Verlichting windmolens brandt sowieso tot medio 2022

De rode verlichting van windparken als Geefsweer en N33 roept veel weerstand op bij omwonenden. Bestuurders en raadsleden in de provincie wijzen voor een oplossing naar een proef in Zeeland, waarbij de verlichting uit staat totdat een vliegtuig wordt gedetecteerd. Die pilot verliep positief, maar bijna twee jaar na dato wordt het systeem nog nergens toegepast. Waarom niet?
Eén van de omwonenden is Lidy van 't Westeinde uit Schaapbulten. De tientallen rode lampen van windpark Geefsweer ziet ze vanaf de keukentafel. 'Het is hier net een kermis', verzucht ze.
Het uitzicht in de achtertuin van Lidy van 't Westeinde
Het uitzicht in de achtertuin van Lidy van 't Westeinde © Martin Drent/RTV Noord
Samen met haar man Wijnand woont ze al bijna veertig jaar op deze plek. Het windpark is afgelopen jaar gebouwd. Ze kan niet wennen aan het nieuwe uitzicht: 'Het beweegt altijd, het geeft altijd licht. Vroeger toen we hier kwamen wonen, was het mooi donker; nu is het overal licht.'
Ook haar buren Sylvia Brouwer, Henk de Groot en Janny Kiewiet hebben er last van. 'Het is zo jammer dat ze van tevoren niet inschatten wat het voor omwonenden doet, de rode lampen. En dan ook nog drie op een rij, van boven naar beneden', zegt Kiewiet. Ze hoopt op een oplossing.

Proef met radar

Op 23 mei 2018 is een mogelijke oplossing hiervoor in Nederland getest. Een klein vliegtuig vliegt acht keer over Windpark Krammer in Zeeland. Beneden op de grond staat een zeecontainer met daarop een radar. Zodra het testvliegtuigje in de zogenaamde warningzone komt, gaan de lichten op tien deelnemende windmolens aan. De rest van de tijd zijn de lampen op de molens uit. De andere molens van het park zijn op dat moment nog in aanbouw en doen niet mee aan de proef.
De test is geslaagd, het systeem werkt. Experts verwachten dat met een detectiesysteem de verlichting op windmolens meer dan negentig procent van de tijd uit kan. Toch is het bij geen enkel windpark in Nederland geïnstalleerd.
De proefopstelling bij Windpark Krammer in Zeeland in 2018
De proefopstelling bij Windpark Krammer in Zeeland in 2018 © Pondera Consult

'Hup, kom op! Uit met die lampen!'

De provincie Groningen is één van de opdrachtgevers van de proef in Zeeland. Gedeputeerde Nienke Homan (GroenLinks) is op de hoogte van de resultaten van de proef en baalt ervan dat het systeem nog nergens wordt toegepast. 'Met de hedendaagse techniek moet je toch kunnen zorgen dat die lampen op het goede moment aan gaan en niet de hele nacht branden?', vraagt Homan zich af.
Sinds mei vorig jaar geeft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat toestemming om het systeem te gebruiken. Een aanvraag kan worden ingediend bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Homan: 'Het ILT moet alleen nog een ontheffing afgeven, zodat het ook daadwerkelijk kan worden toegepast bij een park in Nederland. Nou, daar zijn wij voor. Hup, kom Op! Uit met die lampen!'
Waarom hebben windmolens verlichting?
Vanwege de veiligheid van de luchtvaart moeten windmolens die hoger zijn dan 150 meter (tiphoogte) verlichting voeren. Overdag is dat een knipperend wit licht, in de nacht een rood licht. De lampen moeten bevestigd zijn aan de gondel én op de mast.

Juridische basis ontbreekt

De ILT zegt tegen RTV Noord dat er tot op heden nog geen concrete aanvragen zijn ingediend om een radarsysteem toe te passen bij een windpark in Nederland. 'Wel zijn er verkennende vragen gesteld over het toepassen van dit systeem. Dit voornamelijk met het doel op termijn een aanvraag in te dienen', aldus een woordvoerder van de inspectiedienst.
De dienst zegt op dit moment nog geen ontheffing te kunnen verlenen, omdat de juridische basis daarvoor zou ontbreken. 'Onderliggende regelgeving wordt op dit moment ontwikkeld en medio 2022 verwacht', aldus de woordvoerder.

Radar heeft groot nadeel

De branchevereniging van windparkexploitanten (NWEA) ziet grote voordelen in een systeem waarbij de verlichting op molens een groot deel van de dag (en nacht) uit kan worden gedaan. De NWEA verwacht dat zo'n systeem de acceptatie van windmolens door de omgeving ten goede komt.
Voor zo'n systeem zijn verschillende technieken. In Zeeland werd gebruikgemaakt van een radar om vliegtuigen te zien. De branchevereniging heeft bezwaren tegen het radarsysteem, vooral vanwege de kosten. Een windmolenpark daarmee inrichten kost al snel tussen de 500.000 en 750.000 euro.
'Dat zijn heel grote bedragen. Zeker bij windparken die er al staan is het de vraag wie die kosten gaat betalen. Bovendien kan een radar ook weerstand oproepen bij de omgeving', zegt Rik Harmsen van de NWEA.
Verschillende systemen waarmee de lampen op windmolens aan kunnen worden gezet als een vliegtuig nadert
Verschillende systemen waarmee de lampen op windmolens aan kunnen worden gezet als een vliegtuig nadert © Sander Schieving

Windmolenbranche zet in op transponder

Exploitanten hebben meer vertrouwen in het transpondersysteem. Hierbij worden vliegtuigen (als ze die nog niet hebben) uitgerust met een transponder. Daarmee wordt een signaal uitgezonden dat door het windpark wordt opgevangen. Daardoor kunnen de lichten aan worden gezet.
'Deze methode is veel goedkoper. Het kost ongeveer 25.000 euro voor een park plus nog een paar duizend euro per windmolen. Daardoor is het ook beter toe te passen op kleinere windparken', aldus Harmsen.
In Duitsland wordt de techniek inmiddels toegepast en dus lijkt een proef in Nederland niet noodzakelijk. De regelgeving rondom deze variant ligt wel lastig, omdat de verantwoordelijkheid nu bij de piloot van het vliegtuig komt te liggen in plaats van bij het windpark. Niet alle partijen zijn daar even gecharmeerd van.

Passieve radar

Naast de radar- en transpondertechniek is er nog een derde techniek: de passieve radar. Die maakt gebruik van onder meer digitale radio en tv-signalen. Deze techniek wordt ook in Duitsland toegepast en heeft als voordeel dat er gebruik wordt gemaakt van al bestaande signalen en dat ze dus relatief weinig investeringen vergt.
Toch is dit systeem bij de windbranche nu niet in beeld. 'Nee, wij kijken daar niet naar op dit moment. Wij hebben heel veel systemen onderzocht en wij verwachten op dit moment het meest van de transpondertechniek', aldus Harmsen.
De proef op windpark Krammer
De proef op windpark Krammer © Pondera Consult

'Ze praten langs elkaar heen'

De Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines (NLVOW) vindt het allemaal veel te lang te duren. Bestuurslid Jan-Jaap Tiemersma uit het Gelderse Angerlo woont vlak naast een park met vier windturbines. Ook daarop zitten rode lampen, waar hij elke avond tegenaan kijkt.
'Exploitanten denken alleen aan de kosten van een actief radarsysteem met van die zwaaiende antennes. Een actieve radar kan duur zijn, maar een passieve radar niet. Hun uitstelgedrag maakt de huidige kleine en grote windparken onnodig lang een rode hel', zegt Tiemersma.
'Sinds mei vorig jaar mag het actieve maar ook het veel goedkopere passieve radarsysteem worden toegepast, maar het ILT neemt aanvragen niet eens in behandeling. Dat is vreemd', zegt Tiemersma, 'want hoe je moet handhaven is al jaren praktijk in Duitsland.' De NLVOW denkt dat de inspectiedienst er bewust geen prioriteit van maakt, terwijl de windbranche onterecht wacht op mogelijk goedkopere alternatieven.
'Men praat langs elkaar heen en intussen zitten we als omwonenden en omgeving veel te lang onnodig met bossen rode lampen', aldus Tiemersma.

'Hele verbetering'

Terug naar de omwonenden in Schaapbulten. Lidy van 't Westeinde is positief en hoopt dat één van deze systemen op windpark Geefsweer komt. 'Dat zou zeker al een hele verbetering zijn; dan zie je in elke geval de verlichting niet meer 's avonds en 's nachts.'
Ook Kiewiet is nieuwsgierig, maar verwacht dat het nog wel even zal duren: 'Het is de vraag wanneer het geplaatst wordt, als de regelgeving er door is. Als het in 2022 mag, wil het nog niet zeggen dat de lampen dan gelijk uit zijn. Dat kan nog wel een jaar duren, of langer.'

Kamervragen

Aanstaande maandag wordt in de Tweede Kamer gesproken over de verlichting op windmolens. Tweede Kamerleden Agnes Mulder (CDA) en William Moorlag (PvdA) zullen mede naar aanleiding van publicaties van de NLVOW vragen stellen over de voortgang.