Per direct extra pendelbussen Ter Apel: provincies betalen

Vluchtelingen stappen uit lijnbus 73 in Ter Apel
Vluchtelingen stappen uit lijnbus 73 in Ter Apel © ANP
De dienstregeling van de pendelbus tussen het azc in Ter Apel en het station in Emmen wordt per direct uitgebreid. De provincies Groningen en Drenthe betalen in ieder geval tot september de extra kosten.
De reden voor de uitbreiding van de dienstregeling zijn nieuwe incidenten. ‘Afgelopen maandag ging het drie keer mis. Voor gedeputeerden mobiliteit Fleur Gräper van Groningen en Cees Bijl van Drenthe is de maat vol’, schrijven de provincies.
Ze benadrukken dat het Rijk uiteindelijk verantwoordelijk is voor het structureel oplossen van de overlast, maar ‘de veiligheid van de chauffeurs en reizigers staat voorop’.

Niet wachten op ministerie

‘We weten dat deze pendelbussen een goede manier zijn om overlast in de reguliere buslijnen te voorkomen’, zegt gedeputeerde Gräper. ‘Daarbij creëren we veiligheid voor passagiers en chauffeurs.’
De provincie wilde naar eigen zeggen niet wachten op besluiten vanuit het ministerie. ‘We willen juist in deze tijd dat mensen terugkeren naar het openbaar vervoer. Dan moet je het gevoel van onveiligheid direct wegnemen.’

Financiële steun van het Rijk is verminderd

De pendelbus tussen Ter Apel en Emmen is in 2019 als pilot ingevoerd. Sindsdien is het aantal incidenten ‘fors afgenomen’, zeggen de provincies. Met ingang van dit jaar is de financiële steun van het Rijk verminderd. Daardoor zijn er minder ritten per dag en neemt het aantal incidenten weer toe. Uit een onlangs gehouden enquête van FNV Streekvervoer blijkt dat veel chauffeurs op lijn 73 zich onveilig voelen.
De pendelbus staat woensdag op de agenda van commissievergaderingen in de provinciehuizen van Groningen en Drenthe. De gedeputeerden Gräper en Bijl verwachten dat commissieleden instemmen met de extra bussen en de bijbehorende kosten. Beide provincies zeggen hun gesprekken met het Rijk de komende tijd te intensiveren.
Dit bericht is aangevuld met een reactie van gedeputeerde Fleur Gräper.