Deze Dag: aardgas gevonden in Groningen

Het slaan van de eerste paal van de gasbehandelingsinstallatie van de NAM in Uithuizen (1974)
Het slaan van de eerste paal van de gasbehandelingsinstallatie van de NAM in Uithuizen (1974) © Persfotobureau D. van der Veen
Op een perceel bieten van boer Boon in Kolham werd de vondst gedaan. Aanvankelijk leidde dit niet tot grote vreugde, want de boring was uitgevoerd op zoek naar aardolie. En gas? Shell dacht dat alleen grootverbruikers, zoals elektriciteitscentrales, geïnteresseerd zouden zijn in het aardgas dat werd aangetroffen op deze dag, 29 mei 1959.
Toen de gevonden hoeveelheid aanzienlijk groter bleek dan eerder ingeschat, kwam er op aandringen van Esso een aardgasnet voor de kleine verbruiker. Verder werd het gas vooral aan het buitenland verkocht. Immers, zo dachten we toen, wat moet Nederland op termijn met gas, als er tientallen kerncentrales zouden verrijzen, zoals destijds de bedoeling was?
Toen er in 1960 in Delfzijl een tweede boring werd gedaan waarbij op dezelfde diepte gas met dezelfde samenstelling en druk werd gevonden, begon de omvang van het gasveld bij de NAM door te dringen. Maar ook toen ging de vlag niet uit. Sterker nog: er werd gezwegen over de vondst.
Dat duurde tot 14 oktober van dat jaar. In het Europees parlement in Straatsburg wist de Belgische afgevaardigde Victor Leemans, in een korte bijdrage over energiepolitiek, te melden dat er in Groningen een gasbel ter grootte van 300 miljard kuub was aangeboord. In Nederland sloeg de mededeling in als een bom. De Tweede Kamer was verbijsterd.
De omvang van de gasbel bleek in de loop der jaren nog veel groter. De omvang ging richting drieduizend miljard kubieke meter. Een duizelingwekkende hoeveelheid. De opbrengst kwam de verzorgingsstaat-in-wording Nederland ten goede.
Groningen zelf bleef achter bij het verdelen van de opbrengsten van de hier gevonden bodemschat. CPN-voorman Fré Meis hamerde begin jaren zeventig keer op keer op de onrechtvaardigheid daarvan: 'In feite gebeurt hier precies hetzelfde als in de koloniale gebieden. De inheemse bevolking wordt uitgebuit.'
Fré Meis op de Grote Markt in Groningen
Fré Meis op de Grote Markt in Groningen © Groninger Archieven/Persfotobureau D. van der Veen
Toen moesten overlast en schade, veroorzaakt door de gaswinning, nog komen. Bij het 25-jarig jubileum van de gasvondst in 1984 blikte boer Boon in het Nieuwsblad van het Noorden terug op deze dag. Hij was vooral bang geweest 'voor beschadiging van de grond en voor verzakking van de nieuwe schuur'. Rijk was hij er niet van geworden.
Dat kon ook moeilijk, want In de Mijnwet (van 1810!) is bepaald, dat elke bodemvondst dieper dan twee meter, aan de staat toekomt. Kees Boon kreeg wel een mooie vergoeding: enkele duizenden guldens per hectare. Op de plaats van de vondst staat tegenwoordig een schuur, er rijden auto’s en er worden weer bieten geteeld, net als op deze dag dat er gas werd aangeboord in Kolham, 29 mei 1959.