegen. Ketner: 'Er kwamen veel minder hulpverleners dan anders over de vloer. Dat zorgde voor meer rust.' Kassenberg vult aan: 'Sommige kinderen vonden het tijdens de eerste lockdown thuis gezelliger. Maar ja, dat kunnen zij zo hebben ervaren, dat wil niet zeggen dat ze geen achterstand hebben opgelopen.'

Veerkracht

Ondanks alles is Ketner voorzichtig optimistisch over het verloop van de tweede lockdown: 'Ik heb tijdens de eerste periode heel veel power gezien bij leerkrachten en jeugdwerkers. Zij zorgden er vaak voor dat kinderen niet uit het oog werden verloren. Eentje ging bijvoorbeeld op de fiets alle gezinnen bij langs. De veerkracht in het onderwijs en het welzijnswerk is groot. Dat zul je nu vast ook zien.'
Tot slot herhaalt ze haar advies voor gezinnen tijdens de eerste lockdown: 'Leg de lat niet te hoog. Niet alles hoeft perfect te zijn.'