Moord in Warffum

Alice Buitenga
Alice Buitenga © RTV Noord
Dit jaar verhuisde ik naar Warffum. Een karakteristiek Gronings dorp midden in Het Hogeland, met de kerk op het hoogste punt van de wierde, een treinstation, een dokterspraktijk en niet te vergeten de Spar.
Het mooiste vind ik dat het wad op fietsafstand is. Nu in de winter kun je buitendijks lekker doorfietsen omdat de schapenhekken open staan. Wat een feest, die prachtige, steeds wisselende kleuren van de kwelders, het water en de lucht.
In die lucht zit altijd iets rozigs, precies zoals onze achterbuurman Geurt Busser schildert in zijn aquarellen. Zelf ook een kleurrijke man die Geurt - vol anekdotes over zichzelf. Laatst was ik in zijn atelier annex huiskamer om een schilderij uit te zoeken. Van mijn vriendin kreeg ik er één cadeau voor in mijn nieuwe huis.
‘Ik schilder altijd door’, vertelde hij, ‘ook in de winter, ook als het vriest. Dan gebruik ik jonge jenever.’ Ik dacht het te snappen: ja natuurlijk, van jenever blijf je warm. Maar hij bedoelde dat die jenever door zijn waterverf gaat, als antivriesmiddel.
Het Warffumse huis is groot en ik deel het met vriendinnen. Alle drie werken wij thuis, de godganse dag zitten we achter een computer. Om fit te blijven, wandelen we tussen de middag. Een rondje Breede is favoriet. We gaan Warffum uit langs de Onderdendamsterweg, nemen het pad door het Warffumerbos en lopen via het witte kerkje van Breede terug naar huis. Met wat geluk zien we een ijsvogel over de Warffumermaar scheren. Onderweg beklaagt huisgenoot B. zich steevast over haar lot. ‘Is dit nou mijn leven? Moet ik altijd een loonslaaf blijven? Dag in dag uit naar een computerscherm turen, vergaderen, problemen van anderen oplossen? Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Ik moet echt zo snel mogelijk rijk worden.’
‘Dan moet je een boek schrijven’, zeg ik, ‘iets anders kun je niet.’
B. beaamt dat zonder beledigd te zijn en stelt bedroefd vast dat vooral misdaadromans goed verkopen. ‘Daar zijn mensen met minder talent dan ik schathemeltjerijk mee geworden’, zegt ze, ‘maar ach verdorie, waarom zou ík dat niet kunnen? Dan situeer ik het boek natuurlijk hier in Warffum. De couleur locale krijg ik gewoon cadeau. Moet je daar zien.’ Ze wijst naar de ijsbaan, waar deze mistige decemberochtend een paar zwanen ronddrijven.
‘Ja, heel decoratief’, zeg ik, ‘met de sfeertekening komt het wel goed. Maar je hebt allereerst een plot nodig.'
‘Daar moet jij me bij helpen’, zegt B., ‘ik ben slecht in plots. Maar als ik eenmaal een plot heb en de karakters heb uitgedacht, dan schrijft het boek zichzelf eigenlijk.'
‘Goed’, zeg ik, ‘ik help je. Deel ik dan in de winst?’
Tevreden over deze deal lopen we verder. Naar ons idee is het boek al bijna af.
Ondertussen weet ik best dat een boek schrijven verdraaid moeilijk is. Behalve schrijftalent is doorzettingsvermogen nodig. En ook opoffering. Uitslapen? Voetbal kijken? Naar de bioscoop? Niks ervan. Er moet geploeterd worden achter een toetsenbord.
We zullen zien. De beperkingen van de coronatijd helpen misschien. Wat ik maar wilde zeggen: als u in de buurt van Warffum woont en tijdens een wandeling een stel vrouwen tegenkomt dat hardop moorden loopt te beramen, dan kunt u gerust zijn. Wij zijn het maar.
Ik wens u een vreedzaam 2021 toe.