Noorderlingen verwachten weinig van politie na aangifte van oplichting

Een politieagent
Een politieagent © FPS/Jos Schuurman
Inwoners van Groningen, Drenthe en Friesland die zijn opgelicht hebben niet het idee dat aangifte doen helpt. Hun gestolen geld of spullen zagen maar weinig mensen ooit terug.
Die bevindingen deed het televisieprogramma Opgelicht?!, met wie de drie noordelijke omroepen RTV Noord, RTV Drenthe en Omrop Fryslân hebben samengewerkt, na een enquête onder 20.000 leden van het Radar Testpanel. Het Noorden is niet uniek: andere Nederlanders oordeelden hetzelfde over het doen van aangifte na oplichting.

‘Weinig vertrouwen’

Een derde van de panelleden zegt wel eens te zijn opgelicht en ongeveer de helft daarvan deed aangifte bij de politie. Van de mensen die aangifte deden van oplichting zegt de helft daar nooit meer iets over te hebben gehoord. Een kwart kreeg het bericht van de politie dat de zaak niet zou worden opgepakt.
Over het algemeen voelen de mensen die aangifte deden zich goed gehoord en geholpen door de politie. Toch hebben de meesten vervolgens weinig vertrouwen in een goede afloop. Dat gevoel komt niet uit de lucht vallen, want landelijk worden er de afgelopen jaren steeds minder oplichtingszaken opgelost.

Spullen of geld kwijt

De politie kon in 2019 in het Noorden slechts in 2 procent van de geregistreerde oplichtingszaken een verdachte aanwijzen, blijkt uit de meest recente politiecijfers. Niet duidelijk is in hoeveel zaken ook daadwerkelijk een veroordeling heeft plaatsgevonden.
De deelnemers van de enquête kregen bijna nooit een bevredigend gevoel na hun aangifte. Van hen zag 80 procent nooit meer iets terug van hun gestolen geld of spullen. De helft van de mensen zegt dat de dader nooit is gearresteerd en ruim een derde weet niet of de politie ooit iemand te pakken heeft gekregen in hun zaak. Een grote groep denkt dat dat komt doordat de zaak niet of niet volledig is opgenomen in de aangifte.

Personeelstekort

De Eenheid Noord Nederland, waar de drie noordelijke provincies onder vallen, komt handen tekort achter de aangiftedesk. Dat blijkt uit stukken die in handen zijn van RTV Drenthe, RTV Noord en Omrop Fryslân na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bij de politie. Ook is er meer personeel nodig bij de tactische opsporing. Dat zijn de agenten die uiteindelijk aan de slag moeten met de aangiften.
Voor een baan achter de aangiftedesk heb je geen uitgebreide opleiding nodig. In de meeste gevallen zijn een mbo-3-diploma en een afgeronde boa-opleiding voldoende. Je hoeft geen politieopleiding te volgen. Het is voor de Eenheid Noord-Nederland alleen erg lastig om nieuw personeel aan te nemen, omdat er op papier al te veel mensen bij de eenheid werken.

Agenten kritisch

Opgelicht?! hield ook een enquête onder 700 politiemedewerkers. Daaruit kwam dat driekwart van hen denkt dat mensen een te hoge verwachting hebben van het doen van aangifte. Een derde van de agenten vindt het aangifteproces bij oplichting onvoldoende of zelfs heel slecht. De politiefunctionarissen geven aan dat het niet altijd lukt om een volledige aangifte op te nemen.
De politiefunctionarissen geven aan dat het niet altijd lukt om een volledige aangifte op te nemen. Ze leggen de schuld daarvan meestal bij de burger, omdat die niet duidelijk genoeg zou zijn geweest. Opmerkelijk, omdat het de taak is van de medewerkers van de aangiftedesk om ervoor te zorgen dat een aangifte helder wordt opgenomen.
Daarnaast zegt ruim een derde van de politiemedewerkers, die aangiftes opnemen, het niet altijd nuttig te vinden om een volledige aangifte op te nemen, omdat het toch niet opgepakt wordt. Daarmee gaat de verbalisant in feite op de stoel zitten van de officier van Justitie, door te bepalen of er met een zaak wel of niet iets gedaan wordt. Het is de politie zelfs wettelijk verplicht om een aangifte op te nemen als een burger aangifte komt doen.

‘Alle zaken oplossen is onmogelijk’

In een reactie op de enquête zegt de politie dat het aangifteproces nog in ontwikkeling is. 'De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de mogelijkheid om digitaal aangifte of melding te doen: zo is de drempel minder groot en de doorlooptijd sneller. Door digitaal aangifte te doen zijn er lang niet altijd politiemedewerkers betrokken zoals bij aangiftes aan een politiebureau', schrijft de politie.
Over de lage verwachtingen van mensen die aangifte doen, schrijft de politie: 'Iedereen die aangifte doet bij de politie heeft een eigen verwachting over de afloop van een zaak. Het is onmogelijk dat de politie alle oplichtingszaken oplost. Daarom kijken we, zeker bij kleinere zaken, niet zo zeer naar individueel niveau maar naar fenomenen.' De politie herkent de lage verwachting wel. 'We zien dat als een van de ontwikkelpunten om onze dienstverlening en communicatie te verbeteren.'
De politie wijst erop dat er dit jaar veel is gedaan aan preventie van oplichting. 'Juist omdat we digitale oplichtingszaken in coronatijd zien stijgen. Zo is er dit jaar de mogelijkheid gecreëerd van internetaangifte voor een vriend in nood, whatsappfraude, internetfraude, onder andere in reactie op de veranderende behoefte en vraag van burgers.'