NAM-directeur Atema na omstreden uitspraak: ‘Het spijt me voor de onrust’

Johan Atema in het hoofdkantoor van de NAM in Assen
Johan Atema in het hoofdkantoor van de NAM in Assen © ANP
‘Het spijt me dat ik zoveel onrust heb veroorzaakt. Het spijt me dat ik de frustratie heb laten oplopen’, zegt NAM-directeur Johan Atema. Toch verdedigt hij inhoudelijk zijn stelling: een grootschalige versterkingsoperatie vanwege de veiligheid is in Groningen waarschijnlijk niet meer nodig.
Atema blikt terug op een rumoerige week, na een interview dat hij een week geleden gaf aan NRC. Daarin wekte hij de indruk dat er nog maar vijftig in plaats van mogelijk 26.000 huizen moeten worden versterkt.
‘Volgens de laatste berekeningen blijkt dat minder dan vijftig huizen vanwege de veiligheid hoeven te worden versterkt. Als we volgend jaar de gaskraan sluiten, zijn het er nog minder’, zei Atema tegen NRC.
Bekijk hier het volledige interview met NAM-directeur Johan Atema.
Spijt NAM-directeur

Eigen leven leiden

Dat getal van vijftig woningen had hij niet moeten noemen, vindt Atema nu. ‘Dat gaat zijn eigen leven leiden. Dat wordt uit zijn kader gehaald en mensen gaan daar andere conclusies aan verbinden dan ik bedoel. Dus het is gewoon onhandig en dat zou ik niet weer zo doen.’
Want, zegt Atema, hij heeft nooit bedoeld te zeggen dat er in totaal maar vijftig huizen moeten worden versterkt. ‘Ik vind niet dat er nog vijftig huizen moeten worden versterkt op de 26.000. Wat ik vind is dat waar bestaande afspraken zijn, dat die moeten worden nagekomen. Dat zei ik ook in het interview.’
Ik heb ook weer een les geleerd: ik moet nog zorgvuldiger zijn
Johan Atema - directeur NAM
Bent u zich eigenlijk voldoende bewust van wat uw woorden in zo’n interview teweeg kunnen brengen?
‘Nou, duidelijk niet. Wat ik zeg: ik had dat woord vijftig niet moeten noemen, want je ziet nu wat er gebeurt. En daar heb ik deze week wel goed over nagedacht. Weet je, ik wil niet een rel veroorzaken, niet nog meer frustratie opwekken. We zitten op afstand, ik moet mijn rol kennen. En wat ik deze week heb geleerd, is hoe diep de frustratie en de crisis nog zit. Ook bijna tien jaar na Huizinge…’

Maar u gaat mij toch niet wijsmaken dat u dat niet al wist?

‘Nou, dat wist ik wel, maar ik wist niet dat mijn woorden daar nog zo’n gewicht in zouden leggen en dat ik nog veel voorzichtiger moet zijn in hoe ik dat uitdruk. En dat is niet omdat ik geen empathie heb met het gebied. Ik kom er genoeg en spreek ook met de mensen, dus ik weet wel wat er speelt. Ik heb ook weer een les geleerd: ik moet nog zorgvuldiger zijn.’

Te inspecteren huizen

Het verhaal van Atema gaat volgens hem niet over gemaakte versterkingsafspraken met zo’n 9000 huiseigenaren. Daar zit volgens hem de verwarring. ‘Daar hebben we geen discussie over.’ Atema maakt zich juist druk over de pakweg 13.000 huizen die nog moeten worden geïnspecteerd.
Wat Atema naar eigen zeggen bedoelde te zeggen in zijn interview met NRC, is dat het goed nieuws is dat er geen grootschalige versterkingsoperatie nodig blijft. Simpelweg omdat de oorzaak weggenomen wordt. ‘We produceren nog maar een fractie van wat het was. Wat je dan krijgt is minder risico, minder aardbevingen en dus ook minder instortingsgevaar.’
Ik besef dat iemand in Westerwijtwerd of Huizinge daar niets aan heeft
Johan Atema - directeur NAM
Atema baseert zijn uitspraken op een rekenmodel van TNO. Dat model is gemaakt om een inschatting te maken van het aardbevingsrisico in een gebied, maar kan niet gebruikt worden om huizen op afstand veilig te verklaren, zegt het Staatstoezicht op de Mijnen.
Bent u het met me eens dat je pas kunt weten of er een grote versterkingsoperatie nodig is op het moment dat al die huizen geïnspecteerd zijn?
‘Bij alle huizen die nog moeten worden nagekeken, die 13.000, komt er naar verwachting niet opeens een heel ander getal uit. De huizen die nog niet zijn beoordeeld, daarvan zal naar verwachting een laag aantal huizen een versterkingsadvies krijgen op grond van veiligheid.’
‘Als je de laatste richtlijnen gebruikt, je rekening houdt met dat Groningen naar 0 gaat en je rekening houdt met alle wetenschappelijk kennis over de ondergrond, dan komt daar een laag getal uit. Maar ik besef ook dat iemand in Westerwijtwerd of Huizinge daar niets aan heeft, want die zal denken: dat kan allemaal zo zijn wat er uit de modellen komt. Maar ik wil het van mijn huis weten, ik wil hier een inspecteur hebben die zegt of dit huis veilig is of niet.’
U zegt: ‘Alle huizen in het aardbevingsgebied met een verhoogd risico moeten individueel beoordeeld worden’ en u zegt: ‘NAM betaalt volgens afspraak alle kosten voor versterking en schade die het gevolg zijn van gaswinning.’ Zit daar niet juist de crux? Want u betwist juist wat allemaal het gevolg is van de gaswinning.
‘Wij hebben met de overheid hele duidelijke afspraken gemaakt over onze aansprakelijkheid toen zij het beleid overnamen en zeiden: NAM, jij gaat op afstand. Niemand in Groningen hoeft zich zorgen te maken over hoe wij dat gaan regelen. Wij moeten nu met de overheid bekijken: welk deel gaat de NAM betalen en welk deel gaat de NAM niet betalen? En dat vind ik een hele logisch zaak. Wij zullen altijd betalen voor schade die het gevolg is van gaswinning en wij zullen altijd betalen voor de veiligheid die nodig is op grond van de gaswinning in Groningen.’
Dat betwist ik ook niet. Maar het punt is dat u van bepaalde onderdelen bij schade en versterking juist zegt: dit is niet nodig vanwege de gaswinning.
‘Als de overheid een beleid gaat voeren wat voorbij gaat aan de gaswinning en de afspraken die wij gemaakt hebben, dan mogen ze dat doen. Dan is aan de achterkant wel een afspraak nodig over: welk deel wil je dat ik betaal en welk deel ga je zelf betalen? Want het kan niet zijn dat de overheid een beleid gaat voeren wat helemaal los staat van gaswinning en daar de rekening volledig bij de NAM legt. Daar zou ik wel van zeggen: luister, daar moeten we het wel even over hebben.’
Minister Bas van 't Wout op werkbezoek in Groningen
Minister Bas van 't Wout op werkbezoek in Groningen © Mario Miskovic / RTV Noord

Juridisch steekspel

In Den Haag bereidt minister Bas van ‘t Wout (VVD) van Economische Zaken zich intussen voor op een juridisch steekspel met de NAM om die kosten. In een recente Kamerbrief schreef hij: ‘Het kabinet (...) zal daarbij geen juridische middelen onbenut laten. Ik zal er streng op toezien dat alle kosten die bij de NAM in rekening kunnen worden gebracht, ook in rekening zullen worden gebracht.’ Zolang dat niet gebeurt, komen de kosten voor rekening van de Staat.
De Staat brengt de kosten die gemaakt zijn bij de NAM in rekening met een heffing of een factuur. Maar alle kosten die de NAM betaalt voor de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie worden voor ongeveer 73 procent gedragen door de Nederlandse overheid, omdat die met de Maatschap Groningen participeert in de gaswinning.

Kortom: voor elke euro die de Staat factureert aan de NAM, betaalt de overheid zelf alsnog 73 cent. Op een totale verwachte rekening van 8,5 miljard euro, kost de operatie de overheid meer dan 6 miljard euro.

Op dit moment heeft de NAM alle rekeningen betaald, op één na. Het gasbedrijf en het Rijk bakkeleien over die factuur. Volgens de NAM is de rekening onvoldoende gespecificeerd, en keurt de accountant een betaling niet goed voordat de details voldoende zijn uitgewerkt.

Verwacht u met het Rijk een juridisch gevecht rondom alles wat met Groningen te maken heeft?
‘De Groningers moeten daar niet over in gaan zitten, en ik hoop het niet. Ik hoop dat het Rijk en de NAM daar goed uit zullen komen.’

Maar wat u hoopt en wat u verwacht zijn twee verschillende dingen.

‘Ik vind het Rijk over het algemeen, zowel op lokaal en provinciaal niveau, maar zeker ook op nationaal niveau, heel constructief. Wij hebben altijd goed samengewerkt, wij hebben uiteindelijk tientallen jaren samengewerkt aan het Groningen gasveld. Dit is een heel lange relatie.’
Ik wil geen vechtscheiding, want dat is voor niemand goed
Johan Atema - directeur NAM
‘Ik moet ook zeggen: ik heb respect voor wat de ministeries doen. Met de ambtenaren hebben wij prima een verhouding, er wordt helemaal geen ruzie gemaakt. Maar je kunt een verschil van inzicht hebben. Ik hoop dat we daar uitkomen, en als we daar niet uitkomen kun je altijd nog een derde partij vragen - dat noemen ze dan arbitrage - daar naar te kijken. Dat hoeft geen vechtscheiding te zijn, en ik hoop en verwacht dat het dat ook niet wordt.’
U verwacht ook dat het geen vechtscheiding wordt?
‘Ik zal er alles aan doen om dat te voorkomen. Ik wil geen vechtscheiding, want dat is voor niemand goed. We komen er samen uit. En als we er niet uitkomen dan kunnen we een arbiter vragen om ernaar te kijken. En als dat allemaal niet lukt, ja, dan weet het ook niet.’

De meest recente kennis

Toch zit er nog wel het een en ander in de weg. Want de NAM en het ministerie worden het niet alleen niet eens over het beleid, maar ook over de gehanteerde rekenmethodes. De NAM en het Rijk hebben volgens de NAM-directeur afgesproken dat bij een versterking wordt gewerkt met de laatste kennis. Maar dat doet het Rijk niet, zegt Atema.
‘Dat betekent bijvoorbeeld dat als je nu een huis bekijkt in Groningen dat nog geen opname heeft gehad, je er rekening mee houdt dat Groningen nog maar heel weinig produceert en dat het risico heel laag is. Wat wij zien is dat het Rijk die rekenmethoden nog niet accuraat heeft en nog rekent met hoe de getallen twee, drie jaar geleden waren. Ja, dan krijg je een overschatting van het risico.’

Reacties waren niet mis

Hoe dan ook, het interview van Atema heeft de afgelopen week veel teweeg gebracht. In Groningen, maar ook in politiek Den Haag. De ministers van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken waren not amused en de Tweede Kamer was witheet van woede. PvdA-Kamerlid Henk Nijboer eiste zelfs excuses van Atema.
Die inhoudelijke excuses komen er voorlopig niet. Atema staat achter zijn stelling over de veiligheid in Groningen. ‘Met excuses moet je zorgvuldig zijn, want mensen hebben niets aan excuses die je niet meent.’ Maar hij benadrukt wel zijn spijt aan Groningen voor de ontstane onrust en de opgelopen frustratie van de inwoners.
Toch is hiermee de kous nog niet helemaal af. Atema moet nog voor de zomer samen met aandeelhouders Shell en ExxonMobil uitleg geven in een hoorzitting in de Tweede Kamer. Atema: ‘Ik ga daar altijd naar toe en ik zal naar eer en geweten antwoorden.’