Column: Dopje dopje

Willem van Reijendam
Willem van Reijendam © RTV Noord
Terwijl de winkelstraten weer vollopen en de terrasjes zelfs in de druilregen nog publiek trekken, worden in noordelijke ziekenhuizen spoedeisende kanker- en hartoperaties uitgesteld. De coronapatiënten vereisen alle aandacht. De vraag rijst of studenten die bierdopjes inslikken dan niet ook maar moeten wachten.
Voor het inslikken van zo’n kroonkurk bij het ‘atten’ van een biertje heb je echt geen hoger IQ nodig dan Ajax-supporters die iedereen en hun moeder onder aërosoleren bij het vieren van een voetbalfeestje. Evenmin een grotere mond. Een schorgeschreeuwde studentenkeel volstaat. Voor wie het doorslikken van een aspirientje al een hele opgave is, lijkt zo’n gekartelde dop onoverkomelijk, maar volgens de ziekenhuizen wandelen er geregeld studenten de eerste hulp op die bij het nieuwe drinkspel ‘dopje dopje’ per ongeluk een bierdop naar binnen hebben gespoeld. Of de dokter het maar weer even wil oplossen. En natuurlijk willen ze allemaal ook nog een pretröntgen van dat grappige dopje vlak bij hun strottenhoofd. ‘Wáánzinnig mooie partij dopje dopje gespeeld’ klinkt het dan later hees.
Artsen hebben het nu dermate druk dat ze die dopjes het liefste met wat zoutzuur zouden doorspoelen, maar hun verantwoordelijkheidsgevoel weerhoudt ze daar nog net van. Ze brachten afgelopen week zelfs trouwhartig een waarschuwing naar buiten, wellicht denkend dat de door corona geheel nihilistisch geworden student daar nog vatbaar voor is. ‘Moeten we nog wel dopje dopje spelen? Ik heb ergens gelezen dat je daarbij een bierdop kunt doorslikken!…’ Misschien dat zo’n overweging in Almere Stripheldenbuurt nog indruk maakt, maar niet in een Gronings studentenhuis.
Je moet niet zomaar alles slikken, waarschuwt het UMCG dus. In overdrachtelijke zin is dat een advies dat meer mensen zich kunnen aantrekken. De vergelijking tussen het gebrek aan vrijheid in de oorlog en de beperkingen van het afgelopen jaar, is een flinke bierdop die meekomt met zo’n wellustige teug van gemakzuchtig geklaag dat ‘onze terrassen worden afgepakt’. Waar dat laatste weliswaar stomvervelend is om aan te horen, is het althans nog onschuldig. Maar de suggestie dat de oorlog ook maar iets heeft uit te staan met het afgelopen coronajaar, is een soort gif dat meespoelt met dat geklaag.
Het tegengif, dat moet voorkomen dat je van terrasdrammer afglijdt naar bruinhemd, bestaat uit goede geschiedenisles. Normaal gesproken zijn de zompige terreinen van bevrijdingsfestivals natuurlijk bij uitstek de educatieve hotspot waar je als jongere alles leert over de oorlog en dat we die niet mogen vergeten. Weliswaar moet je je daarbij ook nog wat begeleidend gestamp van bandjes verdragen, maar intussen krijg je reuzeveel mee over de bevrijding. Maar dit jaar moest iedereen zijn eigen bevrijdingsfestival vieren, krat bier onder handbereik en de radio aan. Het is te hopen dat het met de kennisoverdracht een beetje is gelukt. En te vrezen valt dat er weer een hoop bierdoppen in evenzovele kelen zijn beland.
Die dopje dopje-drinkers moeten maar even geduld hebben met die kroonkurk in hun slokdarm tot we alle spoedeisende operaties, de operaties dus waar uitstel leidt tot afstel, achter de rug hebben. Voor de overige operaties mogen we verwachten dat van uitstel geen afstel komt. Bij één operatie staat dat trouwens nog te bezien: de versterkingsoperatie.