Jean Pierre Rawie wordt zeventig: ‘Die eerbiedwaardige leeftijd heeft me enigszins overvallen'

Jean Pierre Rawie
Jean Pierre Rawie © Perrie Hoekstra
Dichter Jean Pierre Rawie viert vandaag zijn zeventigste verjaardag. Hij wordt in 1951 geboren in Scheveningen, groeit op in Winschoten en trekt begin jaren 70 naar Groningen om aan zijn dichterscarrière te beginnen. In 1975 publiceert hij samen met wapenbroeder Driek van Wissen zijn eerste gedichten.
Inmiddels heeft Rawie een twintigtal bundels op zijn naam staan en behoort hij samen met Annie M.G. Schmidt, Nel Benschop en Toon Hermans tot de best verkopende dichters van Nederland.
Rawie stond in zijn jongere jaren bekend om zijn uitbundige levensstijl. Die moest hij eind jaren 80 bijna met de dood bekopen toen hij met een alvleesklieraandoening in het ziekenhuis belandde.
Deze week verschijnt van Rawie het boek 'Een luchtbel in een vluchtige rivier'. Onder meer over het vertalen van poëzie. Hij is ook een van de vaste columnisten van het Dagblad van het Noorden.
Jean Pierre Rawie wordt 70
RTV Noord feliciteert Rawie per email:

Van harte gefeliciteerd met uw zeventigste verjaardag. Hoe viert u uw verjaardag?

'Ik was eigenlijk van plan geen aandacht te besteden aan dit kroonjaar, nu het niet mogelijk is een borrel ten Wolthoorn te geven, wat ik onder normale omstandigheden gedaan zou hebben. Vrienden hebben echter een verrassing in kleine kring voor me bedacht, waarvan ik, omdat het een verrassing is, geen weet heb.'

U heeft tijdens uw leven de dood een aantal keren recht in de ogen gekeken. Bent u verrast dat u toch nog zo’n respectabele leeftijd bereikt?

'Die eerbiedwaardige leeftijd heeft me enigszins overvallen. Onbetamelijk lang was ik een aanstormend genie, en nu opeens ben ik oude heer; daar had misschien een levensfase tussen hebben moeten zitten. Ik groeide op als een ziekelijk kind, en mijn levensverwachting was niet hoog, maar krakende wagens &c. Zoals ik ook alweer geruime tijd geleden schreef: 'Ik heb de kans om jong te sterven laten schieten / en moet nu maar het beste maken van de rest'.'

Waar denkt u het eerst aan als u terugkijkt op uw leven als dichter?

'Ik heb als dichter het geluk gehad een groot publiek te bereiken, wat mijns inziens belangrijker is dan literaire onderscheidingen, ofschoon ik ook daar niet over te klagen heb (ik heb een paar prijzen gekregen, en zelfs een heuse ridderorde). Mijn succes is overigens betrekkelijk: in het veelbekeken programma De Wereld Draait Door sprak Matthijs van Nieuwkerk met ontzag over mijn verkoopaantallen, waarop ik opmerkte dat zijn show onmiddellijk geschrapt zou worden met zo'n kijkcijfer. Als ik terugkijk, denk ik eerder aan mijn bewogen liefdesleven dan aan mijn carrière als dichter.'

Kunnen we eerdaags nog een nieuwe poëziebundel van u verwachten?

'Een boek met gedichten verschijnt als het uitkomt. Deze vraag wordt me wel eens gesteld door mensen die - zo blijkt dan - de vorige bundel ook niet gelezen hebben.'

Deze week verschijnt van u het boek 'Een luchtbel in een vluchtige rivier'. Dat gaat over het vertalen van gedichten. Onlangs was er ophef over het gedicht 'The Hill We Climb' van Amanda Gorman dat vertaald zou worden door Marieke Lucas Rijneveld. Wat vindt u van die discussie?

'De deze week verschijnende studie 'Een luchtbel in een vluchtige rivier' gaat over de drie minst populaire genres: poëzie, vertalingen en essays. Ik bewonder de stoutmoedigheid van mijn uitgeefster. De rel rond het verdietsen van dat Amerikaanse gedicht vind ik zot; ik ben geen eenogige Portugese balling uit de zestiende eeuw, maar heb niettemin verdienstelijke weergaven van gedichten van Camões gemaakt.'

Zou u dat gedicht willen vertalen?

'De voordacht van die Amanda trof me als nogal aanstellerig, en in tegenstelling tot miljoenen kijkers was ik niet erg onder de indruk van het gedicht. Ik zou het zeker niet willen vertalen, maar gelukkig heeft niemand me daarvoor gevraagd.'