Deze dag: kunstenaarsvereniging De Ploeg opgericht
Als het ging om kunst, was er veel te ontginnen en om te woelen in Groningen. Een nieuwe kunstenaarsvereniging moest er dan ook hoognodig komen. Schilder Jan Altink bedacht de naam: de Ploeg. Leden van het eerste uur waren verder Jan Wiegers, Johan Dijkstra, George Martens en Alida Pott. De Ploeg werd opgericht op deze dag in de geschiedenis, 1 mei 1918.
Uitgangspunt was een kunstenaarsvereniging, waar iedereen lid van moest kunnen worden. Er was dan ook ruimte voor alle gezindten. Al waren het binnen de club met name de vooruitstrevenden, die nadrukkelijk zochten naar aansluiting bij de internationale avant-garde.
Als Jan Wiegers in 1920 gaat kuren in Davos vanwege tuberculose, raakt hij in het sanatorium bevriend met de Duitse schilder Ernst Ludwich Kirchner. Bij terugkomst ‘laat hij zijn Groningse kunstmakkers weten dat hij het heeft gevonden.’ Het enthousiasme van Wiegers is groot, aldus Ploegkenner Han Steenbruggen.
Jan Wiegers en Alida Pott nemen de ‘voorhoede binnen de Ploeg’ mee in hun enthousiasme. Kunstenaars die zich bij voorbeeld afzetten tegen de traditionele, academische manier van schilderen. Er zijn serieuze internationale contacten. Dankzij Wiegers wordt er anders geschilderd. De schilderijen krijgen een mooie, matte, fluweelzachte verfhuid. Het zijn niet meer van die ‘glimmende schilderijen’. Dat komt omdat Wiegers leert van Kirchner, hoe olieverf te mengen met bijenwas en benzine (‘wel goed schudden!’, aldus Steenbruggen).
Het Groninger landschap neemt voortaan een belangrijke plaats in. Schilderen in de open lucht wordt de norm. Blauwborgje, een boerderij aan het Reitdiep, is een geliefde plek om te schilderen. Bij veel schilders is de horizon relatief hoog geplaatst en ze gebruiken sterk contrasterende kleurvlakken.
In hun houtsnedes gebruiken de Ploegleden graag vurenhout, waarin met de guts grove afbeeldingen worden gemaakt. Ambachtelijk en naturel zijn de kernwoorden, zoals de bijenwas een geschenk van de natuur voor het maken van schilderijen blijkt te zijn. Ploeglid Hendrik Nicolaas Werkman gaat in zijn prachtige druksels terug naar de eenvoud van een handpers.
Je zou, deze denktrant volgend, concluderen dat het geen toeval kán zijn, dat de internationale dag van de Arbeid is gekozen als oprichtingsdatum. De vereniging bruist na de oprichting van de artistieke activiteiten, maar ook van de botsingen tussen de moderne inzichten en het bestaande, behoudende. Het levert de eerste jaren de beste kunst op.
De Ploeg is daarnaast vooral een vereniging, met de gezelligheid die daar bij hoort. Hendrik de Vries, die goed bevriend is met Ploegschilders als Jan van der Zee en Wobbe Alkema, wordt pas laat lid. Wellicht omdat hij niet zo dol is op het royale drankgebruik van zijn kunstbroeders. Hij spreekt smalend over ‘de Kroeg’ als hij het heeft over de schildersgroep.
Groninger kunstkring De Ploeg bestaat inmiddels meer dan een eeuw. De leden exposeren tot op de dag van vandaag binnen en buiten de provincie Groningen. Een korte bloeiperiode in de jaren twintig leverde bijzondere kunst op. Kleurrijk, ambachtelijk, volks, Gronings, toegankelijk. Kunst die zich ontwikkelde door de oprichting van De Ploeg op deze dag, 1 mei 1918.