Regio wil duidelijkheid over schadeafhandeling: 'Inwoners voelen zich ongelijk behandeld'

Een huis met bevingsschade in de steigers (archief)
Een huis met bevingsschade in de steigers (archief) © Jos Schuurman/FPS
De Groningse en Noord-Drentse overheden roepen het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) op duidelijk te zijn over de nieuwe systematiek van schadeafhandeling, zoals die een maand geleden werd gepresenteerd.
De twee belangrijkste veranderingen waren dat een vaste vergoeding van 5000 euro beschikbaar is voor adressen waarvoor nooit eerder een schade is gemeld, en dat het bewijsvermoeden niet meer overal van kracht is.

Nog veel onduidelijkheden

In een gezamenlijke brief reageren de overheden op deze maatregelen. Volgens hen zorgen ze voor veel vragen, ook bij de inwoners. Zo zouden de maatregelen nog onvoldoende zijn uitgewerkt, zodat inwoners niet weten wat ze voor hen betekenen. De ondertekenaars stellen vast dat er inwoners zijn die moeten constateren dat hun buren schadevergoeding toegekend kregen, terwijl hun aanvraag mogelijk niet meer in behandeling wordt genomen of op basis van een andere beoordelingssystematiek.

Ongelijke behandeling

De regio ziet dat het aankondigen van niet-uitgewerkte maatregelen 'geen rust of ontzorging van inwoners biedt'. Dat het IMG aanvragen nu afwijst of niet in behandeling neemt, terwijl aanvragen met identieke schade in dezelfde straat eerder wel ruimhartig zijn vergoed, zou op veel onbegrip stuiten. 'Inwoners voelen zich hierdoor ongelijk behandeld', vindt de regio.

Wettelijk bewijsvermoeden

Het wettelijk bewijsvermoeden moet volgens de regio in het hele gebied van kracht blijven, ook in gebieden waar het schadeloket er niet meer vanzelf vanuit gaat dat er sprake is van bevingsschade. Dat gaat in Groningen om de streek ten zuidoosten van de Pekela’s en in Drenthe om een gebied ten zuiden van Norg en ten noordwesten van Assen.

Op tijd bericht over aanvraag

Verder vindt de regio dat het IMG ervoor moet zorgen dat inwoners op tijd bericht krijgen over hun aanvraag, dat het beoordelingskader duidelijk moet zijn en eenduidig toegepast wordt: 'Maatregelen moeten leiden tot meer afgehandelde aanvragen met een ruimhartige benadering,' schrijven de overheden.