Het gaat goed met de bever: 'Hij creëert zijn eigen natuurlijke omgeving'

Een bever
Een bever © Paul Stevenson / Flickr
‘Kijk, dit is één van de plekken waar ze uit het water komen. Het riet heeft hier een opening.’ Bioloog Rick Middelbos is in de Onnerpolder op zoek naar bevers, samen met verslaggever Elwin Baas.
Overal op de grond liggen takken. ‘Dat is wilg waar ze de bast van af hebben gegeten’, wijst Middelbos. ‘Dat doen wel meer dieren in de winter, zoals bijvoorbeeld herten. Maar de bevers eten ook echt het hout.’

De populatie groeit flink

Het gaat goed met de bever. De populatie was zo goed als verdwenen door de jacht op de vacht van het dier. Middelbos: ‘Eind vorige eeuw is men begonnen met het uitzetten van de bever en nu groeit de populatie flink.’

De bever als 'omgevingsarchitect'

De bever is eigenlijk een ‘omgevingsarchitect’. ‘Overal waar hij komt, knaagt hij bomen om', vertelt Middelbos. 'Daar krijg je een soort natuurlijke knotwilgjes door. Daarnaast bouwen ze dammen en burchten en zo creëren ze zelf hun natuurlijke omgeving.’

Efficiënte knager

Verslaggever Baas kijkt naar een omgeknaagde boom. 'Dat doen ze heel netjes', merkt hij op. Middelbos: 'Bevers hebben zeer efficiënte tanden. Twee grote boven en twee grote onder en die zijn oranje omdat er ijzer in zit. Daar kunnen ze enorme bomen mee omzagen’.

Wintervoorraad onder water

De bast is niet makkelijk te verteren en dus ook niet heel voedzaam. ‘Je ziet dan nog best veel vezelige stukken in hun poep zitten’, zegt Middelbos. ‘Het liefst eten ze de kleine twijgjes met uitlopers. In de winter leggen ze daar zelfs een voorraad van aan. Dan steken de bevers die stokken onder het water in de grond en kunnen ze er van eten.’
Rick Middelbos vertelt over de bevers