Werken op de corona-ic: ‘We zijn er wel klaar mee, maar kunnen niet anders’ (update)

‘Goh… hij moet toch een keer de bocht maken’, verzucht ic-verpleegkundige Hanna Boeve als ze hoort dat haar patiënt nog steeds geen vooruitgang boekt. ‘Het is echt een strijd die mensen leveren. Dat vind ik wel eens indrukwekkend.’
Voor dit verhaal liepen verslaggevers Eva Hulscher en Tristan Braakman mee op de intensive care van het UMCG.
Hanna Boeve (32) is verpleegkundige op de intensive care van het UMCG. Ze is net begonnen met haar avonddienst en staat met een collega naast haar patiënt. ‘Hij is de afgelopen twee dagen toenemend angstig, bang om dood te gaan. Hij ligt te zweten in bed en kijkt heel angstig uit zijn ogen’, vertelt haar collega tijdens de overdracht.

‘Hoor je mij? Doe je ogen eens open?’

De patiënt ligt al twee maanden vrijwel roerloos aan een beademingsmachine. Soms helpen de verpleegkundigen hem overeind, maar echt bij kennis lijkt hij al die tijd niet. ‘Patiënten maken maar hele kleine stapjes vooruit, of helaas achteruit’, vertelt Hanna.
Ze controleert haar patiënt van top tot teen bij het begin van haar dienst. ‘Hoor je mij?’, vraagt ze terwijl ze naast de man komt staan. Geen reactie. Ze gaat even met haar vingers door zijn grijze haar. ‘Kun je mij ook knijpen met je hand? Moeilijk?’ De hand blijft roerloos liggen.’

‘Het kan heel lang duren’

Behandeling op de ic is vaak een kwestie van de lange adem. Gemiddeld liggen patiënten er twee weken, maar langer is dus geen uitzondering. Zo’n twintig procent van hen overlijdt. ‘Het kan heel lang duren. En het kunnen hele moeilijke trajecten zijn voordat iemand overlijdt’.
Een coronapatiënt op de ic van het UMCG
Een coronapatiënt op de ic van het UMCG © RTV Noord
Bijna alle bedden op deze afdeling zijn bezet. Maar op één vleugel is het licht uit en zijn de bedden leeg. Het is niet te hopen dat er deze avond meer coronapatiënten binnenkomen, want voor deze bedden zijn geen verpleegkundigen beschikbaar.

Hoge uitval door langdurige druk

Het ziekteverzuim is met dertien procent al maanden twee keer zo hoog als voorheen, vertelt hoofdverpleegkundige Carla Veldhuis. ‘Het eist zijn tol. Er is veel uitval, waardoor we moeten zorgen dat de gaten worden opgevuld. Dat vraagt veel van de mensen die nog wel aan het werk zijn.’
Onregelmatige diensten, geschuif met roosters, veel oproepjes om extra te werken en zwaardere werkomstandigheden. Het zijn oorzaken van de hoge uitval, vertelt Veldhuis. ‘Het is langdurig veel drukker en we vragen veel flexibiliteit’.
Vorig jaar hadden wel de spirit: we gaan dit met z’n allen doen, kom op! Maar die is weg
Ic-verpleegkundige Hanna Boeve van het UMCG
‘Het is heel anders op de ic dan een jaar geleden’, zegt Hanna. ‘Het was onrustig, onbekend en we wisten niet wat er kwam. Maar we hadden wel de spirit: we gaan dit met z’n allen doen, kom op! Maar die is weg. We zijn er wel klaar mee, maar we kunnen niet anders.’
Daar maakt hoofdverpleegkundige Veldhuis zich zorgen over. ‘Zorgmedewerkers kunnen heel goed voor een ander zorgen, maar zorg voor zichzelf blijft vaak een beetje achter. Ik zie veel medewerkers waarvan ik denk dat het wel lang kan duren (voor ze er bovenop zijn, red.). Dan maak ik me ook zorgen over wat dat betekent voor het team.’

Onzekerheid geeft onrust

Hoewel Hanna de zwaardere coronadiensten best wel zat is, kan ze er goed mee omgaan. ‘Sommige collega’s nemen het werk mee naar huis. Dat heb ik niet. Ik loop de deur uit en dan is het weg.' Maar hoe nuchter ze er ook mee omgaat, het laat haar niet helemaal onberoerd.
‘Je werkt op veel verschillende plekken, ziet je collega’s minder en je weet niet hoe het volgende week is. Misschien moet er dan nog een ic open. Het verandert allemaal. Dat zijn geen grote dingen, maar het geeft wel onrust.'
Een coronapatiënt op de ic van het UMCG
Een coronapatiënt op de ic van het UMCG © RTV Noord

‘Knijp eens in mijn hand?’

Hanna probeert nog eens contact te maken met haar patiënt. Ze legt haar hand op zijn hand. ‘Hoor je mij? Doe je ogen eens open?’ Ze wil de man voorbereiden op een controle. Specialisten zijn onderweg om een slangetje aan te brengen voor een maagsonde. Er gaat een camera via zijn mond naar binnen om de maag te controleren.
‘Het is voor meneer geen leuke ingreep. Wij vinden een coronatest al vervelend, laat staan dat je zo’n slang in je maag krijgt.' De man is half in slaap en verward, maar lijkt wel te voelen wat er met hem gebeurt. Bij alle patiënten, in slaap of niet, vertelt Hanna wat ze doet. ‘Klaar hoor, je hebt het weer gehad.’
Het is vol te houden, maar we moeten niet meer van die praktijken zoals vorig jaar krijgen
Ic-verpleegkundige Hanna Boeve van het UMCG
Twee van de vier ic-afdelingen van het ziekenhuis liggen vol met coronapatiënten. De patiënten zijn van verschillende leeftijden. Op Hanna’s afdeling ligt een vrouw van bijna dertig, maar ook een man van in de zestig. Personeel werkt op beide afdelingen. Soms op de covid-afdeling, in volledig beschermende kleding, en soms op de ‘schone afdeling’.
Daar werkt Hanna het liefst. ‘Je hebt er veel meer afwisseling, dat is leuker. En de werkomstandigheden zijn prettiger. Je kunt in en uit lopen en soms komt er dan iemand binnen met een dienblad koffie. Dan denk je: O! Dat kan hier gewoon!’. Het zijn kleine dingen, maar dat maakt het werk wel heel anders.’
Toch is het op die ‘schone’ ic een stuk drukker. ‘Daar krijgen ze alles op hun bordje omdat de covid-patiënten twee hele ic’s in beslag nemen’.

Hopen dat het beter wordt

En dus is het elke week maar hopen dat het aantal patiënten weer daalt. ‘Het is vol te houden, maar we moeten niet meer van die praktijken zoals vorig jaar krijgen’, zegt Hanna.
Toen werkte ze maandenlang fulltime in plaats van drie dagen per week. Ze regelde het thuis, waar ze een man en een zoontje van inmiddels ruim twee heeft. Dat kan niet nog een keer, zegt ze.
'Als ze zouden zeggen: het is een maandje, dan doe je het nog een keer. Maar dat kan niet gezegd worden. Er zit geen einde aan. Maar daar is geen energie meer voor, nee...'
Update: Aan dit bericht is een video toegevoegd.