Analyse: Verkiezingsuitslag vergroot kloof hoog- en laagopgeleiden

De uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen kan een diepere kloof tussen de inwoners van de Randstad en de provincie Groningen opleveren.
De kop boven het artikel in de Groene Amsterdammer was veelzeggend: ‘Ze denken in Den Haag dat we domme boeren zijn’. Het tijdschrift nam de moeite een verdiepende reportage te maken over verschillende kiezers in Oost-Groningen, die teleurgesteld zijn in de politiek. Een van de conclusies in het artikel: ‘Er zijn krachten aan het werk die grote invloed hebben op hun levens, maar amper te bevechten vallen, dat is het gevoel. En: ‘de politiek laat hen barsten’.
Het sluit aan bij de onderzoeksresultaten van bureau Kien in opdracht van RTV Noord, Omrop Fryslân en RTV Drenthe: maar achttien procent van de inwoners van de drie noordelijke provincies voelt zich vertegenwoordigd door politiek Den Haag.
Dat beeld komt terug in de analyse die hoogleraar Casper van den Berg onlangs maakte. Zijn stelling: we moeten oppassen dat hoogopgeleiden en praktisch opgeleiden elkaar niet meer begrijpen. Hij ziet een verschil tussen dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden en de grotere invloed van de groep hoogopgeleiden uit de dichtbevolkte gebieden op de inrichting van de dunbevolkte gebieden. Laagopgeleiden voelen zich niet meer vertegenwoordigd, omdat ‘het systeem’ steeds minder goed in hun voordeel uitpakt.
‘Mensen die het beleid bepalen in Nederland zijn vaker hoger opgeleid en wonen vaker in dichtbevolkte gebieden, zoals de Randstad’, is het betoog van Van den Berg. ‘Het is belangrijk dat zij zich ook kunnen verplaatsen in de zorgen en behoeften van de mensen in Oost-Groningen. Die werelden moeten niet té veel uit elkaar gaan lopen.'
Die werelden dreigen wél verder uiteen te lopen. Ook op regionaal niveau. De stad Groningen is een jonge, hippe, groeiende stad met veel hoogopgeleiden, die de progressief-liberale partij D66 heeft omarmd, wat op de landkaart laat zien dat D66 de grootste partij van onze provincie is. Dat is een vertekend beeld, want alleen in de gemeente Groningen is D66 het grootst.
De inwoners van de rest van de provincie maakten de VVD weer de grootste of omarmden de PVV of Forum voor Democratie als schild voor hun teleurstelling. Ook groeiden JA21 en de BoerBurgerBeweging.
Dat laat zien dat de kloof bestaat en zelfs kan toenemen. Wanneer de groeipartij D66 ook in de kabinetsformatie bijvoorbeeld vasthoudt aan het halveren van de veestapel, heeft dat ingrijpende gevolgen voor het Ommeland. Het leidt tot stikstofreductie en natuurontwikkeling, maar het leidt ook tot het verdwijnen van agrarische ondernemingen en de daarbij behorende werkgelegenheid.
En wanneer de landbouwgrond dan wordt gebruikt voor meer woningbouw of grootschalige zonneparken, voelen de inwoners in de Ommelanden zich opnieuw gepakt. Er is dan wéér over hun omgeving beslist in plaats van met hen in gesprek te gaan.
De kloof kan worden verkleind, zegt Van den Berg: ‘'We moeten niet meer denken in top- en krimpregio's. We moeten elke regio een goed perspectief kunnen bieden. Stad en land hebben elkaar nodig. Maar daarvoor is het wél noodzakelijk dat politici en beleidsmakers zich meer richten op de leefwereld van mensen die niet zijn zoals zij.'
Dat vergt inspanningen van Den Haag, maar ook van politici en beleidsmakers uit de stad Groningen. Ook zij dienen zich te verdiepen in de regio-specifieke wensen en eigenschappen, voordat er beleid wordt gemaakt dat over de mensen wordt uitgestrooid.