‘Corona leerde ons hoe te overleven’

Just in Case in Baflo
Just in Case in Baflo © Jeroen Berkenbosch/RTV Noord
De een deed het om aan de ondergang te ontsnappen, een ander begon ermee om ziekenhuizen te helpen. Groningse bedrijven pakten bij de eerste lockdown van alles aan om wat te doen en iets te verdienen. Wat is er een jaar later over van de handel in nieuwe spullen? Vier ondernemerslessen.
Wanneer het stad-Groninger Eco Textieldruk geen mondkapjes was gaan maken, dan is het maar de vraag hoe het met het bedrijf was afgelopen. Swiss Logo in Winschoten greep de eerste lockdown aan om een nieuw luchtfilterapparaat te ontwikkelen en hield daardoor het hoofd boven water.
Just in Case in Baflo ging spatschermen voor in auto’s maken omdat de handel in flightcases helemaal stilviel. Drankenproducent Hooghoudt vond het kwalijk dat ziekenhuizen werden afgezet door bedrijven die woekerprijzen voor desinfectiemiddelen vroegen. Het ging daarom zelf dit product leveren aan ziekenhuizen en verpleeginstellingen. Alcohol was er immers wel op voorraad. Zo kon het en passant de verloren horecaomzet wat compenseren.
We hebben al zo’n zeshonderd schermen verkocht aan klanten door heel Nederland
Arjan Cock van Just in Case

Snel reageren

Alle vier leerden ze er een hoop van. Bijvoorbeeld dat het voor een ondernemer superbelangrijk is snel te reageren wanneer de omstandigheden veranderen. Of dat het vaak onvermijdelijk is dat je een stap zet zonder dat alle risico’s honderd procent scherp in beeld zijn.
Dat snelheid ertoe doet, ondervond Arjan Cock van Just in Case. Het bedrijf maakt koffers voor evenementenbedrijven en bouwt inrichtingen voor bedrijfswagens. ‘Onze markt stortte helemaal in’, zegt Cock. ‘Maar de eerste dag van de lockdown kregen we al de vraag of we misschien een scherm voor in een auto konden leveren. Een dag later kregen we nog een order en uiteindelijk hebben we zo’n zeshonderd schermen verkocht aan klanten door heel Nederland.’
Anderhalve dag na de eerste bestellingen had Just in Case een website voor de tussenschermen online. Omdat het een van de eersten was die met het product kwam, kreeg iedereen die online zocht op spatschermen het bedrijf in Baflo bovenaan in de zoekresultaten. Het leverde tientallen bestellingen op.
De verkoop van schermen ging op en neer met de lockdowns, maar nu is er amper meer vraag naar. De nieuwe omzet maakte het verlies op de bestaande producten weliswaar lang niet goed en omdat het veelal kleine opdrachten waren kostte het veel kantoorwerk. Maar Just in Case stak er zeker wat van op. ’Ik begrijp nu dat ik internet beter moet gebruiken’, zegt Kock. ‘Dat doen we nu dus ook voor onze andere producten.’

Niet bang zijn

‘We hebben geleerd niet bang te zijn ergens in te duiken’, zegt Jos van der Mijl van Eco Textieldrukkerij, dat normaalgesproken z’n geld verdiend met bedrukken van kleding en materiaal voor evenementen. Was Van der Mijl op zijn handen gaan zitten, dan had de drukkerij beslist mensen moeten ontslaan zegt hij. Maar dankzij het besluit mondkapjes te gaan maken kon hij drie mensen een baan geven.
De beslissing was snel genomen, maar het duurde even voordat Eco Textieldruk aan de slag kon. Er moest een machine uit China komen en stoffen waren moeilijk te krijgen. Van der Mijl: ‘We stapten laat in, pas toen de tweede golf kwam. Iedereen zei: ‘Leuk dat je het doet, maar je bent te laat’. Het tegendeel bleek waar.’
We zijn er vol voor gegaan, maar het was angstig
Jos van der Mijl - Eco Textieldruk
’We hebben out-of-the-box durven denken. En we zijn er vol voor gegaan. Dat was zeker ook angstig en er was weerstand, ook van personeel en financiers. We hebben duidelijk ervaren dat je als ondernemer niet pas moet beslissen wanneer je alle risico’s en factoren nauwkeurig in beeld hebt en alles in kannen in kruiken is. Hadden we dat gedaan dan waren we gewoon te laat geweest.’
De mondkapjesmachine draait volop, vooral om ziekenhuizen te beleveren. Daarnaast importeert Eco-Textieldruk nu de machines vanuit China om ze hier door te verkopen. Van der Mijl heeft juist een exemplaar verkocht aan Nigeria en kort ervoor ging er eentje naar Duitsland.
Frans Veendorp van Swiss Logo in Winschoten met de Maxvac
Frans Veendorp van Swiss Logo in Winschoten met de Maxvac © Eigen foto

Viruskiller

Het Winschoter bedrijf Swiss Logo, een zelfstandige dochter van een Zwitserse moeder, had het niet gered zonder de ‘viruskiller’ die onder impuls van corona werd bedacht. ‘Nou ja, er had op z’n minst veel geld bij gemoeten’, verklaart Frans Veendorp van Swiss Logo. Waarschijnlijk had het moederbedrijf wel bijgepast, veronderstelt Veendorp.
‘Er werd vorig jaar maart, april niks verkocht’, zegt Veendorp. ‘We leveren luchtreinigers en stofzuigers voor bouw en industrie en onze buitendienst mocht nergens heen. We moesten iets.’ Er werd een filterapparaat ontwikkeld dat lucht reinigt met onder meer uv-licht. Veendorp claimt dat het apparaat naast fijnstof 95 procent van alle bacteriën en virussen uit de lucht haalt, ook het beruchte coronavirus.
‘De start was lastig, maar in september hadden we dubbel zoveel medewerkers in de productie nodig en onlangs zijn we nog eens verdubbeld. Nu zijn we bezig een tweede productievloer in te richten. Allemaal voor de productie van de Maxvac, zoals het apparaat heet.
‘We hebben geleerd te overleven’, aldus Veendorp die met lede ogen aanziet dat het nieuwe product in eigen land niet erg gewaardeerd wordt. ‘Het RIVM gelooft ons niet, ondanks rapporten die de werking aantonen. Ze zeggen dat recirculeren van lucht niet helpt.’ Veendorp maakt zich er niet heel druk om. Het RIVM komt vanzelf tot een ander inzicht, denkt hij. De 25 luchtfilterapparaten die wekelijks gemaakt worden gaan vrijwel allemaal over de grens, waar ook winkeliers en kappers ze gebruiken.
Het pand van Hooghoudt in Groningen
Het pand van Hooghoudt in Groningen © Loek Mulder/RTV noord

Ergernis

Uit ergernis over ‘woekerprijzen’ waarvoor vorig jaar desinfectiemiddel werd verkocht aan zorginstellingen en ziekenhuizen ging distilleerder Hooghoudt het zelf maken en leveren. ‘Voor een normale prijs’, zegt Marjolein Helder van Hooghoudt.
Winst hoeft niet altijd bovenaan te staan, stelt Helder. ‘Wanneer je ziet dat ergens vraag naar is, dan is het belangrijk dat je niet in de eerste plaats kijkt naar wat je er zelf uit kunt halen. Vraag je liever af waar behoefte aan is. Zodat je ook als onderneming iets kunt doen waarmee je elkaar helpt.’
Nadat met het desinfectiemiddel zo’n twee miljoen paar handen zijn ontsmet heeft Hooghoudt begin maart de levering stilgezet. Niet omdat het drankenconcern het zelf zo graag wilde maar omdat de vrijstelling afliep die Hooghoudt had van de vergunningsplicht voor de productie.