Groningen: relatief veel zorgmedewerkers en leraren, weinig managers

In 2020 hebben zo'n 49.000 Groningers een zorg- of welzijnsbaan; 25.000 inwoners van onze provincie hadden een pedagogisch beroep. Dat is respectievelijk 16,7 en 8,4 procent van het totaal aantal werkenden.

Onder pedagogische beroepen vallen docenten op scholen en universiteiten, maar ook leiders van kinderopvang en peuterspeelzalen, sportinstructeurs en particuliere muziekdocenten.

In vergelijking met andere provincies komen deze beroepsgroepen hier veel voor. Geen enkel andere provincie heeft een hoger percentage pedagogische beroepen en als het gaat om zorg en welzijn heeft alleen Drenthe met 16,7 procent van het totaal een hoger aandeel.

Andere beroepen komen in verhouding minder voor in onze provincie. Ten opzichte van andere delen van ons land heeft Groningen met 9,6 procent het laagste percentage mensen met een commercieel beroep. Ook qua managers heeft Groningen het kleinste aandeel: 3,8 procent.

Dat onderwijs en zorg en welzijn hier grote werkverstrekkers zijn, is op zich geen verrassing gezien de aanwezigheid van bijvoorbeeld het UMCG, de Hanzehogeschool en de RUG.

Toch speelt volgens Jouke van Dijk, hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse aan de RUG, ook iets anders mee. 'Beroepen in de zorg en het onderwijs heb je lokaal nodig. Overal wonen mensen die zorg nodig hebben en zijn er kinderen die naar school gaan.'

Dat is volgens Van Dijk anders bij bedrijven in de ict en industrie. 'Die zijn niet noodzakelijk afhankelijk van klanten die in de buurt wonen. Het verzorgingsgebied van die bedrijven is veel groter, waardoor het minder uitmaakt waar die bedrijven gevestigd zijn.'

Volgens Van Dijk heeft Groningen per duizend inwoners minder banen dan andere provincies. 'Zorg en onderwijs zijn sectoren die regionaal altijd stabiel zijn, omdat die sectoren overal nodig zijn. En als je in verhouding minder banen hebt in een gebied, dan zullen zorg en onderwijs altijd een groter aandeel hebben.'

Kijk je naar de absolute cijfers, dan hebben de meeste Groningers een technisch beroep of een baan in de ict. De minste Groningers hebben een managementfunctie of werken in het openbaar bestuur.