Column: Tupperware

Erik Hulsegge
Erik Hulsegge © RTV Noord
Ze is wat stilletjes. Als ik wat vraag, is het antwoord: ‘Joa man’, ‘’Nee hor’ of ‘Wai’k nait’. Of het blijft helemaal stil aan de overkant van de tafel. Och, het is weer zover, denk ik. ‘Zie het vlaage oet’.
De maandelijkse stemmingsontregelaar van vrouwen doet zijn botte werk, trek ik de conclusie en ik wil me er al bij neerleggen. Maar een vluchtige hoofdrekening doet me beseffen dat het twee weken geleden ook al zover was. ‘Ehh...Scheelt der wat aan laiverd?’ probeer ik voorzichtig.
‘Nee hor’. is het resolute antwoord onder het koffie drinken. Ik durf ook niet echt verder te vragen en stort me op de puzzel achter op de krant. Een Filippine, mijn favoriete puzzel. Grietje steekt eerst een chocolaatje in de mond - dat is de derde al, terwijl ze anders maar eentje neemt - en pakt dan zonder wat te zeggen de lege kopjes weg.
Met een diepe zucht verdwijnt ze naar de keuken. Mans, de rooie kater, trippelt zachtjes zonder te miauwen achter haar aan alsof hij ook in de gaten heeft dat er iets aan de hand is.
In het Journaal gaat het zoals elke avond weer eens over corona. De avondklok wordt waarschijnlijk verlengd, omdat we er toch al aan gewend zijn. Tja.
‘Dij rotcorona! t Is de schuld van alles!!’ Op de bank naast me schiet Grietje ineens uit haar spreekwoordelijke slof. Dat is het. Ze is coronamoe. De onzichtbare vijand is in haar hoofd gekropen. ‘Komt wel weer goud, laiverd. Nog eefjes deurzetten...’ zeg ik troostend.
‘Dat komt apmoal nait goud Hinderk Hulsegge. Hou kom ik nou aan mien nije blauwe Koelkast Hitparade-deuze. Vertel mie dat es even...’ Ik weet even niet waar dit over gaat. Even flitst door mijn hoofd dat ze echt corona heeft. Dan valt het kwartje.
Tupperware. Haar blauwe Tupperware ijskastdoos is stuk. De lucht- en waterdichte doos met gerookte zalm stond op het aanrecht. Maar de reuk van Mans was sterker dan het vernuftige Tupperware-deksel en de kater zag zijn kans schoon toen Grietje even naar de Jumbo moest omdat het kerriepoeder op was.
Deksel van de blauwe Koelkast Hitparade-doos kapot gekrabd en de zalm verdwenen. Aan de zalm tilde Grietje niet zo. Maar aan het kapotte deksel wel. Er moest en zou een nieuwe komen. Maar wat gebeurt er uitgerekend dezelfde dag. ‘Tupperware stopt per direct de verkoop van haar producten in Nederland’ was te horen in de berichten op Noord.
En nu kan Grietje geen vervanging voor het kapotte deksel meer krijgen en sterker nog: ze kan helemaal geen Tupperware meer kopen. Dat steekt. Dat doet heel erg pijn. Want je moet weten dat Grietje bijna alles van Tupperware heeft. Bij onze eerste kennismaking kreeg ik een rondleiding door de keuken. En dat niet alleen. Ik kreeg ook alle handige keukenhulpjes te zien.
Zo kreeg ik een demonstratie van de blauwe eierlegger, een vorkachtige tang waarmee je de eieren heel zachtjes in kokend water kan vlijen, de witte ronde hapjesschaal met de vakken voor de metworst, de leverworst, de stukje kaas met zilveruitje en de augurkjes met boterhamworst. Verder kreeg ik de broodtrommel met extra tussenschotje zodat je er ook nog een appeltje bij kan doen, de suiker en melk kannenset, het blauwe vergiet en de Turbochef mixer te zien.
Met blosjes op haar wangen kreeg ik uitleg van hoe handig al dat Tupperware-spul wel niet was. ‘Mor waist wat nog t alder mooiste is’ zei Grietje tot slot en ze pakte de toen nog hele Koelkast Hitparade-doos. Ze haalde het deksel eraf om er ‘m meteen weer op te doen.
Dan geeft ze in het midden van de deksel een enorme drukker ‘Pffffff…’ is het geluid wat ik hoor. ‘Kiek, dat is het nou het aldermooiste’ en ze doet het nog een keer ‘ Pfffffff….’ Ik heb nog nooit iemand zo blij zien kijken bij een geluid dat lijkt op een zachte scheet.
Grietje vertelde vervolgens dat ze al tientallen Tupperwareparty’s heeft georganiseerd. Dat ging zo.
Ze was door tante Mijntje uitgenodigd voor een partijtje. ‘Kinst der ook ook nog wat bie kopen’ had tante Mijntje gezegd. Buurvrouw Jantje, Wieske van Geert en de nichtjes Joske, Gonnie en Mina waren er ook geweest. Het eerste Tupperware wat ze gekocht had was de grote hapjesschaal.
Aan het eind werd ook gevraagd of er iemand was die ook wel een party wilde organiseren. Grietje wilde dat wel. Ook al omdat bij een goede verkoop de gastvrouw allemaal Tupperware-spullen gratis cadeau kreeg. En bovendien: het was o zo handig. ‘Dit hait nou n win-winsituatie’, had ze tegen tante Mijntje gezegd.
De volgende morgen. We zijn wat laat. Grietje is druk bezig met het uitpakken van de vaatwasmachine. Of ik Mans even wat eten wil geven. ‘n Heul zakje hor’ zegt Grietje als ze het vergiet in het kastje onder de gootsteen zet. Ik vind dat Mans het ook wel met een halve af kan. Maar Grietje vindt dat Mans die dikker en dikker wordt een heel zakje verdient.
De doos met Kitekat staat op de tweede plank naast de kelderdeur. De doos is schier leeg. ‘Onder in kelder staait nog n volle’, zegt Grietje als ze me met de lege doos in handen ziet staan.
Ik daal het keldertrapje af. Hier ben ik nog nooit geweest. Een zak met aardappels, een netje met uien, motblik en veger, een grote boodschappentas voor de Jumbo. Er ligt en staat van alles onder in de kelder. Maar ik zie geen kattenvoer.
Er staat ook nog een grote kast. Als ik de deur voorzichtig open doe, zie ik op de bovenste plank een doos met kattenvoer staan. Mijn blik gaat naar beneden. Ik weet niet wat ik zie. De hele kast is verder volgestouwd met blauwe plastic bewaardozen. Van Tupperware.
Grietje heeft kennelijk goed haar best gedaan bij het organiseren van de party’s en zo heeft Tupperware haar goed bedeeld. Ik kom de kelder weer uit met een doos kattenvoer en een bewaardoos. ‘Kiek laiverd’ hier hest n nije Koelkast Hitparade-deuze, zeg ik.
Grietje kijkt me aan alsof ze water ziet branden. ‘Begriepst der ook niks van. Dizzen binnen mor zeshonderd milliliter. Dat zugst toch wel. Ik mout dij van twij liter hebben…’
Erik Hulsegge