Raven broeden in Marnewaard: ‘Er is zo veel moois te zien’

De raaf heeft een spanwijdte van 1.20 meter
De raaf heeft een spanwijdte van 1.20 meter © Hans Glader/ANP
In de Marnewaard in Noord-Groningen broedt een paartje raven. ‘Dit is hoogst waarschijnlijk het meest noordelijke broedgeval van raven’, vertelt Jan Willems. Hij is valkenier, jager en oud-boswachter van het Lauwersmeergebied.
Raven zijn eind jaren twintig van de vorige eeuw verdwenen uit ons land. De vogels met een spanwijdte van 1.20 meter hebben een groot territorium. Meestal leven deze schuwe dieren in open natuurgebieden.
Een raaf met prooi
Een raaf met prooi © Bertus Webbink/ANP
In 1966 begon een herintroductieprogramma op de Veluwe. Nu broedt er een paartje in de Marnewaard. ‘Toen ik veertig jaar geleden in Wageningen woonde, was daar het meest noordelijke broedgeval van de raaf’, lacht Willems. ‘Nu woon ik bij Lauwersoog in de buurt en broeden ze hier.’
Er zijn nog nooit zoveel ganzen en reeën geweest
Jan Willems

'Verdwijnende diersoorten? Daar zitten twee kanten aan'

Stadsecoloog Jan Doevendans vertelde dinsdagmorgen op Radio Noord dat het slecht gaat met de koolmezen. Volgens hem komt dat onder meer doordat er minder bloemen zijn, waardoor er een afname is van het aantal insecten, die op hun beurt weer voer zijn voor de vogels.
Willems meent dat er twee kanten zitten aan dit verhaal. ‘Er zijn bijvoorbeeld nog nooit zoveel ganzen geweest. En wat dacht je van de reeën? Dat aantal is gigantisch gestegen. Steenmarters hadden we vroeger helemaal niet. Ik weet het: ze zitten bij mij ook onder de motorkap van de auto, maar het gaat mij om het verschil in denken op de korte of lange termijn. Het gaat op en neer. Bovendien moet je dit ook mondiaal bekijken.’

'Zwaluwen zijn gewoon later dan anders'

‘In het voorjaar dacht ik ook: wat zijn er weinig zwaluwen’, legt Willems uit. ‘Maar die vogels trekken naar Zuid-Afrika en moeten dus twee keer de Sahel over. Als er een zandstorm is, moeten ze schuilen. Ze zijn dus gewoon later dan anders.’
Je moet het grotere plaatje bekijken op de lange termijn
Jan Willems

Populatie kunstmatig in stand houden

Zelf komt Willems net terug uit Oost-Europa. ‘Als ik zag hoeveel insecten er waren in Oost-Duitsland. En in Rusland kon ik niet slapen door het geluid van de baltsende korhanen. Die hadden wij vroeger in Nederland ook. Nu zitten ze nog maar op één plek. Dat is een kleine populatie die Staatsbosbeheer in stand probeert te houden door steeds wat exemplaren uit Scandinavië te halen. Dat heeft al miljoenen gekost. In Rusland maakte onze gastvrouw korhanen voor ons klaar als lunch.’
Op bepaalde plekken kunnen nu dus wel minder diersoorten zijn, maar je moet het grotere plaatje bekijken op de langere termijn, vindt Willems. ‘En echt, dan is er zoveel moois te zien’, besluit hij.